Afbeelding

Opinie: Steeds meer jongeren hebben mes op zak

Hoewel de campagnenaam tenenkrommend slecht is (en vermoedelijk ook nog heel veel centjes heeft gekost), is het initiatief alleen maar aan te prijzen. Het messenprobleem onder jongeren begint namelijk steeds grotere vormen aan te nemen. Steekpartijen tussen jochies van 14 jaar zijn helaas al lang geen uitzondering meer. Denk aan de oproep die een Flakkeese moeder onlangs op Facebook deed, toen na een controle bleek dat veel jongeren een mes op zak hadden. Heel terecht merkte ze daarin op dat een mes bij je dragen simpelweg inhoudt dat de kans op een mes gebruiken steeds groter wordt. Een kleine ruzie kan dan zomaar ontaarden in een groot drama. Heb je geen mes op zak, dan kun je die ook niet gebruiken.

Waarom een mes?

Een zakmes bij je hebben hoeft natuurlijk helemaal geen probleem te zijn. Punt is echter dat jongeren niet meer een zakmes bij zich hebben omdat die van pas zou kunnen komen bij een klusje. Wel omdat ze zich onveilig voelen en een mes bij zich hebben om zich te verdedigen. En op straat werkt een mes bij je hebben statusverhogend. Zeker in groepen is dat van belang. Met name jongeren die niet mee kunnen komen op school of bij de sportvereniging, zijn hier extra gevoelig voor, zei criminoloog Jeroen van den Broek vorig jaar nog tegen de NOS. Met een mes verhogen ze hun status.

Wel of niet verboden?

Een zakmes bij je hebben is ook anno 2021 niet verboden. En natuurlijk mag je je nieuw gekochte mes of messenset naar huis brengen, daar krijg je echt geen bekeuring voor. Met name de locatie en de omstandigheden bepalen wanneer een mes bij je hebben een probleem wordt. Bij bijvoorbeeld horecagelegenheden, sportwedstrijden en op school is een mes natuurlijk niet nodig, en daarom ook verboden. Verschillende typen messen, zoals de genoemde stiletto’s, vlindermessen, valmessen en uitklapmessen die langer zijn dan 28 centimeter en/of meer dan 1 snijkant hebben, zijn in Nederland sowieso verboden.

Lastig probleem

De messenkwestie is helaas niet zomaar even op te lossen met een campagne. Jongeren vinden het steeds vaker normaal om een mes bij zich te hebben en dat hebben we met zijn allen laten gebeuren de afgelopen jaren. Bovendien -zo merkt een van de columnisten elders op deze pagina al terecht op- gaan jongeren die het gevoel hebben dat ze hun mes echt nodig hebben voor hun eigen veiligheid, die echt niet inleveren.

Toch moeten we ergens beginnen en deze campagne is alleen al daarom een goed initiatief. Thuis en op school goede voorlichting geven over het gevaar van messen is ook een goede stap. Laat jongeren zich maar meer bewust worden (desnoods met minder fraaie beelden) welke gevolgen iemand neersteken heeft. Kluisjescontroles op middelbare scholen en vaker fouilleren in gebieden rond deze scholen zijn middelen die minister Grapperhaus wel ziet zitten. Een totaalverbod op messen achtte hij vorig jaar dan weer niet ‘de oplossing’. Daar is op zich wel wat voor te zeggen, omdat je dan het spreekwoordelijke kind met het badwater weggooit. Maar nood breekt wet en een totaalverbod op messen als uiterste redmiddel kunnen we daarom niet uitsluiten. De levens van onze jongeren zijn daar te waardevol voor.