Marianne van Dijke-Droogers geeft les op de Prins Maurits in Middelharnis (Foto: Erwin Guijt).
Marianne van Dijke-Droogers geeft les op de Prins Maurits in Middelharnis (Foto: Erwin Guijt).

Docent Marianne van Dijke van de Prins Maurits promoveert

Algemeen

MIDDELHARNIS - “Mijn passies zijn onderwijs en wiskunde. Ook in die volgorde, denk ik”, lacht Marianne van Dijke-Droogers. Ze is docent wiskunde op de CSG Prins Maurits en recent promoveerde ze aan de Universiteit Utrecht op een onderwerp dat met de beide thema’s te maken heeft. Nu is ze doctor. Hoe voelt dat? Met een stalen gezicht: “Echt totaal anders.” Om dan in de lach te schieten: “Nee hoor, ik ben blij dat ik op een goede manier het traject heb kunnen afronden. De titel is nog onwennig.”

Door Erwin Guijt

In 2010 begon Van Dijke, nog tijdens haar studie, op de PM als docente wiskunde. In 2015 rondde ze haar master wiskunde cum laude af. “Daarna had ik nog niet het gevoel dat ik uitgestudeerd was.” Ze kwam uit bij het onderwerp statistiek. “De wiskunde is een vrij abstract iets, terwijl statistiek dicht bij de maatschappij staat. In de wereld om ons heen kun je dat overal terugvinden, zeker de afgelopen anderhalf jaar. De kranten stonden vol met allerlei statistieken.” Leerlingen moeten kritisch kunnen zijn op statistieken, vindt Van Dijke. “Die cijfers zeggen niet altijd alles. Er zijn vaak kanttekeningen te plaatsen. Ik wil leerlingen leren om daarmee om te gaan.”

Zakje snoep

Ze haalt een zakje snoep uit haar tas. Het is gevuld met gekleurde snoepjes en heeft een doorzichtige voorkant. Aan de hand daarvan legt ze uit hoe steekproeven werken. “Als je nu gaat kijken hoeveel rode snoepjes je ziet, is dat een bepaald aantal. Dan kijk je naar het totaal aantal snoepjes en weet je dus verhoudingsgewijs hoeveel snoepjes rood zijn. Er zijn bijvoorbeeld 22 snoepjes, waarvan de helft rood is. Maar je kunt ze niet allemaal zien. Als je de zak even schudt…”  - ze voegt meteen de daad bij het woord - “… dan zie je dat je nu een andere variatie hebt. Dus kom je tot een andere conclusie. Daarom zijn statistieken op basis van steekproeven nooit 100 procent betrouwbaar. Dat is eigenlijk het idee.”

Bevlogen gaat ze verder: “Ik wil graag aan leerlingen uitleggen waarom bepaalde dingen zo werken, en dat spelenderwijs doen. Als kennismaking met de statistiek, zogezegd. Alle regels en dergelijke komen in de bovenbouw wel, maar dan snappen ze de gedachte erachter. Dat was het doel van de thesis.” Die schreef ze alleen, maar ze had wel regelmatig contact met verschillende internationale wetenschappers die elkaar van de voortgang op de hoogte hielden. “Het thema is erg actueel, in Australië zit het nu bijvoorbeeld standaard in het curriculum.”

Poespas

Ze ontwierp een soort lessenserie om te kijken of haar idee in de praktijk zou werken. Op verschillende klassen in Nederland werd het uitgerold, met in totaal een kleine driehonderd leerlingen. Met positief resultaat. “Het geeft inzicht in wat leerlingen meenemen. Dat is heel waardevol. Zelf ga ik dit zeker gebruiken in mijn lessen, en ik ben ook aan het kijken of dit landelijk onderdeel van een methode zou kunnen worden. Mede op verzoek van de Prins Maurits ga ik bovendien nog door met een vervolgonderzoek op het gebied van academische denkvaardigheden.”

Sowieso ervaart ze een goede ondersteuning vanuit de school. “Naast de steun en aanmoediging vanuit de directie is het ook leuk om meelevende collega’s te zien. En natuurlijk de enthousiaste leerlingen!” Een aantal (oud-)leerlingen en collega’s zijn dan ook mee geweest naar de officiële ceremonie, die met een hoop poespas en tradities gepaard gaat. “Ik heb ervan genoten. Nu dit is afgerond, kan ik me focussen op het vervolg. Het is goed je te blijven ontwikkelen.”