Afbeelding

Monumentenserie deel 3: Kunstwerk op kademuur vertelt geschiedenis geplaagd dorp

Het kunstwerk, gesitueerd op de kademuur aan het haventje, verhaalt de geschiedenis van Ooltgensplaat. Deze begint meer dan vijfhonderd jaar geleden. Door inpoldering ontstaat er een eilandje van enkele vierkante kilometers land. In 1481 wordt besloten een kerk te bouwen, waarschijnlijk een eenvoudig houten gebouw. Eromheen was een marktplaats. Door de eeuwen heen valt het dorp regelmatig ten prooi aan overstromingen. Ook de pest en watergeuzen treffen het dorp. De laatste nemen de kerkschatten, inclusief kerkklok, mee als buit.

Nachtje slapen

Maar het dorp komt er weer bovenop. Het aantal inwoners groeit en de huizen worden steeds beter en mooier. Er komt behoefte aan een (prominent) raadshuis. De bekende Vlaamse bouwmeester Melchior van Harbach wordt aangesteld als bouwmeester. In 1616 wordt de eerste steen gelegd. Het raadshuis is hét pronkstuk van het dorp; de grootte mag best bijzonder genoemd worden, gezien het dorp op dat moment zo’n 700 inwoners telde. De afbeelding van het raadshuis heeft dan ook een prominente plek op de kademuur.

Ongeveer twee eeuwen – en heel wat rampen – later komt Nederland onder het gezag van Napoleon Bonaparte. Ook de inwoners van Ooltgensplaat gaat dat niet voorbij. Regelmatig komen er verzoeken om manschappen te leveren voor het leger van de Franse generaal. Daar voelt men over het algemeen niet veel voor, en dus zijn er veel onderduikers. Daarnaast verrijst er bij de Plaete een versterkt bolwerk: fort Duquesne, compleet met onderkomens en munitiemagazijnen. Doel is om een eventuele aanval van de Engelsen het hoofd te bieden en de mogelijkheden tot zeevaart af te sluiten. Napoleon zelf komt de werkzaamheden inspecteren in 1811, en blijft een nachtje slapen.

Overrompelen

Op verschillende plekken van het eiland zijn soldaten gelegerd, onder andere in het nieuwe fort. Een echte vijand heeft het fort nooit gezien. Toch is er wel om gevochten. In 1813 worden de Fransen namelijk verdreven uit Nederland en in december dat jaar besluiten enkele burgers en militairen van het eiland het fort te veroveren. Via een list weten ze binnen te komen en overrompelen de dertig Fransen die het fort moeten bewaken. Zij worden gevangengezet, waarna de brug van het fort wordt opgehaald. De Fransen buiten het fort verschansen zich in versterkingen rondom het fort en proberen het weer te heroveren. De inname gaat echter als een lopend vuurtje over het eiland en mensen trekken massaal richting Ooltgensplaat om hun eilandgenoten te ondersteunen. De volgende dag wordt er strijd geleverd. Na enig verzet geven de Fransen zich over, en de dag daarna verlaten zij voorgoed het eiland.

In de canon van Ooltgensplaat is tevens de weldoener van het dorp opgenomen. Het gaat om Pieter Bigge, waarnaar ook een straat vernoemd is. Het is een telg uit een geslacht dat sinds begin 1600 op Flakkee woont, hijzelf overlijdt al op 29-jarige leeftijd. Er is verder weinig over hem bekend, anders dan dat hij een heer van stand was en de opbrengst van zijn bezittingen naliet aan de armen in Ooltgensplaat en Den Bommel. De ‘Boedel Bigge’ bestaat nog steeds en nog altijd zijn er jaarlijks uitkeringen uit de opbrengst van zijn landerijen. Eerder dit jaar, driehonderd jaar na zijn dood, verscheen er een boekje dat nieuw leven werpt op het leven van Bigge.

Spuitverf

Zo staan er nog veel meer personen en gebeurtenissen verbeeld in de canon. Het kunstwerk wordt op Koninginnedag 2011 onthult door wethouder Dick van Puffelen van de toenmalige gemeente Oostflakkee. Het werk is gefinancierd door de provincie Zuid-Holland in het kader van het themajaar 2010 ‘Leve de vaarwegen en waterlinies’. Het werk bestaat uit grote en kleine Delfsblauwe ‘tegels’, waarop de geschiedenis van Ooltgensplaat zichtbaar is. Kaagman verdiepte zich met behulp van de inwoners eerst in het verleden van het dorp. De meest bijzondere momenten uit het verleden zijn door spuitverf vastgelegd op de kademuur. Het werk nodigt de bezoeker uit om even stil te staan en in gedachten te dwalen door de geschiedenis van het dorp.