Maria's geloof

Maria is niet de centrale figuur in het Kerstgebeuren. Dat is het Kerstkind. In de christelijke traditie neemt de moeder des Heeren wel een belangrijke plaats in. Door de Rooms-Katholieke kerk overgewaardeerd en in Protestantse kring ondergewaardeerd. Misschien is her laatste een gevolg van het eerste. De Heilige Schrift besteedt uitdrukkelijk aandacht aan Maria. Vooral bij de aankondiging van de geboorte schildert Lukas breed de gevoelens van haar, die de Zoon van God zal baren.
Vooral de sobere maar opmerkelijke reactie van Maria is het waard om bij stil te staan in de adventstijd.
Mij geschiede naar uw woord, zijn woorden van intens geloof. Maria wordt ons daarin tot een lichtend voorbeeld!
Welke woorden worden hier bedoeld? Het is nog al wat. Maria in Nazareth krijgt onverwacht bezoek van de engel Gabriël door God gezonden. Dat op zichzelf is al een verrassing. Een engel, een boodschapper Gods, die haar deze eer aan doet. Want hoewel zij verloofd is met Jozef, een nazaat uit het geslacht van David. leiden beiden daar in Nazareth een onopvallend leven. Alles wijst erop dat er sprake is van vergane glorie. Wat er nog over is van koning David is alleen nog te vinden in de boeken, maar mist alle realiteit. Niet David' s grote zoon, maar de keizer van Rome heerst over Israël. Maar in Rome laat zich geen engel zien, hij komt in de nederige woning van Maria.
Want de Heere is hoog, nochtans ziet Hij de nederige aan (Psalm 138).
Maar een engel zien, brengt nog geen geloof. Hoogstens verbazing of schrik. Het gaat om de boodschap. de woorden die hij brengt. En die zijn zo mogelijk nog wonderlijker dan zijn opzienbarende verschijning.
Maria zal bevrucht worden en een Zoon baren en deze zal de troon van David in volle glorie weer bezetten. Hij zal groot zijn en Zijn Koninkrijk zal tot in eeuwigheid zijn. Zijn naam is al bekend: Jezus zal Hij heten.
Zonder nadere inleiding wordt Maria op de hoogte gebracht van het grootste dat zich denken laat. Niet alleen een kind te krijgen, maar Het Kind, dat alle geslachten der aarde gelukkig zullen prijzen. Is dat te verwerken door een vrouw (een meisje), dat (nog)geen man bekent? En wat te denken van de Heilige Geest. die haar zal overschaduwen? Er zijn voor Maria méér verstandelijke vragen dan antwoorden op deze woorden van God.
En wij, die op afstand staan van deze gezegendste onder de vrouwen. wij mogen met dit woord tot onszelf inkeren. Is Kerst, ontdaan van al haar overbodige franje, al tot ons doorgedrongen? De klank en de kleur van het Kindeke Jezus, de geboorte van deze Zaligmaker. Niemand kan om dit Kind heen. Hij is immers niet alleen het Kind van Maria. Want al was Jezus duizend maal geboren, doch niet in mijn hart dan is het al verloren.
Is dat niet te groot voor mij? Hij de Zaligmaker van al mijn zonden! Wat kunnen mensen daar mee tobben.
Let toch eens op Maria!
Goed, zij krijgt er nog iets bij, dat is waar. Een teken: wij zouden zeggen: een sacrament. Ook haar nicht Elizabeth krijgt een zoon. En dat zal geschieden op hoge ouderdom. En hoewel Maria dit nog niet ter ore kwam, kan zij zich nu daarvan overtuigen - en zij doet dat ook - als een bewijs van haar eigen zwangerschap.
Maria krijgt méér dan waarom zij vroeg: "Hoe zal dat wezen, dewijl ik geen man beken?" De vraag naar het wezen, de oorsprong van het wonder lag nader aan haar hart dan alle menselijke overwegingen. Geen wonder dan ook dat de Heere haar een menselijk (controleerbaar!) bewijs levert. Zij ontvangt een teken op haar geloof. En niet zoals Zacharias later een (stom) teken krijgt toebedeeld op zijn ongeloof.
Het wordt steeds duidelijker waarom deze vrouw "genade gevonden heeft bij God".
Allen, die Zijn genade mét een ontvankelijk hart zoeken, zullen haar gelijk Maria ook vinden. Maria ontving genade vóór genade.
En dan moet het hoge woord er uit: Mij geschiede naar uw woord. Er zijn geen vragen meer. En mochten die er toch nog zijn, dan worden deze overstemd door dit kinderlijke: mij geschiede!
Dit woord is wel genoemd het nieuwste en grootste dat een vrouw ooit gesproken heeft. Maria en Eva. Eva, de vrouw die geen dienstmaagd van God wilde zijn, die Hem wantrouwde en het na haar komende geslacht met zich sleurde in de rampzaligheid. Maria, die het wonder aanbidt en met een geopend hart en gesloten ogen de woorden van Gods boodschapper volgt en gelooft. Eva, die groot wil worden als God en Maria die klein is en haar God groot maakt. Van haar mag met recht gelden, wat Jezus later tegen de Kananese vrouw zei: O vrouw, groot is uw geloof!
Een vrouw als moeder van Jezus. die het ons ook toeroept, dat wie zó - door het Woord - op de Heere vertrouwt. nooit beschaamd zal worden.

Deze overdenking stond eerder in Eilanden-Nieuws van 18 december 1992.