Het oliekevermannetje (het mannetje heeft geknikte antennes).
Het oliekevermannetje (het mannetje heeft geknikte antennes).

Zeldzame oliekevers op Flakkeese dijken

De gewone oliekever kan een grootte bereiken van ruim 35 mm en scheidt bij aanraking een zeer giftige, olieachtige substantie uit. De kever is blauwzwart van kleur, vleugelloos en leeft onder andere van boterbloemen. De levenswijze is uitermate boeiend, oliekevers parasiteren namelijk op bijen. In Eilanden-Nieuws van 5 augustus 1994 stond een prachtig artikel over de levenswijze van de oliekever. Er werd echter onjuist verondersteld dat de kevers opgroeien in de raten van honingbijen. De keverlarven groeien namelijk op in de ondergrondse nesten van wilde bijen.

Ondergronds

Deze bijen nestelen graag ondergronds in kale grond op warme en droge dijkhellingen, waar ook de vrouwelijke oliekever gedurende enkele maanden 2.000 tot 10.000 eieren zal begraven. Wanneer de minuscule oranje larven uitkomen klimmen ze met duizenden omhoog naar de bloemhoofdjes en grassprieten. Daar proberen ze zich vast te klampen aan een passerende wilde bij, om zo mee te reizen naar de ondergrondse voorraadkamers. Per abuis grijpen zij zich vast aan alles dat langskomt: kevers, hommels, wespen, vliegen en de broeken van wandelaars. Slechts een enkeling zal daadwerkelijk in de voorraadkamer van een wilde bij terecht komen en uitgroeien tot een nieuwe oliekever.

Zeldzaam

De oliekever kwam ooit wijdverbreid voor in Nederland, maar is inmiddels zeldzaam geworden. De kevers zijn zo zeldzaam geworden omdat het landgebruik ingrijpend is veranderd. Voor 1950 was meer dan de helft van de graslanden kruidenrijk – er groeide een diversiteit aan planten tussen het gras. Het grasland zag er kleurrijk uit, bijvoorbeeld geel door boterbloemen. Als gevolg van de schaalvergroting in de landbouw is inmiddels nog maar een paar procent van de graslanden bloemrijk. Door intensief bemesten, maaien en begrazen groeit de grasmat dicht. Daardoor verdwijnen de planten tussen het gras met de daarmee samenhangende verscheidenheid aan dierenleven. Onze cultuurhistorische dijken en graslanden verdienen een duurzamere gebruiksvorm, om de oliekever, andere insecten en overige schoonheid van de Flakkeese dijken te behouden.

Onderzoek

In het Deltagebied zijn oliekevers nog slechts bekend van een handvol dijken. Om meer te weten te komen over het verspreidingsgebied heeft Joris Lugtenburg (20) uit Sommelsdijk in 2021 tijdens zijn stage bij EIS Kenniscentrum Insecten en Kenniscentrum Akkervogels een groot deel van de dijken op Goeree-Overflakkee afgestruind, op zoek naar kevers. Hij vond ze aan beide kanten van het eiland op dijken langs het Haringvliet en de Grevelingen. Deze dijken grenzen aan grootschalige natuurterreinen, waar nog voldoende bloemaanbod is voor wilde bijen. Ook is beoordeeld welke dijken nog aantrekkelijk zijn als leefgebied voor planten en insecten. Het blijkt dat een kwart nog in aantrekkelijke staat verkeert. Het rapport wat hij hierover schreef is te lezen op de website van EIS Kenniscentrum Insecten onder het kopje ‘publicaties > rapporten’.

Het oliekevervrouwjte.
Afbeelding