Afbeelding

Rob den Hertog ruilde mitrailleur in voor melkmachine: "Mijn hart ligt in de stal, bij de geiten"

"Wat me trok in het militaire leven is de uitdaging, en je bent lekker fysiek bezig. Maar ik wilde honderd procent overtuigd zijn dat ik op het goede pad was en dat ik dit de rest van mijn leven wilde doen. Werken bij defensie is niet echt een baan, maar meer een levensstijl." De overtuiging om door te gaan miste hij. Dus besloot hij na het voltooien van de VEVA-opleiding, een soort vooropleiding van defensie, niet verder te gaan in de krijgsmacht. "Ik moest wat anders verzinnen, maar ik wist niet wat." Daarom ging hij in de tussentijd fulltime bij de Mèkkerstee aan de slag. Voor hem zeker geen onbekend terrein: in de vakanties en op vrije zaterdag stak hij daar zijn handen al uit de mouwen.

Teamwork

Spijt om de mitrailleur in te wisselen voor de melkmachine kreeg hij niet, het defensiehoofdstuk is afgesloten. En toch… ergens trekt het stiekem wel een beetje. "Als ik die filmpjes zie, schiet het weer door me heen hoe gaaf het was." Sowieso kijkt hij terug op een goede tijd bij defensie. "De gedrevenheid en discipline spraken me daar erg aan. De trainingen hebben me wel gevormd en de lessen daaruit neem ik mee voor de rest van m’n leven." Even zoekt hij naar woorden. "De keuze was lastig, maar toch heb ik de juiste beslissing genomen. Het werk tussen de geiten is enorm leuk en ik dacht bij mezelf: waarom zou ik eigenlijk nog op zoek gaan naar iets anders?"

Hoewel hij al heel wat uren op de Mèkkerstee had gewerkt, was het toch even wennen aan het begin. "Meehelpen in het weekend is echt iets anders dan er zeven dagen per week mee bezig zijn. Je hebt een baan die nooit ophoudt; je kunt niet op vrijdagmiddag achteroverleunen en zeggen dat het klaar is." Daar ligt zeker wel een overeenkomt met het militaire leven? "Ik denk dat de grootste overeenkomst tussen militair en agrariër is dat beide al je tijd opeisen. Het zijn geen 9 tot 5-banen, maar is meer een levensstijl die al je inzet en motivatie vraagt. En natuurlijk ben bij allebei fysiek bezig. Groot verschil is de samenwerking. Bij defensie is het echt allemaal teamwork en moet je het met elkaar zien te rooien, terwijl als boer je vooral in je eentje met de dieren bezig bent." Al werkt de familie ook mee op de Mèkkerstee, dus misschien toch wel een beetje teamwork.

Kaasmakers

Wat vond z’n vader eigenlijk van de overstap? "Die heeft het altijd wel gestimuleerd. Er was rond die tijd ook iemand nodig, dus dat kwam mooi uit. Wel was de vraag hoe we het qua werkzaamheden gingen verdelen. Eerst zou ik me twee dagen per week bezig gaan houden met zuivel maken en de rest van de tijd in de stallen actief zijn. Uiteindelijk is dat bijna volledig in de stallen geworden, omdat daar m’n hart ligt. Je bent dichtbij de natuur, en constant met de dieren in de weer."

"Het leuke is ook dat je vanaf het begin tot het eind met het product bezig bent. Dat begint op het land, waarbij je zo goed mogelijk voer voor de geiten wil hebben. De kaasmakers kunnen echt verschil merken…" Het gesprek vindt buiten plaats, en opeens wordt de aandacht afgeleid door een roodborstje. Het normaal zo schuwe diertje hipt nu op nog geen meter afstand voorbij. Rob denkt even na en pakt dan de draad weer op. "De kaasmakers kunnen dus het verschil in voeding merken. Uiteindelijk willen we een zo goed mogelijk product in de winkel, en we merken dat klanten dat waarderen."

Eenzijdige kijk

Naast het werken met de geiten vindt Rob een van de mooiste dingen de maatschappelijke functie van de Mèkkerstee. Naast het bieden van dagbesteding ook de bezoekers iets bijbrengen over het boerenleven. "We geven mensen een inkijkje in het boerenleven en hoe een product tot stand komt. Je wilt ze laten zien dat we ons best doen en het welzijn van de dieren altijd in het oog houden. Je merkt dat mensen steeds kritischer worden, bijvoorbeeld als het gaat om dierenwelzijn."

Dat vormt een mooie bruggetje naar de boerenprotesten. Eerder in het gesprek gaf Rob aan ook politiek interessant te vinden. Dus: hoe denkt hij over de verschillende keren dat het Malieveld volliep met tractoren en boeren? Hij moet lachen. "Zelf heb ik er niet gestaan, maar zeker de eerste keren stond ik wel achter de actie. Je ziet dat er een eenzijdige kijk is op de agrarische sector, die niet met de realiteit strookt. Daarnaast wordt er veel te veel gepraat óver boeren, en niet mét boeren. Bovendien zie je de regeldruk steeds verder toenemen en de controles strenger worden. Je mist eigenlijk een stukje waardering."

Onder de loep

"Veel producten die nu in de Nederlandse supermarkt liggen, komen uit landen waar een stuk minder naar boerenwelzijn wordt gekeken. Ik hoop dat de regering meer gaat stimuleren dat we ons voedsel van eigen bodem halen. Op die manier kunnen we als land ook zelf voorzien in onze voedselvoorziening." Het is duidelijk dat het niet de eerste keer is dat de jonge boer over deze dingen nadenkt. "De uitdaging bij ons werk is dan ook om mensen in de stal mee te geven dat wij als boeren met liefde bezig zijn en ons inzetten voor de dieren. Als ze dat zien, waarderen mensen dat. Er is nu een kloof tussen de consument en producten, en het is een uitdaging om die bij elkaar te brengen. Sommige mensen zien boeren als vijand van de natuur, terwijl we juist met de natuur leven. We zijn er van afhankelijk."

Samengevat ziet Rob enkele donkere wolken boven de sector hangen. Sinds de uitbraak van de Q-koorts ligt de geitenhoederij ook onder de loep, merkt hij. "Het gevaar is dat alle wet- en regelgeving te veel energie gaat vragen." Ook komen er in Nederland steeds minder boeren bij. "Natuurlijk zijn er gelukkig ook nog een heleboel jongeren die de agrarische sector gaaf vinden. Maar die trekken misschien eerder naar het loonwerk of de akkerbouw. De veehouderij zie je echt afnemen. Vorige week hoorde ik nog een verhaal van twee broers, met 160 koeien, die het bijltje erbij neergooiden. Die zagen er gewoon geen toekomst meer in."

Lammertijd

Toch wil hij niet somber eindigen. "Samen met de hele familie zetten we ons in om zo goed mogelijk bezig te zijn en het bedrijf te runnen, met goede producten tot resultaat." Binnen de familie heeft iedereen zo zijn eigen rol. "Je ziet dat mensen erg geïnteresseerd zijn in het werk op de boerderij. Zeker als het bijvoorbeeld lammertijd is, is het hier altijd erg druk." Hij grijnst even. "En wat is er mooier als je mensen kunt laten vertrekken met een lach op hun gezicht?"

Afbeelding