Afbeelding

De Eerste en de Laatste

Op het eiland Patmos klonken de volgende woorden van de Heere Jezus Christus aan de balling Johannes: ‘Vrees niet; Ik ben de Eerste en de Laatste.’ Maar ook in de eindtijd, en de eindstrijd, bewaart Christus de Zijnen. Tegelijk wordt ook zichtbaar hoe alle macht en kracht van de satan, de oude slang, verbroken wordt.

Staande op het zand van de zee mocht de apostel Johannes en mag de bruidskerk van Christus vandaag met hem uitzien naar de komst van de Bruidegom. Dan weer vrezend en bevend vanwege de ontzaglijke wereldgerichten, soms ook met opgestoken hoofd, omdat de verlossing nabij is. ‘En God Zelf zal bij hen en hun God zijn.’

Wat komt in dit dagboek aan de orde? Met name de minder bekende hoofdstukken 4 tot en met 22 uit de Openbaring aan Johannes. Per dag wordt een korte uitleg gegeven bij het Schriftgedeelte, maar ook een voorzichtige duiding van wat de Heere ons openbaart in dit laatste Bijbelboek.

Ds. B. Labee is predikant van de Gereformeerde Gemeente te Veenendaal. De schrijver geeft in Ten geleide een korte uiteenzetting van het hele dagboek. Ondanks dat het Bijbelboek voor 80 procent uit oordeel en gericht bestaat, mocht Johannes toch geloven dat de wereldgeschiedenis zó zal voortgaan. Terwijl Johannes alleen op het eiland Patmos verkeerde, werden in diezelfde tijd de christenen in Rome mishandeld, gediscrimineerd en voor de wilde dieren geworpen. Ook waren er zorgen in de zeven gemeenten, die een brief krijgen van de apostel en niet volmaakt waren in het leven der heiligmaking, trouwens ook Johannes zelf niet. Hoe moet het dan toch gaan? Toch mag de apostel te midden van dit alles zeggen: ‘Geen nood, want alles geschiedt naar de raad en voorkennis van de eeuwige God en Vader, Die alle dingen regeert.’ Met eerbied gesproken zal het de Middelaar niet uit de hand lopen.

De indringende vraag blijft voor ons allen over: in welke handen lig ik? In satans handen? Dan zullen zijn klauwen u pijnigen en doden, om u voor eeuwig te brengen in de plaats van ach en wee. Daarom is bekering noodzakelijk en zullen we moeten zoeken om onze ziel als een buit uit te dragen. ‘Zoekt den HEERE terwijl Hij te vinden is; roept Hem aan terwijl Hij nabij is’. Voor Gods kinderen is er troost. Ook in onze tijd, waarin wij leven en waarin deze oordelen bezig zijn zich te voltrekken. Welke troost? De troost die Johannes ondervond en we terugvinden in het antwoord op vraag 1 van de Heidelbergse Catechismus, namelijk: ‘Dat ik met lichaam en ziel, beide in het leven en sterven, niet mijn, maar mijns getrouwen Zaligmakers Jezus Christus eigen ben, Die met Zijn dierbaar bloed voor al mijn zonden volkomenlijk betaald en mij uit alle heerschappij des duivels verlost heeft, en alzo bewaart, dat zonder den wil mijns hemelsen Vaders geen haar van mijn hoofd vallen kan, ja ook, dat mij alle ding tot mijn zaligheid dienen moete; waarom Hij mij ook door Zijn Heiligen Geest van het eeuwige leven verzekert, en Hem voortaan te leven van harte willig en bereid maakt.’ Zo moeten alle dingen tot hun zaligheid dienen.

Een keurig uitgevoerd dagboek in paperback, 366 dagen, met een heldere inhoud en een lijn naar onze tijd, zonder te speculeren. Bij elke dag wordt een passende Bijbelgedeelte aan gereikt. Lees dat eerst en daarna de meditatie uit het dagboek. Van harte aanbevolen!