Afbeelding
Foto:

Hang naar het verleden

Naar eigen zeggen heeft Frans Almekinders altijd de drang naar iets speciaals, iets dat niet gewoon is. Daarom kocht hij in 1974 een Opel GT. Daarna volgden een Datsun 240Z Fairlady en een Maserati Ghibli. “Een dure auto, veel te duur. Ik heb hem plat gereden tussen Oude- en Nieuwe-Tonge”, vertelt Almekinders over het Maserati-model dat de naam kreeg van een Noord-Afrikaanse woestijnwind.

Algauw na de total loss kwam er een Ferrari 308 GT4 Dino uit 1972. “Je trekt er veel bekijks mee. Iedereen maakt foto’s, het is ongelofelijk. Hoe hard hij kan? 240 kilometer per uur, het is maar een 6-cilinder hè… Die auto is net een skelter, hij maakt enorm veel herrie.”

Op de foto staat Almekinders nog naast zijn Dino, in de schuur van de meer dan vierhonderd jaar oude boerderij in Herkingen die hij samen met zijn vrouw bewoont. Maar nu is de Ferrari weg. “Hij staat te koop bij The Gallery in Brummen. Ik had hem veertig jaar en wilde wel eens wat anders.”

Rechts op de foto staat nog een oldtimer: een Alfa Romeo Spider uit 1969. “Die ligt nu helemaal uit elkaar voor een restauratie. Er komt een nieuw interieur in. In het verleden is er schade geweest, de auto is toen niet mooi gerestaureerd. Daar valt altijd je oog op als je timmerman bent…”

Het jaar 1969

Frans Almekinders houdt van auto’s met een mooie, tijdloze vormgeving. Moderne auto’s kunnen hem niet bekoren. “Sommige zijn ronduit lelijk. Het is in ieder geval eenheidsworst.” Daarom en vanwege de drang naar iets speciaals rijdt hij liever in een oldtimer. “Het is ook een hang naar het verleden, denk ik. Naar het jaar 1969, het jaar met de mooiste auto’s, de eerste vlucht van de Concorde en de Jumbo Jet, de eerste man op de maan en de beste muziek. Creedence Clearwater Revival: Proud Mary, Bad Moon Rising… Ik reed toen op een Zundapp. Die doet het nog steeds, net zoals mijn BMW-motorfiets uit 1953. Het is allemaal nostalgie.”

Frans Almekinders is de zeventig inmiddels gepasseerd. Maar hij is nog niet gestopt met zijn timmerbedrijf, dat hij vanaf 1983 runt. “Zonder website en zonder computer”, lacht hij. “Ik ben nu een wenteltrap aan het maken. Er zijn er maar tien in Nederland die zoiets kunnen… Er gaan veel uren in zitten. Verder doe ik het onderhoud gebouwen voor de theetuin van mijn vrouw.”

Of hij nog grote wensen heeft als het om oldtimers gaat? Almekinders noemt een Ferrari Daytona. “Maar die is helaas onbetaalbaar. 7,5 ton, dat is veel geld. Aan de andere kant geldt: het bezit van de zaak is het einde van het vermaak… Ik heb een dure hobby. Maar andere hobby’s kosten ook veel geld. Postduiven bijvoorbeeld…”


Tekst: Kees van Rixoort

Fotografie: Jaap Peeman