Column: Sokken

Behalve die van mijn jongste zoon. Daniël is namelijk kampioen in sokken kwijtraken. Dat komt vooral omdat hij halverwege de dag steevast één sok uittrekt en die achterlaat op de plaats waar hij op dat moment is, al dan niet met een achteloze zwaai weggeworpen. Waarom hij dat doet? Geen idee. Als ik het hem op de man af vraag, zegt hij schouderophalend dat het gewoon lekker is aan zijn voeten. U begrijpt dat ik overal enkele sokken in maat 35-38 tegenkom. Inmiddels weet ik al flink wat verstopplekjes. Onder de bank bijvoorbeeld, waar ik regelmatig even kijk voordat de stofzuiger iets opslurpt. Of tussen de kussens van de stoelen, want je moet je sok toch ergens laten als je even een filmpje op de iPad kijkt. Andere verdwaalde sokken liggen op de mat bij de voordeur, op de trap, achter de wc-pot of in de krantenbak. Door mijn sterk ontwikkelde speurneus, die overigens niets met de welriekende sokken van mijn zoon te maken heeft, vind ik zo de meeste exemplaren terug en liggen er toch hele paren in zijn kast.

Toch vind ik niet alle sokken. Toen we een tijdje geleden visite kregen, zorgde ik dat de woonkamer er spic en span uitzag. Voor het oog dan, omdat ik alle losse rommel in een krat in de garage had gezet en nog snel even een rondje met een fles schoonmaakspray had gemaakt. Trots op mezelf heette ik de visite welkom en liet hen plaatsnemen in mijn keurige zithoek. Toen ik de koffie met gebak had geserveerd en zelf ook ging zitten, viel mijn oog op de lampen boven de eetkamertafel. Over de rand van de linkerlamp hing, keurig gedrapeerd, een felblauwe sok met haaien erop, die me uitdagend aankeken. Gelukkig zat de visite met hun rug naar dit bijzondere stilleven. Toen ik voor het tweede kopje koffie naar de keuken liep, wipte ik bij de eettafel even op mijn tenen om geruisloos de sok van de lamp te plukken. Weer een plek om aan mijn checklist toe te voegen. En mocht u ooit op zoek zijn naar enkele sokken om handpoppen van te maken of uw spaargeld in te bewaren, weet u me te vinden.