Vervolgverhaal - Het hart kent zijn eigen bitterheid - Els van Wageningen (55)

Pieter kwam met een lijkbleek gezicht de trap weer opgelopen toen Annet, wakker geschrokken door het tumult, met een betraand gezicht naar haar vader liep. Pieter nam haar in zijn armen en troostte Annet, terwijl Annie en Geertje de koffer zochten en inpakten.
‘Ik ben niet alleen,’ antwoordde Pieter over het hoofd van Annet heen. ‘Er zijn nog een aantal mannen uit onze kringen. Het schijnt een vergeldingsactie te zijn voor dat gedoe in Indië.’ ‘Maar wat daar is gebeurd, daar heb jij toch niets mee te maken?’ was de verbaasde reactie van Geertje en Pieter schudde zijn hoofd.
‘Sorry meisje, ik moet mij nu snel gaan aankleden', zei hij tegen Annet en gaf haar een kus op haar voorhoofd. 'Annie, wil jij het van mij overnemen?’ Terwijl Pieter de slaapkamer inliep om zich in zijn kleren te hijsen, pakte Geertje verder. Beneden in de huiskamer namen ze afscheid van elkaar. Eén van de mannen keek ongeduldig op zijn horloge en maande tot spoed.
Geertje nam het hoofd van Pieter in haar handen en met een door tranen omfloerste stem zei ze: ‘God is met je, waar je ook naartoe gaat. We zullen voor je bidden dat je weer snel bij ons terug mag zijn.’
‘Dank je wel, moeder,’ Pieter aarzelde even. ‘Wilt u een oogje in het zeil houden bij Annie en Annet, u weet...’ maar Geertje viel hem in de rede. ‘Niet ongerust maken, mijn jongen, ik zal zo goed mogelijk voor hen zorgen.’
‘Nu meekomen, het is tijd,’ blafte de man die de leiding had en Pieter werd ruw in de richting van de voordeur geduwd. Het zachtjes huilen van Annet ging over in een hysterische huilbui, zodat Annie niet de gelegenheid had om met Pieter mee te lopen. Geertje zag hoe Pieter in een autobus stapte en deze in het donker wegreed, op weg naar... waarheen? Zou ze haar enig kind ooit nog terugzien?

HOOFDSTUK 22

Verslagen zaten de drie vrouwen stil en in gedachten bij elkaar. Den Haag ontwaakte langzaam op deze oktoberdag, maar dat ging aan hen voorbij. De atmosfeer in huis benauwde Geertje en wat verlangde ze naar haar eigen huis, maar ze besefte terdege dat ze Annie en Annet niet in deze toestand achter kon laten. Ze zou het zichzelf nooit vergeven als er iets mocht gebeuren. ‘Moeder, weet u echt niet welke andere mensen in de autobus zaten?' Hoe vaak had Annie haar deze vraag al niet gesteld, maar Geertje schudde haar hoofd. ‘Het spijt mij, lieve kind, ik had alleen oog voor Pieter en heb niet zo op de anderen gelet. Het viel mij wel op dat er veel mensen in zaten, maar of het nu mannen of vrouwen waren, ik heb werkelijk geen idee.' Ineens schoot Geertje een naam te binnen. ‘Juffrouw Jannie, hoe laat begint haar werkdag?' Annie keek haar als verdoofd aan. ‘Juffrouw Jannie, u bedoelt de secretaresse van Pieter?'
‘Ja, die bedoel ik, zij moet toch het kantoor openen, de post sorteren en zo?’
‘Ik weet het niet.’ Het kwam er aarzelend uit. ‘Ik geloof een uur of acht, zij is er wel altijd eerder dan Pieter, want als eerste krijgt hij dan een kopje koffie.’
‘Heb jij een telefoonnummer van haar, dan kunnen wij haar bellen.’ Maar Annie schudde haar hoofd. ‘Ik weet het niet, moeder, ik heb ook geen flauw idee waar ik dat kan vinden.’ Geertje probeerde haar ongeduld te verbergen. ‘Het geeft niet, dan bel ik haar wel op kantoor en vraag haar zo snel mogelijk met de agenda hierheen te komen.’ Annie begreep niet wat haar schoonmoeder bedoelde en wat Jannie hier precies moest doen. Het zou allemaal wel goedkomen, als eerst Pieter maar weer terug was. Klokslag acht uur draaide Geertje het nummer. Er werd meteen opgenomen. ‘Goedemorgen, u spreekt met het kantoor van meester Reeringh,’ klonk de beschaafde stem van Jannie. Kort en bondig legde Geertje de situatie uit. ‘Kun je hier zo snel mogelijk met de agenda naartoe komen?’ ‘Ik begrijp nog steeds niet wat juffrouw Jannie hier moet komen doen,’ zei Annie, maar Geertje stelde haar gerust. ‘Wie weet hoelang Pieter wegblijft en ik vermoed dat hij morgen ook niet thuiskomt. De afspraken moeten worden afgezegd, wie weet heeft hij wel zittingen bij de rechtbank. Dat kan Jannie dan doen. Trouwens, wil je dat ik Peter bel? Of wil je dat liever zelf doen?’ Annie, die al blij was dat ze niet zelf hoefde na te denken over hoe en wat, liet alles gewillig aan Geertje over. Peter kon niets voor zijn moeder doen, maar hij beloofde dat hij aanstaand weekend naar Den Haag kwam. Hij zou dan tot maandagochtend blijven en in alle vroegte weer naar Amsterdam vertrekken. Dit niet alleen om zijn moeder en zus te ondersteunen, maar ook om zijn grootmoeder te ontlasten. Er kwam nu heel veel op haar schouders terecht en ook zij kon zijn steun wel gebruiken.
Juffrouw Jannie ging voortvarend te werk en Annie liet alles maar over zich heen komen. Als haar schoonmoeder zei dat het allemaal wel in orde kwam, wie was zij dan om hier tegenin te gaan? Halverwege de ochtend kon zij niet meer en met een aanval van migraine ging zij naar bed.
Annet trok zich ook terug op haar kamer, zodat Geertje alleen in de huiskamer achterbleef in afwachting van de secretaresse. In het begin van de middag keerde juffrouw Jannie weer terug en had heel wat te vertellen. Geertje vroeg zich verwonderd af waar zij alle informatie vandaan had gehaald, maar er naar vragen deed zij niet. Alle afspraken voor de komende veertien dagen van Pieter had zij afgebeld. Met belangstelling keek Geertje naar haar, zij was een heel ander type vrouw dan haar schoondochter.