----- Original Message ---- From: Gold Apple Garden To: Meijlanden Sent: Sunday, October 12, 2003 05.45 Subject:

Hallo Willemijn,
Ik moet je wel gelijk geven: tradities vertellen veel over de samenleving. Maar zie ze niet te snel als ballast, want hoe meer je loslaat, hoe minder je overhoudt.
Er zijn tradities waar je houvast aan hebt (dat zijn je wortels) en er zijn tradities die je klem zetten (dat is de ballast, waardoor je niet kunt 'vliegen').
Wat je vertelt over je vriendin: ik kom ook uit een gemeenschap waar huwelijken door ouders geregeld werden. Dat zijn de tradities waar je alleen van kunt winnen als je jezelf buitensluit. Want verzet tegen dit soort tradities kost je je familie. Je stapt in je eentje buiten de kring en dat blijf je altijd voelen. Dat is een hoge prijs. Ik weet waar ik over praat. Het leven buiten de kring is ook zwaar, maar het is beter dan de vernedering iemands eigendom te zijn. Ik moet steeds aan je vriendin denken, ik wéét hoe ze zich voelt. Verlies haar niet uit het oog.
Van de Dutchies weet ik weinig. Ik heb bij Chiel nooit zo duidelijk gemerkt dat hij er bepaalde gebruiken op na hield. Wel moeten we bijvoorbeeld altijd aan tafel eten, hij zal nooit met een bord op schoot voor de tv zitten. En voor we beginnen, zijn we even stil; ik denk dat Chiel dan bidt. Hij zal ook nooit fastfood eten. Dat het traditie is om aan tafel met elkaar te luisteren naar woorden uit de bijbel, dat doet me ineens denken aan de beroemde Hollandse schilderijen die ik in het museum in Sydney heb gezien. Jullie vinden de bijbel belangrijk toch? Ik zou er niets op tegen hebben als Chiel dat hier instelde (al vraag ik me wel af wat Jim en Vinch zouden zeggen). Ik kan me Chiels reactie op het poesiealbum wel voorstellen. Tradities kunnen vaak geen andere aanpak verdragen. Dan hebben ze geen inhoud meer.
Als Chiel terugkomt, zal ik het hem eens voorstellen. Ik zie hem al kijken...
Hoe staat het met de appelpluk? Halen jullie er veel af dit jaar? Ik zou Chiel daar wel eens willen zien lopen, door het land waar zijn jeugd ligt. Of hij anders door het gras loopt dan hier… We missen hem, vooral Pollux. Die springt overeind bij elke auto die langskomt.

Effi

Chiel sluit met een rimpel in zijn voorhoofd de computer weer af. Dat zijn bepaald geen kletspraatjes tussen die twee! Het lijkt wel of Effi zichzelf meer bloot geeft via e-mail dan in de dagelijkse omgang. Ze heeft hem nooit verteld uit wat voor gezin ze komt. Dat ze geboren is op Sanghir, dat weet hij. Ze hebben er verschillende atlassen op na moeten slaan om het eiland te vinden.
Er is een zin die hem wat doet, die in zijn hoofd blijft zitten: 'De vernedering iemands eigendom te zijn. Ik weet waar ik over praat.' Heeft dat te maken met de nachtmerries? Het bezorgt hem een ellendig gevoel. Waarom heeft hij niet doorgevraagd? Het had gekund die keer, toen ze weer kalm geworden was en dicht tegen hem aan lag. Hij had gewacht tot ze in slaap viel, haar hoofd naast het zijne op hetzelfde kussen. Maar naast elkaar leven, blijft náást elkaar leven. In wezen alleen.
'Een hoge prijs.' Als Effi dat zo zegt, dan is dat zo. Hij gelooft het meteen. Het tekent haar reactie op het telefoontje van Catharina. Het pakken van zijn koffer. Haar zorg en de manier waarop ze zonder veel woorden zijn vertrek stimuleerde. Weer dat gevoel van tekortschieten. Het lijkt een scheefgetrokken verhouding; wat Effi betreft veel geven en er weinig voor terugkrijgen.
In een opwelling zoekt hij opnieuw de e-mail op de computer. Ze zal hém toch niet bedoelen? Hij speurt de regels af, maar nee, ze heeft het over verzet tegen familietradities, over jezelf buitensluiten. Dat staat buiten hun relatie, daar weet hij niets van. En toch bezorgt het hem een rotgevoel. 'De vernedering iemands eigendom te zijn.' Er zit een verhaal achter die woorden en hij weet niet welk. Had hij haar een vakantie aan moeten bieden om haar familie te bezoeken? Hij heeft nooit gemerkt dat ze daar behoefte aan had. Ze vertelde zo weinig en hij vroeg er niet naar. Hij weet niet eens hoe de gezinssituatie was, of ze broers of zussen heeft. De enige die soms ter sprake kwam, was haar grootmoeder. Zit hij zichzelf nu opnieuw vrij te pleiten? Hoe was Effi toen hij met haar kennismaakte? In het donker geworden kantoor leunt hij achterover op de bureaustoel.

Vier jaar had hij bij uncle Douwe en auntie Nel Talsma gewerkt. Daarna was hij zijn eigen gang gegaan. De overname van een middelgroot fruitbedrijf in Greytown. Oudere mensen die het werk niet meer aankonden. Geen gekke prijs. Hij had de gok gewaagd en was voor zichzelf begonnen. Appels wilde hij, appels had hij altijd gewild.