Maarten Tanis in gesprek met burgemeester Grootenboer tijdens de opening van vaccinatielocatie De Staver (Foto's: Jeffrey Groeneweg/Qphoto.nl)
Maarten Tanis in gesprek met burgemeester Grootenboer tijdens de opening van vaccinatielocatie De Staver (Foto's: Jeffrey Groeneweg/Qphoto.nl)

"Onzekere zaken triggeren mij om daar vorm aan te geven"

“Als ik zeg dat ik er één van Hans van Klaas van Teun ben en opgroeide aan de Duinkerkerweg, weet de oudere generatie Ouddorpers meteen wie ik ben”, lacht Maarten Tanis (51 jaar). “Ik ben er geboren en getogen. Voor werk verbleef ik een tijd in Amsterdam en in het buitenland. Daarna kwam ik weer terug naar het eiland. Ik ben getrouwd en onze vier kinderen zijn in Ouddorp geboren.” Toch woont het gezin Tanis nu elders. “Vanwege ons werk en de toenemende files zijn we verhuisd naar Ridderkerk, onder de rook van Rotterdam. Daar wonen we nu alweer zestien jaar met veel plezier. Maar we komen nog regelmatig in Ouddorp, hoor. Want hoewel ik van het stadsleven houd en al 25 jaar in de stad werk, ben ik ook een echt natuurmens. Zo wandel ik graag in de Kwade Hoek om te genieten van de rust en de ruimte. In de zomer ga ik naar het strand aan de Brouwersdam.”

Beschikbaar om te helpen

Maarten zet zich in voor kwetsbare groepen in de stad. Zo werkte hij onder meer voor Stichting Ontmoeting, De Hoop GGZ, Jeugdreclassering en was hij wijkteamleider in Rotterdam-Zuid. Zijn huidige functie is programma- en projectmanager bij de gemeente Rotterdam. Aan het begin van de coronacrisis kreeg zijn carrière tijdelijk een andere wending. “Begin maart 2020 dachten we dat het nog wel los zou lopen met corona. Toen het eenmaal begon te dagen dat dit weleens menens zou kunnen worden, heb ik bij mijn leidinggevende aangegeven dat ik graag wilde helpen en dat ik beschikbaar was. Ik kreeg al snel een telefoontje en zo ging ik bij de GGD aan de slag. Belangrijke aspecten van mijn werk waren outbreakmanagement en zorgcontinuïteit. Er moesten teams worden gevormd en aangestuurd. We zagen in no-time corona via Limburg en Brabant steeds dichterbij komen en begonnen met het inrichten van tijdelijke hospitaals met minimaal 300 bedden, in Ahoy en in twee hotels. Gelukkig hebben we die capaciteit niet nodig gehad.”

Teamspeler

Een aantal maanden later kwam de opdracht om de vaccinatiecampagne in de regio Rotterdam-Rijnmond vorm te gaan geven. “Dat was een overweging, want het was buiten de doelgroep waar ik mee werk, maar ik zag de noodzaak: corona heeft effect op de hele wereld, op ieders leven.” Hij was onder meer betrokken bij de opening van de vaccinatielocatie in De Staver in Sommelsdijk. “Het was een leerzame periode. Ik stapte uit mijn comfortzone en dat vroeg meer skills qua crisismanagement. Het was mooi werk en goed voor mijn ontwikkeling.” Maarten omschrijft zichzelf als een pionier en een verbinder. In zekere zin heeft hij dat van huis uit meegekregen, denkt hij. “Mijn vader had ook dat voortvarende in zich. Dat zit dus toch wel in mijn genen. Nieuwe, onzekere zaken triggeren mij om er vorm aan te geven, vanuit verschillende invalshoeken en disciplines. Vergelijk het maar met een bonk klei waar iets van geboetseerd moet worden. Wat bak je daarvan met elkaar? Ik ben een echte teamspeler en bekijk de dingen graag vanuit meerdere perspectieven. Bij de GGD werkte ik onder meer samen met een arts die gespecialiseerd is in infectieziekten. Het was fijn om elkaar in het werk aan te kunnen vullen. Bij het opzetten van de vaccinatiecampagne waren veel partijen betrokken, waaronder de gemeente, de GGD en mensen uit de evenementenbranche. Belangrijke onderdelen waren medische kwaliteit, hospitality en het hygiëneperspectief.

