Overkanter Keen Kuijper en Flakkeeënaar Gert van Nieuwaal kunnen elkaar de hand geven als het gaat om liefde voor het eiland (Foto: Kees van Rixoort).
Overkanter Keen Kuijper en Flakkeeënaar Gert van Nieuwaal kunnen elkaar de hand geven als het gaat om liefde voor het eiland (Foto: Kees van Rixoort).

Een overkanter en een echte Flakkeeënaar in gesprek

"Als je maar van het eiland houdt"

GOEREE-OVERFLAKKEE - Hoe kijkt een ‘overkanter’ naar Flakkee? Wat vindt hij van Flakkeeënaren? En een Flakkeeënaar zelf, hoe denkt die nou over zijn eiland? En over ‘overkanters’? Als er verschillen zijn, hoe zien die er dan uit? En hoe zit het met de overeenkomsten? Allemaal vragen, waar ‘overkanter’ Kees Kuijper (67) en echte Flakkeeënaar Gert van Nieuwaal (39) zich een uurtje mee bezig hielden. Op een plek waar ze collega’s van elkaar waren: het gemeentehuis in Middelharnis.

Tekst en foto: Kees van Rixoort

Kees, spreek je weleens Flakkees? 
"Ja, op mijn manier. Je zal het nooit goed leren als ‘overkanter’, de tongval moet je met je geboorte meekrijgen. Ik doe het niet om interessant te doen, maar ik heb wel de neiging om mee te praten als ik een echte Flakkeeënaar spreek. Net zoals je in Frankrijk doet als je daar op vakantie bent. Ik heb er zelfs wel eens een compliment voor gekregen…"

Wanneer ben je op Goeree-Overflakkee terechtgekomen? 
"Dat was in 1981, ik woon al langer op het eiland dan Gert. Een Flakkeeënaar word je natuurlijk nooit, maar ik ben echt verknocht geraakt aan Goeree-Overflakkee. Voor die tijd kende ik het eiland alleen van naam, ik dacht dat het Zeeland was. Mijn verwachting – platteland met een gemoedelijke bevolking – is uitgekomen. Als je er zelf wat voor doet, kun je goed je plek vinden op het eiland. Je moet je geven, dan kom je erin."

Thuisgevoel

Gert, hoe voelt het om een echte Flakkeeënaar te zijn? 
"Ik ben er trots op, dat meen ik echt. Ik ben hier geboren, thuis in Sommelsdijk, en opgegroeid. Als ik dat vertel, voel ik trots. Flakkee zit in je hart. Dat bewustzijn heb ik altijd gehad. Als kind was ik in de zomer vaak op vakantie op de Veluwe. Ook heel mooi, hoor. Maar als je dan terugrijdt en bij de Haringvlietbrug het bord met Middelharnis ziet én het eiland aan je rechterhand, ja, dan weet je: dit is thuis. Dat typeert het eilandgevoel. Goeree-Overflakkee is niet zomaar een eiland, het is wie ik ben."
Kees: "Dat kan ik niet zeggen, maar dat thuisgevoel herken ik. Waarschijnlijk omdat ik een echte huismus ben, maar ook omdat ik me enorm thuis voel op Flakkee. Ik ben in Hilversum opgegroeid, in een omgeving met bos en hei. Vooral in de herfst mis ik weleens de boslucht. Toen ik in 1981 in Middelharnis wilde gaan werken, zei een collega: Kees, weet je het wel zeker, als je wordt aangenomen, ga je je begraven. Maar ik was zo eigenwijs om er niet naar te luisteren…"
Gert: "Als Goeree-Overflakkee een achtergebleven gebied wordt genoemd, dan voel ik me echt aangesproken. Ik ben het er mee oneens dat hier weinig tot niets te doen is. Kijk eens naar de watersport, het kitesurfen, de vergezichten…"
Kees: "Je mot van je af kunnen kieken."
Gert: “Ja, dat zeg ik ook altijd.”

Harde werkers

Gert, hoe kijk je tegen ‘overkanters’ aan? 
"Nou, mensen die niet van het eiland komen, geven mij geen negatief gevoel. De gedachte dat ze er niet bij zouden horen, herken ik niet. Ook vroeger niet, als we een jongetje of een meisje van de ‘overkant’ in de klas kregen. Maar er is wel een verschil. Kees vertelt over zijn liefde voor Flakkee, maar ik bén Flakkee. Dat gaat dieper."

