Waarom potlood?

Dat woord potlood bestond al eeuwen voor die houten schrijfstiften werden uitgevonden. Het betekende gewoon: grafiet, en dat is het nog volgens de grote woordenboeken. Er bestaat zelfs een werkwoord 'potloden', dat slaat op het poetsen (bijv. van die ouderwetse kacheltjes) met grafietpoeder. Dat mineraal grafiet werd sinds zijn ontdekking in 1664 al in Engelse pottenbakkerijen gebruikt om er o.m. vuurvaste smeltkroezen van te maken. Daar komt die aanduiding 'pot' vandaan. Doordat het grafiet destijds voor een soort lood werd aangezien, sprak men van lood. Nu is er in de 17de eeuw nog, bij gebrek aan beter, met echte loden stiften gekrast. Maar met grafiet bleek het ineens veel beter te gaan en als men die soort 'lood' in een smal houten kokertje deed, kon je veel mooier schrijven en tekenen. Zo kreeg de nieuwe uitvinding de naam 'potloodpen'. Grafietpen zou beter zijn geweest, maar potlood was toen de algemeen bekende benaming voor het grafiet. De laatste lettergreep is later afgesleten, zoals wij bij vulpenhouder gemakshalve de houder weglaten, en sindsdien hielden wij ons potlood over.