Leerzame periode

Wat hem het meest is bijgebleven? “Elke besmettingsgolf is groter, sneller en anders dan verwacht. Je ziet welke invloed een mutatie van het virus dan toch weer kan hebben. Wat ik heel bijzonder vind, is hoe we elkaar vinden in zo’n crisis. We werkten in die eerste periode met ruim 3000 mensen uit allerlei verschillende sectoren samen. Ieder leverde zijn eigen bijdrage. Zo konden we in heel korte tijd iets neerzetten. Normaal kost dat een half jaar, nu kon het binnen twee dagen. Bij urgentie kan er dus razendsnel geschakeld worden. Dat was echt een leermoment voor mij. Waar een minuscuul virus met mutaties een heel land plat kan leggen en waar iedereen met de handen in het haar zit, kan er snel opgeschaald worden en komt er een enorme energie vrij. Heel mooi om daar onderdeel van te zijn.” Ook de mogelijkheden van de techniek zijn leerzaam geweest. “Vanaf het voorjaar van 2020 werd er alleen online, via Teams, geopereerd. We hadden een gezamenlijke dagstart en een wrap-up aan het einde van de middag. De meeste collega’s heb ik niet eens fysiek ontmoet en toch verliep de communicatie feilloos.”

Keuzevrijheid

Maarten ziet vaccinatie als een belangrijke bijdrage aan het terugdringen van corona, maar niet als oplossing van de crisis. Keuzevrijheid vindt hij erg belangrijk. “Ook op Goeree-Overflakkee zijn er mensen die zich vanuit principieel oogpunt of om andere redenen niet laten vaccineren. Het is een groot goed om zelf te mogen kiezen. Ik heb wel gezien dat vaccineren werkt. Toen we begonnen met vaccinatie in de verzorgings- en verpleeghuizen nam de sterfte daar af.” Zorgverleners krijgen van Maarten alle waardering. “Het is ongekend wat een werk daar wordt verzet. Ik kan me dan ook echt kwaad maken om agressie tegen zorgverleners. Aan het begin van de coronacrisis werd er gejuicht en geklapt voor de zorgmedewerkers. Dat gebeurt niet meer, maar zij verdienen het nog steeds om dat wekelijks te horen.”

Zelfde schuitje

Dat de houding ten opzichte van de coronamaatregelen sinds vorig jaar is veranderd, begrijpt Maarten wel. “Het duurt langer en de polarisatie neemt toe, maar toch is het wijs om de maatregelen zoveel mogelijk op te volgen. Je mag verschillend denken, ook over vaccinatie, maar we zitten allemaal in hetzelfde schuitje. Laten we elkaar daarom opzoeken en supporten. In het nieuws gaat het vooral over de uitersten, terwijl er in de maatschappij een grote grijze middenmoot is die er veel genuanceerder over denkt. Die hoor je zelden.” Wat betreft de vooruitzichten staat Maarten er zelf onbevangen, maar wel realistisch in. “Ik heb geleerd met alles rekening te houden. Je ziet dat iedere mutant van het virus toch weer een effect heeft.”

Van elkaar leren

Inmiddels zit Maartens werk voor de GGD erop. Half oktober rondde hij zijn taken af en droeg hij een deel daarvan over aan collega’s. Hij kijkt er positief op terug. “Het harde en vele werken had ook heel mooie kanten.” Nu vragen twee andere belangrijke zaken binnen de gemeente Rotterdam zijn aandacht. “Ik ben als programma- en projectmanager betrokken bij de noodopvang van statushouders binnen de regio Rotterdam-Rijnmond, zoals die bijvoorbeeld gerealiseerd is op een cruiseschip in Feijenoord. Het vervolg is om deze mensen in Rotterdam te laten wonen. We werken regionaal, dus ik heb ook contact met de gemeente Goeree-Overflakkee over de noodopvang op het schip in Middelharnis. Het is belangrijk en waardevol om elkaar als gemeenten te spreken en van elkaar te leren.” Maartens tweede aandachtsgebied is het vormen van een integraal meldpunt van burgers en semiprofessionals in Rotterdam. Daar kunnen bewoners melding maken van zorgen over mensen in hun omgeving. “Het gaat bijvoorbeeld om mensen die eenzaam of onverzekerd zijn, om verborgen vrouwen of om mensen met een kwetsbare psychische gezondheid”, legt Maarten uit. “Er zijn nu verschillende meldpunten, die samen moeten komen op één integraal meldpunt.”

Verbinding zoeken

Ook het komende jaar zet Maarten zich dus weer in voor het werk waar zijn hart ligt: het helpen van kwetsbare doelgroepen in de samenleving. Maar eerst heeft hij nog een boodschap voor de komende kerstdagen: “Laten we vooral de verbinding met elkaar zoeken. Dan is er tijdens een heerlijk kerstdiner geen plaats voor polarisatie, maar gaat het over de waardevolle dingen van het leven. We kunnen elkaar heel goed het donker aanpraten, maar in deze dagen staat juist het licht centraal. Dat mag wat mij betreft het belangrijkste gespreksonderwerp zijn.”

Afbeelding
Maarten Tanis in gesprek met een verslaggever van RTV Rijnmond.