Kaft Statenbijbel met titelblad.
Kaft Statenbijbel met titelblad. Foto:

Een Statenbijbel met opmerkelijke gebeurtenissen

SOMMELSDIJK - In het streekmuseum van Sommelsdijk bevindt zich een aantal fraaie Statenbijbels uit vroegere eeuwen. De fraaiste ervan is een exemplaar uit 1730, uitgegeven in Dordrecht door Pieter en Jacob Keur.

Rinus van Dam - Streekmuseum

Het lijvige boekwerk is voorzien van een leren kaft en koperen sloten, die waarschijnlijk later zijn aangebracht. In Eilanden-Nieuws van woensdag 27 augustus 1952 wordt melding gemaakt van de schenking aan het streekmuseum door Cornelis Mulder uit Dirksland. De heer Mulder, in het dorp beter bekend als Cor Mul, was een begaafd instrumentenmaker (fijnsmid), die woonde aan het Achterdorp, en die menig kundig werkstuk op zijn naam heeft geschreven.

De eerste Statenbijbels verschenen vanaf 1637, nadat de Staten Generaal opdracht had gegeven in een nauwgezette vertaling te voorzien van de oorspronkelijke Hebreeuwse, Aramese en Griekse teksten waarin het Oude en Nieuwe Testament waren geschreven.

De titelpagina’s van oude Statenbijbels zagen er in principe uit als in dit exemplaar, zoals hier los op het kaft is weergegeven. Een andere bekende uitgever van Statenbijbels was Joh. Enschede uit Haarlem.

De Bijbel is gedrukt in Gotische letters. Het is waarschijnlijk even wennen om een tekst met Gotische letters vlot te kunnen lezen, maar met enige oefening leest het bijna net zo vlot als bij de drukletters die wij gewoonlijk gebruiken. In Duitsland werden tot ver in de 20e eeuw boeken en kranten met Gotische letters afgedrukt. Vooral in het nazitijdpek was men er dol op, waarschijnlijk vanwege de Germaanse oorsprong, dit in tegenstelling tot de letters die wij meestal gebruiken, het romeinse lettertype. Hier is uit deze Statenvertaling afgebeeld het bekende gedeelte van het evangelie naar Lukas, hoofdstuk 1, de verzen 9 tot 48, waarin de geboorten van Johannes de Doper en van de Heere Jezus worden aangekondigd door de engel Gabriël. De Bijbel bevat ook tal van platen met Bijbelse taferelen.

De Statenbijbel als kroniek

Wat deze Statenbijbel zo bijzonder maakt, is het feit dat twee gebeurtenissen op Flakkee kort voor en na 1800 hier als in een kroniek zijn vermeld. Op het voorste schutblad staat handgeschreven de volgende tekst:

“Op den 23 September 1818 is op Middelharnis justitie gedaan aan twee broeders, genaamt Leendert en Cornelis Wetsteen, den eenen is met de koorde gestraft en Kornelis is gegeeselt en gebrandmerkt.” De auteur van bovengenoemd artikel in Eilanden-Nieuws moest bekennen dat hij helaas niet wist welk strafbaar feit de beide broers hadden gepleegd. Dat stond op het schutblad dan ook niet vermeld. Inmiddels is nu wel bekend waarom Leendert werd opgehangen en Cornelis gegeseld en gebrandmerkt.
In 1815 had Leendert op een boerderij nabij Nieuwe-Tonge twee mensen vermoord. Cornelis was medeplichtig aan deze roofmoord die zijn broer had begaan. Leendert werd daarom gestraft “met de Koorde”, dat wil zeggen opgehangen aan de galg. Middelharnis had destijds het zogenaamde halsrecht en mocht dus ter dood veroordeelde misdadigers ophangen. In 1854 werden in Nederland de gerechtelijke lijfstraffen afgeschaft, met uitzondering van de geseling die in 1870 verdween. Het laatste doodvonnis door ophanging dat in Nederland in vredestijd werd voltrokken was in 1860 in Maastricht, waarna de doodstraf werd afgeschaft. In de jaren na de Tweede Wereldoorlog vonden nog executies plaats van oorlogsmisdadigers door het vuurpeloton. Voor het laatst was dat in 1952.

Op een schutblad achterin deze Bijbel staat een ander bijzonder feit vermeld:

“1799, den 23 September te Sommelsdijk afgebrant den tooren en kerke en 17 huyse soo verbrant als beschadigt. Den 22 dito Sondags na de middag nog in gepredikt over de tagtigste vrage uit de Heidelbergse onderwyser”. Volgen B. Boers in zijn boek Beschrijving van het eiland Goedereede en Overflakkee ontstond de brand in een nabijgelegen herberg. Hij maakt melding van 12 verbrande huizen en vier schuren. In 1807 was de kerk weer hersteld. De toren volgde in 1817, mede dankzij een gift van koning Lodewijk Napoleon, die er 2000 gulden voor over had. In 1821 werd het nieuwe Meere-orgel in dienst gesteld. Volgens geschiedschrijver ds. Boers geschiedde de opbouw van de toren en het herstellen van de kerk met dezelfde liefde voor de openbare godsdienst die de inwoners van Sommelsdijk had gekenmerkt in het jaar 1632, toen de dorpskerk de eerste keer door brand werd verwoest en enige jaren later, met inbegrip van het koor, weer hersteld. Helaas bleef dit laatste na de brand van 1799 achterwege. Het koor met zijn schitterend praalgraf van de familie Van Aerssen veranderde tot de huidige dag in een open kerkhof. Wat bleef was de bijna één meter dikke koormuur met steunberen, waartegen de huisjes die nu deel uitmaken van het streekmuseum waren gebouwd.

De Statenbijbel is te bewonderen in een vitrine van de afdeling klederdrachten van het streekmuseum.



De Bijbeltekst uit Lukas 1: 9-48.