Wilco van den Brink (Foto: Sam Fish).
Wilco van den Brink (Foto: Sam Fish).

De voetballende kinderen maken een hoop goed

Van den Brink gaat over de voetbaltechnische zaken, is wedstrijdsecretaris en scheidsrechterscoördinator. En dan speelt hij ook nog in de selectie én traint hij de JO8. “Het afgelopen jaar zullen we niet snel vergeten als club, het is heel bijzonder geweest,” zegt hij.

Onderlinge wedstrijden

“Het was een bijzonder moeilijk jaar,” bevestigt Wilco. “De jeugd mocht nog wel blijven voetballen, maar ook zij mochten uiteindelijk geen wedstrijden meer spelen. We moesten dus echt gaan zoeken naar een manier om het leuk te houden voor de kinderen.”

De trainingen gingen door en op zaterdag werd er een wedstrijd element toegevoegd. “We hebben verschillende leeftijdscategorieën rondlopen. We hebben die spelers gemengd en daar diverse teams van gemaakt. Die hebben we tegen elkaar laten spelen,” legt Wilco uit. “Zo konden ze toch nog wedstrijden spelen. We hebben de uitslagen en gescoorde doelpunten ook bijgehouden. Dat leverde leuke reacties op bij de kinderen.”

Uitdagingen

Het lijkt er dus op dat het Wilco en zijn club best goed afging, maar dat is niet helemaal de waarheid. “De kinderen mochten nog best veel binnen de maatregelen. Daar konden we dus wel aardig wat voor doen. Maar voor de oudere sporters hebben we niets gedaan”, zegt hij teleurgesteld. “We wilden wel, maar ja, vanaf 18 jaar mag je met maximaal vier op een veld staan met anderhalve meter afstand onderling. Dan kun je niet veel en dan is het ook al snel niet leuk meer. Verder dan een beetje penalty’s schieten kom je dan niet. En we weten nog steeds niet wat we voor de oudere voetballers moeten doen. Dat is best frustrerend, kan ik je vertellen.”

Nu het land tot minstens 19 januari in lockdown is, blijft die frustratie nog even hangen. “We hebben vorige week gewoon gelijk de winterstop ingelast,” vertelt Wilco. “We gaan tot het nieuwe jaar het veld niet op en we gebruiken de kerstvakantie om nieuwe mogelijkheden te bekijken. Dan komen we in januari weer terug met leuke plannen voor de jonge spelers.”

Financiële klap

Maar het gaat niet alleen om het wel of niet mogen voetballen binnen de club. Eerder dit jaar werden alle horecagelegenheden gesloten in het land. Daar vallen ook de sportkantines onder en dat is juist waar de meeste inkomsten vandaan komen. “We hebben natuurlijk minder uitgaven, want we gebruiken minder gas, licht en water. We hoeven ook minder in te kopen. Maar ja, de trainers moeten betaald worden en de huur voor de velden wordt elke maand afgeschreven,” legt Wilco uit. “Voorlopig zitten we g oed. We hebben verschillende potjes waarmee we vooruit kunnen. En de leden betalen nog gewoon hun contributie, ondanks dat ze er bar weinig voor terugkrijgen. Maar ik hoop gewoon dat dit niet al te lang meer gaat duren. Want dit is niet goed voor de club, maar ook niet voor de mensen en de gezelligheid.”

Inderdaad, de gezelligheid heeft ook een strop gekregen. De sportkantine is namelijk ook het bruisende hart van een club. “Mensen komen hier voor de gezelligheid. Het is vaak hét sociale contact dat ze op andere dagen in de week zo missen. Ik hoop dat ze niet eenzaam thuiszitten en verdrinken in hun isolement. Maar ik hoop ook dat ze ook weer terugkomen als we eenmaal weer echt open mogen. De kans bestaat natuurlijk dat mensen ineens andere dingen gaan plannen op de zaterdag, die nog wel gewoon doorgaan in deze tijd, buiten de lockdown om.”

Het nieuwe jaar

Voor nu zijn alle spelers van de Oost Flakkeese Boys met winterstop. In de kerstvakantie wordt er gekeken wat er gedaan kan worden voor de jonge spelers. Maar de oudere spelers zullen nog steeds moeten wachten op versoepelingen van de overheid. “Steeds meer spelers moesten zich laten testen, dus het was de laatste weken ook voor de jonge spelers bijna niet meer te doen. Dat bracht veel onzekerheid met zich mee voor de teamgenoten,” laat Wilco weten. “Daarom hebben we besloten al wat eerder te starten met de winterstop. En het is te hopen dat we in januari weer verder kunnen.”

Het belangrijkste voor de spelers is het hebben van een doel. “Als team wil je ergens naartoe werken. Je wilt trainen voor een bepaalde wedstrijd of competitie. Die doelen hebben we nu helaas niet. Maar na de lockdown gaan we iedereen proberen zo goed mogelijk te motiveren om weer aan de slag te gaan. Al is het alleen maar trainen, dan is het aan ons om daar iets speciaals van te maken. We moeten dit samen doen en we kúnnen dit ook samen doen. Het vraagt alleen wat meer creativiteit. De onzekerheid maakt het ook lastig, want wat is de volgende stap van de overheid? Kunnen we na 19 januari inderdaad weer het veld op? Of wordt de lockdown verlengd? Het is echt een kwestie van afwachten.”

Plezier

Ondanks de planloze toekomst en het zelf niet kunnen spelen, heeft Wilco zeker nog plezier in zijn werk. “Je wilt van alles proberen, maar dat valt niet mee en dat is niet leuk. Maar dat het voetballen op deze manier niet leuk is, is voor mij geen reden om te stoppen,” benadrukt hij. “Ik doe veel voor de Oost Flakkeese Boys en ik vind het ook leuk om te doen. Voetballen is mijn lust en mijn leven. Ik zie deze tijd gewoon als een uitdaging. Wel een moeilijke uitdaging, maar stoppen is geen optie.”

Wat ook een hoop goed maakt voor Wilco is dat de jonge spelers nog mogen voetballen. “Natuurlijk is het jammer als je zelf niet kunt spelen, om anderen dan wel te zien spelen. Maar het maakt me tegelijkertijd ook heel blij. Het geeft me enorm veel vreugde om de jonge spelers over het veld te zien rennen. Daar kan ik echt wel van genieten en het is fijn om hen zo bezig te zien. Het is een kleine troost in deze tijd en het is fijn dat de velden nog gebruikt worden. Dat is het belangrijkste.”

Afbeelding
Afbeelding
Afbeelding