Afbeelding

Opinie: Laat de dialecten niet verloren gaan

Eerst maar even de nuances uit het onderzoek. Officieel behoren we tot Zuid-Holland en in die provincie gaat het in slechts 1,1 procent van de gevallen om een dialect. In Zeeland is dat echter 29,6 procent. En waar we geografisch gezien tussen beide provincies in liggen, geldt dat vermoedelijk ook voor het percentage mensen dat nog een dialect spreekt. Maar dat is echt een inschatting en niet gebaseerd op het CBS-onderzoek. Overigens is er voor de Zeeuwen werk aan de winkel: de overheid erkent het Zeeuws namelijk niet als officieel erkende regionale taal.

Zeer lokaal

Laten we inzoomen op Goeree-Overflakkee. Hoewel er tussen het Goerees en de Flakkeese varianten best veel overeenkomsten zitten, beide dialecten zijn immers gelieerd aan het Zeeuws, zijn er voldoende verschillen om ze apart te benoemen. Voor een overkanter lijken de dialecten allemaal op elkaar en is het best moeilijk te volgen. Wat overigens goed is om je als echte Flakkeenaar te realiseren, maar dat terzijde.
Een kleine duik in het Goerees en Flakkees leert dat zelfs tot op dorpsniveau en geloofsachtergrond verschil maakt wel dialect men spreekt. De katholieke bevolking van Oude-Tonge en Achthuizen spreekt Brabants-Flakkees, een variant op het Oostflakkees dat op de rest van het oostelijke deel van het eiland wordt gesproken, grofweg van Den Bommel tot Ooltgensplaat. Het Westflakkees is te horen op het middelste deel van het eiland, zeg maar tussen Stellendam en de denkbeeldige lijn Stad aan 't Haringvliet-Nieuwe-Tonge. In Goedereede en op Ouddorp spreekt men Goerees. Dat heeft te maken met de geschiedenis, want vroeger waren Goeree (ook bekend als Westvoorn) en Overflakkee twee aparte eilanden.

Ongemerkt meedoen

De ouderen op het eiland zijn in veel opzichten belangrijk en zeker geen ‘dor hout’, zoals enkele onverlaten durfde beweren toen bleek dat Covid-19 met name onder de ouderen veel slachtoffers maakte. Zoiets beweren is walgelijk, onmenselijk en gewoon grote kolder. Ouderen hebben wijsheid op het gebied van het leven en het geloof en zijn belangrijk in het overbrengen daarvan op jongere generaties. Alleen al daarom kunnen we ze niet missen. Het zijn vaak juist ook die ouderen die nog gewoon lekker Flakkees of Goerees praten. Daarmee zorgen ze voor herkenning van het dialect bij hun (klein)kinderen. De lokale taal wordt op die manier overgebracht op jongere generaties. Ook blijft het dialect daarmee in leven, omdat het gesproken wordt. Let er maar eens op: je gaat bijna automatisch mee in het dialect als je met (o)pa of (o)ma in gesprek bent. 

Tweetalig

Alle inspanningen ten spijt is het helaas wel zo dat het dialect langzaam maar zeker verdwijnt uit de lokale samenleving. De jongere generaties nemen de taal niet meer vanzelfsprekend over van hun ouders, zoals vroeger wel het geval was. De wereld werd een stuk kleiner vanaf het moment dat Goeree-Overflakkee ook per brug bereikbaar was. Jongeren gingen het water over naar school, waar men hun dialect niet meer verstond. Overkanters ontdekten op hun beurt de schoonheid en rust op het eiland, kwamen hierheen en ook dat had invloed op het lokale 'gesproken woord'.

Verschillende mensen zetten zich in om de dialecten op het eiland te bewaren voor het nageslacht. Stukken tekst in plat dialect en zelfs kinderboekjes met Flakkeese woordjes, er wordt van alles gedaan om de dialecten op het eiland in leven te houden. En dat is een goede zaak, want juist ook de taal hoort immers bij het culturele erfgoed. Moderne ouders voeden hun kind tegenwoordig tweetalig op. Dat is vaak Nederlands en een vreemde taal, maar dat kan natuurlijk ook Nederlands en Goerees of Flakkees zijn.