Afbeelding
Foto: Wim van Vossen

Poppies Melissant produceert tweehonderdduizend soesjes per uur

In Melissant staat de fabriek waar Willem den Hertog ooit ijs produceerde. Later, toen Hertog IJs was verkocht en de ijsproductie verhuisde naar een andere locatie, maakte banketondernemer Brinkers er een soesjesfabriek van. Soesjes rollen er anno 2020 nog altijd van de band – in onwaarschijnlijk grote hoeveelheden – maar de producent heeft wel een andere naam: Poppies. Het Belgische bedrijf nam de fabriek aan de Ruijgenhil tien jaar geleden over.

In het logo van Poppies staat een klaproos. Die staat symbool voor de streek waar de oorsprong van het patisseriebedrijf ligt: het gebied rond Ieper in Vlaanderen. Het gebied waar heftige gevechten woedden tijdens de Eerste Wereldoorlog en waar de klaprozen bloeiden op de slagvelden en de oorlogsgraven. De Canadese legerarts John McCrae schreef er in 1915, midden in de oorlog, een ontroerend gedicht over: In Flanders Fields.

Industrieel

Mooi dat de families Popelier en Castelein dat symbool verwerkten in het logo van het bedrijf dat ze in 1976 startten. Daarmee verwezenlijkten ze de droom van bakkerszoon Luc Popelier om koekjes van hoge kwaliteit te bakken op industriële schaal. De fabriek kwam in Zonnebeke en dat is nog altijd de hoofdvestiging van Poppies.

Maar er is sinds 1976 veel veranderd. Er zijn joint ventures en fabrieken bijgekomen, niet alleen in België, maar ook in bijvoorbeeld Frankrijk, de Verenigde Staten en Zweden. In Nederland heeft Poppies drie vestigingen. Naast de voormalige ijsfabriek in Melissant bestaat Poppies in Nederland uit de locaties Bunschoten-Spakenburg en Born.

Poppies maakt onder anders koekjes, donuts, macarons, soesjes en eclairs, en verkoopt die over de hele wereld. In Melissant bestaat de productie grofweg voor 80 procent uit soezen en voor 20 procent uit eclairs. Af en toe, vooral in het najaar, maakt de fabriek ook bavarois.

Hygiëne

Een rondleiding is zonder meer een speciale ervaring. Het begint al met de hygiënemaatregelen: metalen sieraden af, sokken en witte schoenen aan, een witte jas over je kleding, een mutsje op je hoofd, handen wassen, handen desinfecteren, schrijven met een detecteerbare balpoint, nog een keer handen wassen en desinfecteren bij het betreden van de High Risk-ruimte, waar je over je witte jas een blauwe plastic schort moet dragen.

In de High Risk-ruimte is de hygiëne nóg belangrijker. "Dit is de injecteerruimte", zegt Anthony Vijfhuizen, die 12,5 jaar geleden als administratief medewerker in de fabriek kwam werken en nu manager finance & administration is. "Je mag het product in heel de fabriek niet aanraken."

Het product – lege soesjes – rolt via een lopende band de sorteermachine in. Poppies-medewerkers verwijderen de kapotte exemplaren en helpen de machine soms met het goed positioneren van de soesjes. Die positionering is belangrijk, want even verderop spuit de injecteermachine de vulling in het holle deegbolletje. Over die vulling zegt Vijfhuizen: "Dierlijke room, plantaardige room, een mix – wat de klant wil. We hebben een eigen roomfabriek, een fabriek in de fabriek, die de vulling maakt en ook levert aan zusterbedrijven. Wie onze klanten zijn? Supermarkten en groothandels over heel de wereld. Voor veel klanten maken we doosjes private label. Daarnaast verkopen we ook onder onze eigen naam."

Volautomatisch

Als de lege soesjes in de injecteerruimte komen, hebben ze al tientallen meters afgelegd. Nog niet als zodanig herkenbaar zijn ze begonnen in de beslagketel. Het beslag gaat volautomatisch naar de ovens. Poppies heeft er vier. In de ovens, voortgestuwd op een lopende band, transformeert het beslag in holle bolletjes. Er hangt een niet onaangename baklucht. "Het is nu wat rustiger", zegt Vijfhuizen terwijl hij langs de enorme ovens loopt, "na de zomer draaien we weer volle bak."

Na de High Risk-ruimte scheiden de volle soesjes zich richting twee inpaklijnen. Maar eerst gaan ze door de vriezer. Eén lijn verpakt de soezen in plastic zakjes en doosjes, de andere lijn alleen in doosjes. Ook hier geldt: het is maar net wat de klant wil. "Machtig mooi", vindt Anthony Vijfhuizen. Hij wijst de volautomatische verpakkingsmachine aan. "De robot weet wanneer er een zakje is en hij dus een doosje moet maken."

Verderop maakt een machine de doosjes dicht en print er een THT (ten minste houdbaar tot…). Die datum kan oplopen tot 24 maanden later. Dan volgt de weging – zit er 250 gram soesjes in het doosje? – en de metaaldetectie. Twaalf doosjes komen vervolgens samen in één grote doos met een etiket en een stapelrobot zorgt ervoor dat tweeënzeventig van die grote dozen samen een pallet vullen.

Chocolateerstraat

De pallets verhuizen per heftruck naar de opslag in het vrieshuis. Daar halen vrachtwagens ze op om ze naar de klanten van Poppies te brengen. Het is regelmatig een komen en gaan van vrieswagens aan de Ruijgenhil.

Voor klanten die hun soesjes of eclairs willen voorzien van een chocolade-coating, is er een aparte chocolateerstraat in de fabriek. In de chocoladeketels kan Poppies verschillende soorten maken, ook met stukjes noot bijvoorbeeld.

Bij Poppies in Melissant werken 65 mensen. Vóór 2010 waren dat er nog meer dan honderd. Maar door de automatisering en robotisering zijn er nu minder medewerkers nodig. Volgens Anthony Vijfhuizen woont zeker 90 procent van het personeel op Goeree-Overflakkee. Behalve arbeidskracht werkt Poppies vooral met producten van buiten het eiland. De benodigde enorme hoeveelheden room, ei, bloem en verpakkingsmateriaal zijn op Goeree-Overflakkee niet voorhanden. "Wat we lokaal kunnen kopen, doen we", zegt Vijfhuizen, terwijl hij een kopje koffie met een soes serveert. "We proberen ook samen te werken met de scholen. Die kunnen hier terecht voor een rondleiding. Zo proberen we de jeugd te interesseren voor een baan in de toekomst."

Afbeelding
Afbeelding
Afbeelding
Afbeelding