Lunchroom en cadeauwinkel Entrez aan de Eendrachtstraat 45-47 te Middelharnis.
Lunchroom en cadeauwinkel Entrez aan de Eendrachtstraat 45-47 te Middelharnis.

Een vergeten (kerk)gebouw

In het jaar 1900 kreeg Hervormd Middelharnis een nieuwe predikant in de persoon van ds. J.H. Bruining, gekomen van Leerdam. De ethische prediking van ds. Bruining werd slechts door een deel van zijn gemeente gewaardeerd en men zei wel dat hij ‘iedereen in de hemel bracht’. Een ander deel van de gemeente had behoefte aan een prediking waarin de drie stukken van de Heidelberger Catechismus, de twee wegen en de ene Naam aan de orde kwamen, kortom een Schriftuurlijk-bevindelijke prediking. Het kwam zo ver dat velen elders gingen kerken, hoewel men toch Hervormd wilde blijven. Vanwege de honger naar de zuivere bediening van het Woord werden wegen gezocht om rechtzinnige predikanten uit te nodigen om doordeweeks te komen preken. Dat gebeurde regelmatig in het zondagsschoolgebouw op de dijk, dichtbij de grenspaal Holland-Zeeland tussen Middelharnis en Sommelsdijk, waar in die tijd ook politieke bijeenkomsten werden gehouden. Vanaf 1904 zien we regelmatig onder de rubriek KERKNIEUWS in de regionale weekbladen bijeenkomsten aangekondigd, waarin predikanten uit rechtzinnige gemeenten voorgaan. We noemen o.a. de predikanten Van der Valk, J. Boss, Rappard, Bokma, Dekking, Prins, Van der Wal, Noording, Boonstra, Batelaan, Dekker. Ook ds. Makkenze van de Ger. Gem. te Dirksland ging daar wel voor. Zo ontstond de ‘Vereeniging tot Evangelisatie’ te Middelharnis. Voorzitter was L. van der Weide, secretaris A. Vogelaar; de later bekend geworden oefenaar J. Vroegindeweij was bestuurslid.

Maas- en Scheldebode

De oprichting van de Vereniging tot Evangelisatie deed in Middelharnis de gemoederen soms hoog oplopen. In een poging meer begrip voor hun standpunten te krijgen, plaatste het bestuur op 3 maart 1906 een ingezonden stuk in de Maas- en Scheldebode. Deze streekkrant presenteerde zich in de kop als ‘antirevolutionair orgaan voor de Zuid-Hollandse- en Zeeuwse eilanden’. Uitgever was W. (en later: T.) Boekhoven te Sommelsdijk. Vanwege de felle toon die in de ingezonden stukken werd gebezigd (vooral in verkiezingstijd) werd de krant ook wel de Smaad- en scheldbode of Maatje Scheldsmoel genoemd. De krant verscheen van 1886 toto 1937. Op dit schrijven werd positief gereageerd door een inwoner van Middelharnis. Direct daaronder volgde echter een ingekomen stuk met felle kritiek van een diaken uit de Hervormde Gemeente te Sommelsdijk. Hij verweet met name de voorzitter dat deze aanzette tot twist, tweedracht, muiterij en scheuring en hij voorspelde dat er niets van al de door de bezwaarden geuite verwachtingen zou uitkomen. Af en toe werd hij zelfs zeer beledigend naar de voorzitter. Evenals de secretaris van de Vereniging tot Evangelisatie nam ook bestuurslid Jan Vroegindeweij het in een volgend nummer van de Maas- en Scheldebode voor de voorzitter op. Hij noemde in zijn ingezonden stuk de ethische en moderne predikanten in de Hervormde Kerk ‘halve-water-en-melk-leraren’. Ook meldde hij het getal van 48 getrouwe leraren die de Evangelisatie steunden. Over het op te richten Evangelisatiegebouw schreef hij: "Het bouwen gaat door en wij hopen dat het met Gods goedheid voltooid mag worden, tot spijt van de duivel en zijn dienaren, maar tot roem van Gods Naam en tot heil van de zielen, die naar Hem vragen." De redactie van de Maas- en Scheldebode maakte tenslotte een eind aan de polemiek rond de Evangelisatie te Middelharnis door geen ingekomen stukken over dit onderwerp meer op te nemen.