Kees, heb jij wel eens afstand ervaren met Flakkeeënaren?
"Sporadisch, maar er is een klein groepje Flakkeeënaren waarbij de gemoedelijkheid overgaat in bekrompenheid. Die hebben het over de boze, heidense buitenwereld. Flakkeeënaren zeggen ook altijd dat ze harde werkers zijn. Nou, dat weten we onderhand wel, ze roepen het iets te vaak. Wat meer bescheidenheid zou ze sieren. Alsof er in de rest van Nederland niet hard wordt gewerkt… Waarom altijd zo jezelf prijzen?"
Gert: “Flakkeeënaren zeggen het niet alleen, maar doen het ook. We zijn geen opscheppers. Het heeft te maken met het gevoel van zelfstandigheid. Het zit in de geschiedenis van het eiland: de strijd tegen het water, het idee dat we onszelf moeten redden en niet afhankelijk zijn van een ander. Zelf je broek ophouden… Je ziet het ook nu: tijdens corona doen onze ondernemers het heel goed. Fijn dat er allerlei regelingen en hulpprogramma’s zijn, maar wat bovenaan staat is: we redden het."

Kneuterigheid

Kees: "De hulpvaardigheid is hier ook groot, als ik nog iets positiefs mag noemen."
Gert: "Ja, Flakkeeënaren zijn behulpzaam. Ik heb een tijdje op de coronateststraat gewerkt en een vrouw kwam daar regelmatig een tasje oliebollen brengen. Nou, daar krijg je wel kippenvel van."
Kees: “Ik heb een keer de Omloop gelopen. Loop je bij Oude-Tonge, op je tandvlees, zit er midden op de dijk een oude vrouw met een emmer en een spons. Hup, bril af en die natte spons in je gezicht. Onbetaalbaar! Dat is ook Flakkee. Het heeft ook een soort van kneuterigheid waar ik van hou."
Gert: "Kneuterigheid is ook een kracht. Veel initiatieven op het eiland zijn ontstaan uit 'ons kent ons'. Kijk naar Solaes. Een aantal figuren staat samen naar de MD10 te kijken en dan ontstaat het idee om een Flakkeese brouwerij te beginnen. Met een gezamenlijk doel en vanuit passie voor het eiland zie je dingen gebeuren. Er komt creativiteit los. TOF, ook zo’n voorbeeld."
Kees: "Weet je wat op Flakkee ontzettend belangrijk is? Uit welke familie je komt. Dat vind ik weleens jammer. Waarom moet je iemand beoordelen op basis van zijn voorouders?"
Gert: "Dat komt ook doordat normen en waarden hier sterk leven. En het geloof."
Kees: "Ja, dit is een uitloper van de biblebelt. Dat zet een stempel en dat werkt door, ook bij niet-gelovigen."
Gert: "Mijn kinderen zitten op een christelijke school, maar ze hebben ook klasgenootjes die niet naar de kerk gaan. De ouders vinden christelijk onderwijs belangrijk."
Kees: "Vanuit de gedachte: baat het niet, dan schaadt het niet."
Gert: "Waar ik me zorgen over maak, is dat het dialect langzaam maar zeker verdwijnt. Mijn vrouw en ik praten thuis Flakkees. En sinds kort heb ik een echte Flakkeeënaar als collega. Met hem praat ik ook Flakkees. Dan valt er een filter af."
Kees: "Bij mij is dat net omgekeerd: er komt een filter op als ik Flakkees praat."
Gert: "Ik schakel zo om naar ABN. Dat gaat automatisch. Ik hoop dat het dialect in leven blijft."

Flakkeese verjaardagen

Kees: "Om nog even verder te gaan op die kneuterigheid. De manier waarop hier verjaardagen worden gevierd, is heel bijzonder. In grote families moet je soms wel drie keer in de week ‘verjaeren’. Altijd op de dag zelf. En je moet wel een heel goede reden hebben om niet te gaan. De verjaardag zelf is ook apart: alle eetkamerstoelen in een rondje en iedereen een schoteltje op schoot."
Gert: "Bij de echte Flakkeese verjaardagen heb je zelfs twee rondjes: een voor de mannen en een voor de vrouwen. Drie keer per week, ja… dat heb ik weleens bespreekbaar gemaakt: laten we die verjaardagen toch combineren. Fout! Hoongelach viel mij ten deel."
Kees: "Flakkee op z’n smalst, zeg ik als ‘overkanter’."

Wat verbindt de Flakkeeënaar en de ‘overkanter’? 
Gert: "Liefde voor het eiland."
Kees: "Ja, als je dat niet hebt… Ik was een stadsmens, maar ik heb een klik gekregen met Flakkee."
Gert: "Dat maakt dat we mensen als Kees tolereren… Als je maar van het eiland houdt. Goeree-Overflakkee is het mooiste eiland ter wereld."
Kees: "Heb je ze allemaal gezien dan?"
Gert: "Nee, maar ik weet het zonder al die andere eilanden te hebben gezien. Dat vind ik oprecht."