Christus komt (1)
1. Een bemoediging voor Christus' kerk
Met de uitroep ‘Zie’ vraagt Johannes de aandacht van de christenen in Klein Azië. Zij moeten zich ook laten overweldigen door de zekerheid van het komen van Christus. Dit mag geen vraag voor hen zijn. Johannes ziet het hier voor zich. En dit is nu het grote doel van de geschiedenis. Dit is het waar het ook in de Openbaring te midden van alles om gaat: “Ziet, Hij komt met de wolken”. Dat is de samenvatting van de inhoud en tegelijk van de uitkomst. En daar zit alles tussenin. Wat er zich ook ontvouwt in de geschiedenis, welk beest er ook opkomt uit de aarde of uit de zee: heel de geschiedenis gaat heen naar Zijn komst. Dat is het enige wat overblijft.
Waar gaat het dus om in ons leven? Wel, de eerste oproep die tot ons komt is: ‘Zie het Lam Gods!’ Zoek met uw ogen Christus! Alleen als we Hem kennen, kunnen wij leven en eenmaal sterven. Maar daarna komt de oproep: ‘Ziet, Hij komt met de wolken’. Hij komt! Overdenk dat, verwerk dat, verwacht dat. Leef in dat licht uw leven, ook in de adventstijd die straks weer nadert.
En let nu ook eens op de tijdsvorm die Johannes gebruikt. Hij zegt niet dat Christus zal komen, maar dat Hij komt. M.a.w. Christus is al onderweg. Dat houdt in, dat alles wat gebeurt direct te maken heeft met Zijn onderweg zijn naar de dag van Zijn heerlijkheid. En zo zijn de ‘tekenen der tijden’ zaken die werkelijk Zijn komen begeleiden.
Hoe komt Hij? Met de wolken. M.a.w.: de wolken zullen Hem omringen. Dit heeft een speciale betekenis. Het gaat niet om de gewone wolken. Er zal geen wolk overblijven om de heerlijkheid van de Zon der gerechtigheid te temperen. Nee, deze wolken moeten verstaan worden tegen de achtergrond van het O.T., waar de wolken de zichtbare openbaring zijn van Gods aanwezigheid en majesteit. Denk maar aan de wolkkolom en aan de vuurkolom. Christus zal binnentreden op de aarde als de grote Overwinnaar.
Ziet, Hij komt met de wolken. Deze roep is de blijde boodschap voor en van de Kerk in de verdrukking. Hij is aan het komen tot verlossing en bevrijding. Hij zal satan en al zijn trawanten voor eeuwig verdelgen. Zijn komst is dan ook in alle opzichten tegengesteld aan het komen van de Antichrist en de Beesten. Die komen op vanuit de zee en vanuit de aarde. Zij komen van beneden, Christus komt daarentegen van boven. En daar is alles mee gezegd! En dat geeft al die aangrijpende beelden van de Openbaring een andere kleur. Voor de gelovigen mag gelden: "Als deze dingen beginnen te geschieden, zo heft uw hoofden op! Uw verlossing is nabij!"
Maar hoe moeten wij ons dat dan voorstellen? Wel, "En alle oog zal Hem zien". Christus zal zichtbaar verschijnen. Alle mensen zullen Hem zien. Dat geldt van heel de mensheid, vanaf Adam tot de dag van de wederkomst. U en ik zullen erbij zijn. Onze ogen zullen eenmaal de Koning zien! En dat letterlijk zien. Er staat immers niet: alle geest zal Hem zien, maar alle oog. Hoe zullen onze ogen dan staan? Verblijd of angstig?
Let wel, op zichzelf is dit ook voor Gods kinderen adembenemend. Deze Koning zien in volle heerlijkheid, dat is wat! Let maar op het vervolg van dit hoofdstuk, wat er gebeurt met Johannes die eenmaal gelegen heeft aan Christus' borst:
"En toen ik Hem zag, viel ik als dood aan zijn voeten".
Is dat niet de nood van de kerk van vandaag? Enerzijds horen wij zo weinig levend en levendig geloofsgetuigenis, maar anderzijds is er zo weinig beduchtheid voor Gods heiligheid. Dat is te wijten aan alle lauwheid en onverschilligheid. Maar het zal wat Zijn om Christus te ontmoeten!
Ja, en toch mag voor de Kerk Zijn wederkomst tot bemoediging zijn. Waarom? Omdat het waar is wat de engelen bij de hemelvaart gezegd hebben: Deze Jezus zal alzo wederkomen! Dezelfde komt terug als Degene met wie zij rondgewandeld hebben. Voor Zijn Kerk zal Hij dezelfde zijn. Dat mag Johannes ook ondervinden, want deze verheerlijkte Christus legt Zijn rechterhand op Zijn schouder en zegt tegen Hem "Vreest niet".
En zo mag Johannes weten hoe deze Christus staat tegenover Zijn Kerk. Hij komt om de Zijnen voor eeuwig te verlossen van alle vijanden.
Hij komt. Hoe dwaas als wij onze ogen nu alles laten zien; alle kanten oprichten, derhalve naar Hem. Zoek Hem te mogen zien als het Lam Gods, dan kunnen we Hem onder ogen komen en anders niet! Leef in het licht van die dag, want het zal zo erg zijn Hem dan als Rechter te moeten ontmoeten!
En U die Hem vreest, laat U hierdoor bemoedigen. Uw leven kan moeizaam zijn, maar dit zullen Uw ogen zien. Houdt dat in het oog. Aanvaardt omwille van dit gezicht dan alle moeite. Uw moeite gaat voorbij, weduwe. Uw verscheurde hart zal geheeld worden, moeder! Uw ogen zullen de Koning zien in Zijn heerlijkheid. Dat is werkelijkheid en dat wordt een werkelijk zien. Dat is zo zeker, dat ik tegen een blind kind van God mag zeggen: U zult Hem ook zien! Al zult U op aarde nooit wat kunnen zien: Hem zult u zien!
Deze overdenking stond eerder in Eilanden-Nieuws van 11 november 1988