Zonder structurele Rijkssteun komt Transitievisie Warmte in de knel

In mei heeft de gemeenteraad het onderwerp al besproken en een eerste stap gezet naar een transitievisie. Daaropvolgend gaf het college de organisatie opdracht om een aanpak voor uitvoering voor de komende vijf jaar te formuleren. De Transitievisie Warmte gaat niet over welke woningen op welke wijze en wanneer aardgasvrij worden, maar kiest in overeenstemming met het raadsbesluit van 20 mei voor een sociaal/maatschappelijke geborgde aanpak. Goeree-Overflakkee kiest met deze Transitievisie Warmte voor een kwalitatieve aanpak boven een kwantitatieve aanpak.

Door Jaap Ruizeveld

Flinke discussie

Het ging overigens niet gemakkelijk in de discussies. "We moeten wel realistisch", zijn gaf Tuk (ChristenUnie) aan. "We kunnen niet doen of we op het eiland los zijn van deze wereld." Energietransitie is nodig, verwoordde Pijl (CDA). "Maar wij moeten wel ‘tijd kopen’ om in een tempo dat passend is aan de slag te gaan." Eijkenduijn (PvdA) noemde een drietal uitgangspunten die nodig zijn om draagvlak te kunnen creëren. "Het moet betaalbaar zijn voor onze inwoners, we moeten kwaliteit niet voor snelheid laten gaan en er moet financiële compensatie geboden worden aan kwetsbaren, omdat het ingrijpend is voor ieder huishouden."

Boter bij de vis

Van Alphen (EVV) wees op de financiële perikelen. "Boter bij de vis, een vage boodschap over rijksbijdragen moet wel concreet worden ingevuld. Gemeenten zijn steeds meer geld kwijt aan medebewind omdat veel taken worden overgeheveld." Rijerkerk (VVD) drong aan op zorgvuldigheid in het proces. "Er moet iets gebeuren, met inzet van zomin mogelijk fossiele brandstof." ABB (Van den Nieuwendijk) had zorgen over de draagkracht van bewoners bij de uitvoering. "Dat een andere vorm van verwarmen nodig is, dat is duidelijk maar hoe dat aan te pakken? We hebben te maken met rijksbeleid", stelde Heintjes (VKGO). Hij wees ook op het veiligheidsaspect bij uitvoering en het belang om te starten met isolatie van huizen. Het armoedebeleid werd door meerdere partijen genoemd in verband met de kostenparagraaf. Temporiseren, minder kernen tegelijk aanpakken, klonk het. "Pas op voor overschatting", waren waarschuwende woorden van C. Grinwis (SGP). Wethouder Both gaf aan dat bij de transitie zorgvuldig met elkaar moet worden opgetrokken. Zij begreep de zorgen die fracties uitspraken over de betaalbaarheid en stelde dat met wijkaanpak gekeken wordt welke mogelijkheden er zijn. 

Draagvlak

Om met inachtneming van mandaat en draagvlak duidelijkheid te geven over welke oplossing waar en wanneer wordt toegepast, moeten eerst samen met de lokale partijen plannen gemaakt worden, stelde de gemeente in haar voorstel aan de raad. De regierol die de lokale overheid hierin vervult is een sleutelrol en bepalend voor de ruimte die inwoners krijgen en de snelheid die zij vervolgens kunnen maken. In het - vanaf 2021 – doorlopend planningsschema wordt het Participatietraject Klimaatkrachtig Goeree-Overflakkee geschetst. Startend met de Kern Uitvoeringsplannen (KUP) voor Ooltgensplaat, Oude-Tonge, Stad aan ’t Haringvliet, Stellendam en Sommelsdijk.

Financiële Rijkssteun

Bij de financiële consequenties werd opgemerkt dat er een onderscheid is tussen bestaande taken waarbij de warmtetransitie een nadrukkelijker rol gaat spelen, en nieuwe taken. Wanneer het gaat om nieuwe taken, zijn deze gestart op basis van een budget uit de kadernota 2021 voor de komende jaren (175.000 euro per jaar) en een eenmalige uitkering voor de warmtetransitie uit de decembercirculaire van 2019 (250.149 euro). Dit laatste budget is nagenoeg op. De verwachting is dat de Rijksoverheid in 2022 uitvoering geeft aan de belofte om gemeenten extra tegemoet te komen in de uitvoeringslasten als gevolg van het Klimaatakkoord. In het raadsvoorstel plaatste het college echter de kanttekening dat zonder structurele middelen vanuit de Rijksoverheid in 2022 en in de jaren daarna het voeren van een structurele, kwalitatieve aanpak niet uitvoerbaar. Daardoor dreigt de voortgang van de opgave in samenwerking met externe partijen in gevaar te komen.