Groot contrast

In een ziekenhuis is het contrast soms ontzettend groot. Er zijn mensen die dankbaar zijn dat hun leven nog een aantal maanden verlengd kan worden middels behandelingen, maar er zijn ook mensen die het bestaan van hun leven het niet waard vinden. De afgelopen tijd ontvingen we meerdere mensen per week die liever niet meer hadden gehad dat ze leefden. En als de poging dan niet lukt, is de puinhoop immens: verbrijzelde benen, wervels die verpulverd zijn, bloedingen, enzovoorts. Van al deze mensen moeten foto’s worden gemaakt en we maken een CT van top tot teen. Vervolgens moeten ze vaak naar OK, waar wij ze opnieuw mogen helpen. Daarna begint een lange weg van revalideren, waar ook wij iedere keer in beeld komen voor de follow-up. Zo was ik een aantal weken terug aanwezig bij de opvang op de SEH, de OK en de eerste follow-up van dezelfde patiënt.

Een lange tijd terug werd ik op de PACU-unit geroepen om een foto te maken van een TS-patiënt. Ze had een zelfmoordpoging overleefd en kwam net van de OK. Voordat ik maar een stap had binnengezet, schold ze m’n huid vol dat ik weg moest gaan. Ze wilde niet geholpen worden. Ze was wilsonbekwaam verklaard, dus het moest toch gebeuren. Het was aan alles merkbaar dat ze heel verdrietig was. Ik probeerde het gesprek aan te knopen en al gauw was me veel meer duidelijk: verscheurd door verdriet van een geliefde en vervolgens in een isolement geraakt. Ik vertelde haar dat ze het waard is om geholpen te worden. Ze was het daar niet mee eens en met een scheldkanonnade van haar kant nam ik afscheid.

Deze mensen hebben liefde nodig in plaats van de dood. Zou het niet beter zijn als we in de zorg meer tijd zouden hebben om écht met mensen te praten? En die tijd krijgen we niet, maar moeten we die tijd dan niet gewoon nemen? Maar ligt daar niet een taak voor een ieder van ons? Laten we onze zelfzucht en egoïsme eens opzij zetten en werkelijk omzien naar elkaar. Zou de wereld er dan al niet een stukje beter uitzien?