Een eigen gebouw

Ondertussen vorderde de bouw van een eigen ruimte om samenkomsten te houden. De locatie was aan het eind van de Eendrachtstraat. Het geld voor de bouw kwam overal vandaan, ook van buiten Middelharnis en het eiland. Bestuurslid Jan Vroegindeweij hield op verzoek van ds. Th.G.C. Rappard te Bergambacht in een kerkdienst daar ter plaatse een kort stichtelijk woord om de collecte voor de Evangelisatie te Middelharnis aan te bevelen. Zijn korte preek beviel de gemeente van Bergambacht zo goed, dat hij gevraagd werd nog eens terug te komen. Dit was het begin van Vroegindeweij’s loopbaan als zgn. oefenaar in de Hervormde Kerk. De tweede gemeente waar hij voorging was Gameren, gevolgd door vele andere. Zo preekte hij in plaatsen als Vlissingen, Enkhuizen, Almelo, Urk, Tilburg, Schiedam, Wageningen, Rhenen, Breukelen, Huizen, Zwolle en in tientallen dorpen en steden meer. Ondertussen werden de inwoners van het eiland via de Maas- en Scheldebode op de hoogte gehouden van de vorderingen van de bouw, die voorspoedig verliep. Zo werd op 4 augustus 1906 bekendgemaakt dat belanghebbenden vanaf die dag tot 15 augustus daaropvolgend dagelijks gelegenheid kregen tot het bezichtigen van de ruimte en het huren van zitplaatsen in het nieuwe vergaderlokaal. In de ‘Maas’ van 15 augustus 1906 lezen we onder het plaatselijk nieuws van Middelharnis: Zaterdag arriveerde met de boot een orgel ten dienste voor het Evangelisatiegebouw. Dienzelfden avond werd het nog bespeeld, ’t welk vele nieuwsgierigen naar het gebouw lokte. Hoewel het een prachtig instrument is, ook wat de muziek betreft, vreezen wij toch dat het niet zwaar genoeg van toon is, maar we kunnen ons als niet deskundigen op dit punt, vergissen. Orgelminnend publiek in Middelharnis kwam in diezelfde week wel bijzonder goed aan hun trekken. In het kerkgebouw van de Hervormde Gemeente te Middelharnis, dat op 24 juni 1904 bijna geheel door brand verwoest was en een jaar later weer geheel gerestaureerd was, werd op maandag 13 augustus 1906 door de fa. Maarschalkerweerd & Zoon te Utrecht ook een nieuw orgel opgeleverd.

Inwijding

Was het toeval dat op zondag 19 augustus dit fraaie orgel in een kerkdienst in gebruik genomen zou worden? Op diezelfde zondag namelijk zou ook het Evangelisatiegebouw ingewijd worden. Hierover lezen we in het Maasnummer van 22 augustus 1906 in de rubriek PLAATSELIJK NIEUWS, onder Sommelsdijk(!) het volgende, niet geheel objectieve bericht: Jl. Zondag werd het vergaderlokaal te Middelharnis als evangelisatielokaal ingewijd door Ds. Rappard van Bergambacht naar aanleiding van Psalm 121 : 1 en 2. Het gebouw ziet er van binnen aantrekkelijk uit. Uit een flink voorportaal gaat men én rechts én links naar binnen. De banken zitten gemakkelijk, staan flink wijd uit elkaar, en zien er eenvoudig doch zeer net afgewerkt uit. Het geheele inwendige is eenvoudig, doch lijkt alles zeer doelmatig. Een klein orgeltje begeleidt de zang, dat echter veel te zwak is, doch alles niet in eens; langzaam aan groeien de verbeteringen. Het lokaal was Zondag te klein om de schare te bevatten, en geen wonder, een prediker als Ds. Rappard hoort men niet alle dag. Wie weet, hoe dichtbij de tijd is, dat door de actie van de vrijmaking der kerken ook wij, die niet tot de Hervormde Kerk behoren, één van ziel en één in belijdenis, met één doop, één geloof, één liefdesnaam zullen vergaderen om beurten in de Geref. Kerk èn in ’t Vergaderlokaal. De Heere geve, dat we een zijn of worden om in ’s Heeren kracht te strijden tegen alle macht, die het op den ondergang van Christus’ kerk hebben gemunt. Trouwens de tijd rijpt.

Een opmerkelijke oproep

Dat niet iedereen blij was met het verrezen Evangelisatiegebouw, moge ook blijken uit een waarschuwende oproep in ‘De gereformeerde kerk’, jrg 19, no. 943, 01-11-1906, waarin een aantal Hervormde predikanten op het eiland Goeree Overflakkee de lezers opwekten om geen geld te geven aan collectanten die geldelijke steun vroegen voor het Evangelisatiegebouw. Zij vonden dit volstrekt overbodig daar volgens hen in zowel Middelharnis als in Sommelsdijk beslist rechtzinnige Evangelieprediking plaatsvond.

