Afbeelding
Foto:

Column: Het kalf en de put

Deze week werd helaas weer duidelijk dat deze opmerking helaas maar al te vaak hout snijdt en al heel lang aan dovemansoren is gericht. Het ernstige ongeval op de N59 waarbij een man van 36 jaar het leven liet, is daar een zeer pijnlijk voorbeeld van. De weg heeft al jarenlang de veelzeggende bijnaam ‘de dodenweg’, zoals een oud-Wegenwacht van het eiland al eens liet weten in een ingezonden brief over dit onderwerp. 'Al in 1983 ben ik door een krant geïnterviewd over de gevaarlijke situatie op de N59', schreef hij. 

De oproep om een rijbaanscheiding aan te brengen op de N59 klinkt dus al heel lang. Tot nu toe zonder resultaat. Wel ligt er de belofte om op het gedeelte van de provinciale weg tussen Hellegatsplein en de Schaapsweg de rijbanen te scheiden, maar die klonk in 2019. Het plan zou voor eind 2022 gerealiseerd moeten zijn. Heel positief zou je kunnen zeggen dat men nog een jaar heeft om de belofte waar te maken. Tja, kom daar maar eens mee aan bij de families van de slachtoffers die de dodenweg de afgelopen tientallen jaren maakte.

Je vraagt je ook af hoe moeilijk het kan zijn. In een Kamerstuk uit 2020 wees het Ministerie van I&W op het feit dat rijbaanscheiding op N-wegen weer andere problemen rond de verkeersveiligheid kunnen ontstaan. De belangrijkste: de rijbaan wordt smaller. Misschien simpel gedacht hoor, maar dan zit er toch maar 1 ding op? Rijbaan verbreden en die vangrail of dat betonblok ertussen.

Alle tegenargumenten voor rijbaanscheiding hebben vooralsnog een gemene deler: men vindt het gewoon te duur. Het verbreden van de N59 is kostbaar, zeker, maar een mensenleven ook. Door al zo lang niets te doen, wordt de indruk gewekt dat geld boven mensenlevens gaat. Hoe hard bestuurders ook roepen dat dat echt niet zo is.

Tot woorden overgaan in daden blijft de vraag hoeveel dodelijke slachtoffers er nog moeten vallen voordat de put die N59 heet gedempt gaat worden.