Meditatie: Als een kind (1)

Lukas vertelt ons in de perikoop waar de tekst staat een heerlijke geschiedenis. Vaders en moeders brengen hun kinderen tot de Heere Jezus. Je ziet het voor je. Daar zijn moeders met hun kleintjes op hun arm. Anderen hangen aan hun rokken. Vaders met de al wat grotere kinderen. Zij houden de hand van vader stevig vast. Zij zijn gekomen naar de Heere Jezus, opdat Hij die zou aanraken.
Het beste was voor hun kleinen niet te goed. Wat zouden ze gelukkig zijn als Hij hen de handen wilde opleggen en over hen wilde bidden. Zij werden gedwongen door het besef dat zij bij de Heere Jezus moesten zijn om het goede voor hun kinderen te ontvangen. Niet stil blijven zitten, maar naar Hem gaan. Hij die zieken genas, duivelen wierp Hij uit, en doden werden door Hem opgewekt.
Ouders, zoekt u ook het beste voor uw kinderen? U hebt wellicht alles voor hen over. U laat ook niets na om hen straks een goede plaats in de maatschappij te bezorgen. Dat mag en dat is goed. Maar vergeet het allerbelangrijkste niet. Laat voor de zorg voor het aardse leven, het geestelijke leven niet verdringen.
De catechisatie zal straks weer beginnen. De jeugdclubs gaan weer starten. Laat hen onderwijzen, zodat zij de rijkdom van de Heere Jezus mogen leren kennen.
De vaders en moeders brachten hun kinderen tot Hem. Maar wat werden ze teleurgesteld. De discipelen hielden hen tegen. Al die drukke kinderen, daar heeft de Heere geen tijd voor. Dat kinderachtige gedoe! Gelukkig, zij hebben niets te zeggen, maar de Meester. En Hij roept ze. "Laat de kinderkens tot Mij komen en verhindert hen niet, want derzulken is het Koninkrijk Gods." Hier worden de discipelen op hun nummer gezet. Hij wilde het juist andersom dan zij. En met strenge woorden heeft Hij hen bestraft. In Markus staat, dat Jezus het hun optreden tegen de kinderen zeer kwalijk heeft genomen. Wat doen wij? Brengen wij onze kinderen tot de Heere, zoals die vaders en moeders deden, of zijn wij als discipelen die hen tegenhielden en van Gods heilswerk nog zo weinig verstonden?
Doen we als de discipelen dan neemt Jezus het ons zeer kwalijk en zullen bestraft worden. Er was voor hun kinderen plaats bij de Heere. En Zijn liefdevol hart was voor hen open. Hij nam hen in Zijn armen en zegende hen. Wat schittert hier de liefde van God in Christus. Door Hem had de Vader alles geschapen, door Hem wilde Hij ook herstellen wat door de zonde van de mens verbroken was. Zowel de groten als de kleinen. En voor al de Zijnen, groot en klein, zal Hij straks als de grote Hogepriester Zijn bloed storten. Om aan Gods recht te voldoen.
Zo ontvangt de Heere Jezus de kinderen en zegent hen die tot Hem werden gebracht. "Laat de kinderen tot Mij komen en verhindert hen niet." Denk erom, leg hen niets in de weg. Maar de Heere Jezus zegt nog meer: "Want derzulken is het Koninkrijk Gods." En om dit woord te versterken, verklaart Hij, waarschuwend en met grote ernst, de tekst van deze meditatie "Voorwaar zeg Ik u: zo wie het Koninkrijk Gods niet zal ontvangen als een kindeken, die zal geenszins in hetzelve komen." Is de zaligheid dan alleen voor kinderen? Nee, het is voor allen die geloven, groten en kleinen.
Maar Hij zegt: derzulken: dat zijn zij die zijn zoals deze kinderen, is het Koninkrijk Gods. Hij stelt de kinderen zoals zij kwamen tot Hem als voorbeeld. Zoals deze kinderen zul je het heil van het Koninkrijk Gods ontvangen. Dit Koninkrijk van God is dat rijk, waarin God Zich wil verheerlijken in de volheid van Zijn deugden.
Hij zegent heel de wereld, want die is van Hem. Maar de heerlijkheid van Zijn Wezen is daar, waar Zijn Evangelie wordt geleerd en verkondigd en aangenomen. Daar heerst Hij als Koning, daar wordt Zijn genade en waarheid genoten.

Deze overdenking stond eerder in Eilanden-Nieuws van 16 september 1988.