Afbeelding
Foto:

Honden voor het leven

Arthur Japin vertelt in sobere, rake woorden het verhaal van zijn leven met honden. Dit doet hij aan de hand van de geschiedenis van Kellie, Trip en Basso, de viervoeters die een belangrijke rol spelen in zijn leven. De honden hebben hem min of meer opgevoed. Op school hoorde hij er niet bij en zijn thuissituatie was moeilijk. “Mijn vader paste niet goed in het leven. Dat neem ik hem niet kwalijk. Op een heel andere manier heb ik dat zelf namelijk ook. Daarom is een hond zo fijn, want een hond neemt je gewoon zoals je bent, ook als je nergens anders past.”

Levenslessen en ode 
Als kind krijgt Arthur zijn eerste hondje, Kellie. Daarna volgt Trip. De ouders van Arthur hebben regelmatig ruzie en hond Trip blijkt een grote steun voor hem in deze onveilige situatie. “Soms wist hij (Trip, JD) al wel een dag van tevoren dat er onraad dreigde. Hij leerde mij hoe je het gevaar kunt aanvoelen. Je kunt het horen in een stem en lezen uit gebaren, maar soms voel je het alleen als een trilling, iets wat zoemt, net onder je middenrif. Dat is handig, maar ook onrustig, want je bent een radar die voortdurend van iedereen de kleinste storing opvangt. Ik denk dat alle dieren dit hebben, en iedereen die door een dier is opgevoed.” (p.48)
In het verhaal wisselen een lach en een traan elkaar af. Levenslessen en grappige anekdotes rondom de drie totaal verschillende honden maken het geheel ontroerend, kwetsbaar en puur. De illustraties, afwisselend in zwart-wit en kleur ondersteunen het verhaal op een sublieme wijze. Geschikt voor kinderen en volwassenen. Om te lezen, weg te leggen en er later weer eens bij te pakken. Een teer verhaal over de kracht van kwetsbaarheid en hoop. En een vreugdevolle ode aan elke trouwe viervoeter.