Meditatie: Een veilige schuilplaats (slot)

Maar nu is het niet genoeg dat u weet dat er een Schuilplaats is. U moet er ook in verkeren. De tekst zegt: ‘is gezeten’. Dat doen we uit onszelf niet. Wij zwerven buiten die Schuilplaats. We horen er wel van, maar hebben Hem niet nodig. Dat komt omdat we de gevaren niet zien die ons bedreigen. Of, omdat we onze eigen schuilplaats hebben gebouwd. De schuilplaats van ons nette leven, van onze kerkgang. van onze indrukken. Maar dan vrees ik dat u de gevaren onderschat...
O, bedenk het toch: U bent in gevaar van verloren te gaan. Vraag of God u dat wil laten zien. Dan raakt u het vertrouwen op eigen schuilplaatsen kwijt. De bede wordt geboren: "Heere! Ik hoor van een Schuilplaats in het Evangelie. Maar ik ben zo'n melaatse, zo'n schuldige. Hoe kom ik in dié Schuilplaats?"
Weet u wat het wonder is? De Heere brengt u in die Schuilplaats. Hij schenkt geloof om tot die God te vluchten. Hij schenkt handen om die Schuilplaats te omhelzen. Hij schenkt voeten om tot die Schuilplaats te vluchten. Hij schenkt harten om zich aan die Schuilplaats over te geven...
En als dat dierbare geloof geschonken wordt, komt er weer vrede, rust en zaligheid in die afgetobde zondaarsziel. In die Schuilplaats heeft men geen last van Satan, zonde en schuld. Dan verkeert men in de nabijheid van de Almachtige, voor Wie niets te wonderlijk, geen ding onmogelijk en geen zaak hopeloos is. Ja, Die zó machtig is, om alle kwaad dat Hij hun in dit jammerdal toeschikt, tot hun nut te keren, omdat Hij de Almachtige èn de Getrouw is. Die nooit laat varen wat Zijn Hand begon.
Neen, het betekent niet dat Gods kinderen bewaard worden voor moeite, kruis en zorg. Hij geselt een iegelijk zoon die Hij aanneemt.

O, de dagen der duisternis kunnen zo veel zijn. Hij heeft gezegd dat de verdrukking niet achterblijft. “Enerlei wedervaart de rechtvaardige en de goddeloze". Ook Gods kinderen ondervinden de gevolgen van de zonde. Maar dit is het grote voorrecht dat ze mogen bezitten:

Hij is, al treft hen 't felst verdriet,
Hun Wachter, Die hun voet
Voor wankelen behoedt.

Hij blijft voor hen zorgen, ook als de dood hen uit dit aardse leven roept. Hij is en blijft hun Schuilplaats, als de laatste vijand hen bespringt. Hoe gelukkig is het volk, wiens God de Heere is. Zij zullen ervaren, al worden ze omringd door vijanden en vrezen ze door hen verslonden te worden:

Als ik, omringd door tegenspoed,
Bezwijken moet,
Schenkt Gij mij leven.

Dat leven, voortvloeiend uit de Levensbron, sterft niet in der eeuwigheid. Want Hij, Die het leven in stand houdt , is de Levensvorst én de Schuilplaats.
Die Schuilplaats wordt u verkondigd. Waarom gaat God andere jongeren en ouderen voorbij en laat Hij juist u en jou nodigen om tot die Schuilplaats te komen? Waarom klinkt juist tot óns de roepstem van het Evangelie? Verdiend hebben we het niet. Rechten bezitten we niet. Het is alleen onverdiende goedheid van God. O, dat de goedertierenheden des Heeren dan mogen leiden tot bekering. Verkeren onder de boodschap van genade is geen vrijblijvende zaak... De Heere komt terug op de aan ons verleende voorrechten...
O, zoekt de Heere en leef. Nòg wordt u geroepen, genodigd, gebeden. Vergeet het nooit dat ze ernstig en welgemeend zijn. Buiten déze Schuilplaats is er geen andere. Waar moet u Hem zoeken? In Zijn Woord. Dáárin is Hij te vinden. De Heere wijst jongeren en ouderen in deze ondergaande wereld - waar alles wankelt en grote zichtbare gevaren ons bedreigen - een Schuilplaats, waar veiligheid is.
Wat zal de toekomst ons brengen... Kernrampen, oorlogen, misdaden tegen de mensheid, en vele andere zaken bedreigen de samenleving. Als de secularisatie, de ontkerstening. de verlating van God en Zijn geboden doorgaat. hoe zal de wereld er dan over een aantal jaren uitzien? Zal er dan nog plaats zijn voor onze jongeren om God te dienen, zoals Hij het vraagt? Zal er nog de mogelijkheid zijn om onze roeping op Gods aarde te vervullen?
Toch, ondanks alle zorgen die het hart kunnen vervullen, mogen we zien op Hem, Die de Allerhoogste en de Almachtige is en blijft, ja, Die een Schuilplaats is. In die Schuilplaats zijn zondaren welkom. Die Schuilplaats staat dag en nacht open. Die Schuilplaats geeft absolute veiligheid, want ze is van God gegeven.
Ja. die Schuilplaats is God Zelf...
O, rust dan niet die Schuilplaats te vinden, want daar wordt alles gevonden wat nodig is: Een God voor het hart, een Borg voor de schuld, Brood om te verzadigen, Water des levens om niet, ja, een veilig en geldig paspoort om het hemels Kanaän binnen te treden...
En daar zijn geen gevaren meer! Daar zal de Schepper Zich verblijden in Zijn schepping en het schepsel zich eeuwig verwonderen in Zijn Schepper, Die Schuilplaats, Zon en Schild wilde zijn. Die verwondering wordt hier in beginsel geleerd.

Bent u al een verwonderaar?

De overdenking stond eerder in Eilanden-Nieuws van 25 augustus 1989.