Afbeelding

Voor u gelezen: Geloof en verstand in de wetenschap

In ‘Alle verstand te boven’ verwoorden 22 wetenschappers hoe ze tot geloof kwamen, en hoe hun persoonlijk geloof zich verhoudt tot het uitoefenen van hun vak.
De academische wetenschappers, acht vrouwen en veertien mannen afkomstig uit uiteenlopende vakgebieden en kerkgenootschappen, vertellen elk een heel persoonlijk levensverhaal. Ze beschrijven hun jeugd, studie, werk en hoe hun geloof zich in de praktijk verhoudt tot de wetenschap die ze beoefenen.
De 22 auteurs variëren in leeftijd van beginnend universitair docent tot emeritus hoogleraar en zijn afkomstig uit Nederland en Vlaanderen. Onder hen zijn ook een aantal migranten die als wetenschapper in Nederland kwamen werken. De vakgebieden zijn heel divers – van astronomie en godsdienstpsychologie tot neurowetenschappen en van biomedische technologie tot Kerkelijk Recht.

Rode draad 

De verhalen zijn naast persoonlijk heel divers van inhoud. Wat opvalt bij alle verhalen is de passie voor het vak. Op een boeiende manier leggen de auteurs uit hoe vaak al in de kinderjaren de kiem werd gelegd voor een loopbaan als onderzoeker en wetenschapper.
De rode draad in deze bundel is dat alle auteurs een hartelijk geloof belijden in de Schepper van hemel en aarde. Je proeft iets van de verwondering over de enorme complexiteit van onze werkelijkheid en hoe deze zich verhoudt tot het geloof in God.
De meeste wetenschappers die een bijdrage leverden aan deze bundel kregen een christelijke opvoeding. De geloofsvragen die zij kregen tijden hun studie en loopbaan als wetenschapper maakte hen sterker in de verbinding en het geloof in God. Ook de vraag hoe zij zich bewegen en staande houden in een seculiere omgeving komt aan bod. Wederzijds respect en in gesprek blijven met elkaar blijken ook in de wetenschappelijke setting sleutelwoorden te zijn.

Geloof en wetenschap 

Een voorbeeld van een wetenschapper die tijdens zijn werk tot geloof kwam is dat van Emanuel Rutten (1973). Hij is als filosoof en onderzoeker verbonden aan de afdeling Wijsbegeerte van de Faculteit der Geesteswetenschappen aan de Vrije Universiteit Amsterdam. Emanuel vertelt: “Lange tijd ging ik ‘Godloos’ door het leven. In de jaren dat ik in Delft technische wiskunde studeerde was ik dermate areligieus dat ik mezelf niet eens atheïst noemde. Wie zichzelf expliciet atheïst noemt vond ik al te betrokken bij het thema religie.” Wie verder leest krijgt een persoonlijk verslag van een intense zoektocht die via wiskunde en de Griekse filosofen eindigt bij de Bijbel. “Mijn geloofsleven begon dus met het in het diepst van mijn ziel aangegrepen worden door het optreden, de uitspraken en de sublieme gestalte van Jezus van Nazareth. (…) En in al die jaren daarna ben ik nimmer meer iets tegengekomen dat krachtiger en verhevener is dan Zijn woorden en handelen.”
De persoonlijke verhalen geven weer hoe geloof en wetenschap samen komen in de levens van de betrokkenen. Waar liepen ze tegenaan tijdens hun studie of werk? Hoe bepaalde het geloof hun studiekeuze of loopbaan? Hoe gingen ze om met ingrijpende verliezen in hun persoonlijk leven? De eerlijke verhalen gaan lastige (geloofs-)vragen niet uit de weg. De titel verwijst naar Filippenzen 4:3 waar gesproken wordt over de vrede die alle verstand te boven gaat. Deze bundel is het vervolg op het boek ‘Geleerd en gelovig’ (2008).