John Kremers, directeur-bestuurder van hospice Calando (Foto: Kees van Rixoort).
John Kremers, directeur-bestuurder van hospice Calando (Foto: Kees van Rixoort).

Twee keer een opnamestop én een sluiting

Tijdens de eerste coronagolf, in het voorjaar, regende het ziekmeldingen. Allemaal covid-19. “In een tijdsbestek van achttien uur meldden twaalf, dertien verpleegkundigen zich ziek. Vrijwilligers werden ook ziek. Met nog maar vier of vijf verpleegkundigen waren er onvoldoende mensen om zorg te verlenen. Daarom hebben we eerst een opnamestop doorgevoerd en is Calando kort daarna gesloten”, vertelt Kremers. “Het kon niet anders. Ook de Raad van Toezicht vond dat we moesten sluiten. Er was geen enkele discussie over.”

Door Kees van Rixoort

Het hospice in Dirksland is een week of vier dicht geweest: de hele maand april. Gelukkig was het niet nodig om de patiënten die er tijdens de opnamestop nog waren te verhuizen naar een andere locatie. Ze hebben hun laatste dagen kunnen doorbrengen in Calando voordat de deuren sloten.

Geen patiënten

Toen de medewerkers weer beter waren, kon het hospice weer open. “Maar toen bleven de patiënten weg”, zegt John Kremers. “Mensen ontliepen de zorg, huisartsen kregen te maken met veel minder patiënten. Daardoor nam ook het aantal doorverwijzingen sterk af. Wij hadden één of twee bedden bezet. Normaal zijn dat er vijf.”

Het is te begrijpen, geeft de directeur-bestuurder van Calando aan. Het hospice moest nu eenmaal ook allerlei maatregelen treffen om corona buiten de deur te houden, waaronder het beperken van het aantal bezoekers tot twee per dag per patiënt. Sterven in bijzijn van de familie kon alleen thuis.

Er was dus capaciteit over in het hospice. Capaciteit waarnaar ziekenhuizen op zoek waren. “Er was een zekere druk vanuit de regio om covid-19-patiënten op te nemen. Dat kon niet omdat we ook te maken hadden met reguliere patiënten en omdat we als hospice niet goed zijn geoutilleerd om zorg aan mensen met corona te verlenen.”

Begripvol

Langzaam maar zeker kwam Calando weer op gang. “Het is hartverwarmend om te zien dat het personeel en de vrijwilligers bereid zijn een stapje extra te zetten”, zegt Kremers. “Tegelijk loop je altijd achter de feiten aan: iemand zonder klachten kan namelijk ziek zijn en anderen besmetten. Heel lastig. Er kwam een soepel testbeleid: bij de geringste klachten gelijk laten testen. Daarnaast gebruiken we beschermingsmiddelen en hanteren we dus een stringent bezoekbeleid. De reacties zijn begripvol, zowel van de patiënten als de bezoekers.”

Grotere klap

Begin november trof de tweede coronagolf het hospice. “Dat was een nog grotere klap dan de eerste, want we dachten dat het achter de rug was”, blikt Kremers terug. “Verpleegkundigen die de dans in de eerste golf waren ontsprongen, werden toen ziek, evenals vrijwilligers en stagiaires. Onze drie patiënten op dat moment hadden ook covid-19. Dat hakte er flink in, maar we konden wel door blijven draaien.” Wel was de tweede opnamestop een feit.

Het jaar 2020 was voor Calando bizar en financieel rampzalig. “Nauwelijks omzet en dubbele kosten”, zegt Kremers. “Wel ontvangen we geld uit het Voorzieningenfonds en een calamiteitenbijdrage van de zorgverzekeraars, maar voor de NOW (Noodmaatregel Overbrugging Werkgelegenheid) komen we niet in aanmerking. Gelukkig wordt Calando fantastisch geholpen door de Flakkeese gemeenschap, zoals dat al 22 jaar gebeurt.”

Focus op zorg

Dat is positief, zoals er meer positiefs was in dit heftige jaar. Kremers noemt het afscheid van de vergadercultuur. “We hebben gemerkt dat de zorg ook doorgaat zonder veel vergaderen. De focus kwam meer te liggen op waar het om gaat: de zorg. Online vergaderen vind ik vreselijk, maar het is wel effectief.”

“Hoe het nieuwe jaar eruit zal zien? Ik durf geen voorspelling te doen. Ik hoop dat het vaccineren snel van de grond komt en dat we weer normaal zorg kunnen verlenen. Maar het kan goed zijn dat we nog tot de zomer moeten aanmodderen en improviseren…”