Een bonte veestapel in Dirksland
AlgemeenDIRKSLAND - Met zestig koeien is Arno de Leede een kleine melkveehouder. Zijn veestapel is echter niet bepaald doorsnee. In Nederland behoren negen van de tien melkkoeien tot het zwartbonte Holstein-ras. De Leede heeft er ook een paar, maar verreweg de meeste koeien zien er heel anders uit. Het zijn Montbéliardes uit de Franse bergen en Zweedse roodbontrunderen én kruisingen, met elkaar en met Holstein-koeien.
Door Kees van Rixoort
Het levert een bont geheel op, al die verschillend gekleurde koeien. Witte koppen, gekleurde koppen, egaal zwart, helemaal rood, roodbont, zwartbont in alle mogelijke variaties: het ligt en loopt allemaal door elkaar heen. “Een mooi plaatje, hoor ik regelmatig”, zegt De Leede, die zelf na een jaar of zes, zeven wel gewend is aan de opvallende verscheidenheid.
Voorheen had hij, zoals bijna elke Nederlandse melkveehouder, louter Holstein-koeien, ook nog ettelijke jaren na de verhuizing vanuit de Krimpenerwaard naar de Onwaardsedijk tussen Dirksland en Sommelsdijk. “Maar dat ras loopt wat terug als je naar gezondheid en vruchtbaarheid kijkt. Daarom ben ik gaan zoeken en op een ander concept uitgekomen.”
Drie rassen