Kentering

In 1915 verkreeg ds. Bruining emeritaat en vertrok naar Utrecht. De kerkenraad nam het beroepingswerk ter hand. Nadat voor twee uitgebrachte beroepen (Ds. P. Kruijt van Gouderak en ds. H.H. van Ameide te Noordwijk aan Zee) bedankt werd, bracht men in februari 1916 een beroep uit op ds. A.F.P. Pop van Elden. Deze nam het beroep naar Middelharnis aan en werd op 21 mei 1916 aldaar door zijn tweelingbroer, ds. J.H. Pop uit ‘s-Graveland bevestigd. Ds. Pop werd de eerste Gereformeerde Bondspredikant te Middelharnis. Hij preekte bevindelijk. Zijn komst naar Middelharnis had als gevolg dat de bijeenkomsten in het Evangelisatiegebouw ophielden. Op zondag 14 mei 1916, dus een week vóór de bevestiging en intrede van ds. Pop werd voor het laatst in het Evangelisatiegebouw gepreekt. Ds. B. van der Wal uit Hoevelaken hield naar aanleiding van de 10-jarige arbeid der Evangelisatie een sluitingsrede. De collecte was bestemd ter bestrijding van het tekort op het gebouw. Het gebouw werd in 1920 verkocht aan de fa. Verkerke en Knöps, die er een bedrijf voor verkoop en reparatie van landbouwmachines en motorfietsen in vestigde.

Verguizing en verering

Niet iedereen in de Hervormde Gemeente van Middelharnis waardeerde de verschuiving naar rechts, die mede door de komst van ds. Pop was bewerkstelligd. Die verandering verliep dan ook niet zonder incidenten. De ruiten van de pastorie werden ingegooid en sommige zakenmensen die zich achter hun nieuwe predikant schaarden, moesten daarvoor tol betalen doordat ze klanten verspeelden. Van een meelevend boerengezin werd de boerderij in brand gestoken! Ds. Pop voldeed echter voor het grootste gedeelte van de gemeente heel goed. Het kerkbezoek nam enorm toe, zodat er zitplaatsen bij moesten komen. Hij had hart voor de jeugd en zijn optreden onder hen boezemde ontzag in. Bij de eerste kennismaking met catechisanten zou hij gezegd hebben: “Ik heet Pop, maar ik laat niet met mij spelen!”

Biologisch wonder

Er waren vanuit de gemeente ook veel blijken van waardering. Eén daarvan kan wel een biologisch wonder genoemd worden. Dr. J.L. Braber vermeldt in het boekwerkje 'Historie Nederlandse Hervormde Kerk Middelharnis' het volgende: Van de zes kippen die in het hok van het predikantsgezin zaten, werden dagelijks 12 en soms wel 20 eieren geraapt. Deze waren daar neergelegd door gemeenteleden die op deze manier hun waardering voor de predikant tot uitdrukking brachten.

Zwarte variant

Toen schrijver dezes onlangs bovenstaand staaltje van waardering aan een 97-jarige inwoner van Middelharnis vertelde, was diens reactie: "Ik kan het je nog sterker vertellen! Toen het op een zondagmorgen heel erg regende, zag ds. Pop zich genoodzaakt met de paraplu op naar de kerk te gaan. Na afloop van de kerkdienst was zijn paraplu verdwenen. In de avonddienst vermeldde de dominee dit vanaf de kansel en riep degene, die zijn paraplu meegenomen had op om de volgende morgen dominees’ paraplu maar over de muur van de pastorietuin te werpen. Zo kon hij of zij anoniem blijven. Wat schetste de verbazing van de predikant toen die maandagmorgen zijn hele tuin bezaaid lag met (zwarte) paraplu’s!" Met pretlichtjes in zijn ogen voegde onze informant er nog aan toe: "Ik sta niet voor de waarheid hiervan in hoor!" In 1918 vertrok ds. Pop naar Ameide, een gemeente achterlatend die ‘Hervormd-Gereformeerd’ geworden was.


Bronnen:

- Krantenbank Zeeland
- Streekarchief Goeree-Overflakkee
- Historie Ned. Herv. Kerk Middelharnis – J.L. Braber
- Digibron
- Oude Paden

Voor aanvullende gegevens s.v.p. contact opnemen met de samensteller, a.j.nelis@solconmail.nl.

Van kerkgebouw tot bedrijfspand.
Afbeelding
Ds. J.G. Bruining (1849-1922).
Ds. A.F.P. Pop (1884-1965).
De Evangelisatie.
J. Vroegindeweij Lzn. (1873-1953).
Afbeelding
Knöps in de jaren 60 van de vorige eeuw.
Oude foto van het Zandpad in Middelharnis. Het lage gebouwtje achter het meisje met de tas is het zondagsschoolgebouw. De paal op de dijk is de grenspaal Holland-Zeeland.
De waarschuwing van een groep predikanten in de Maas- en Scheldebode.