Afbeelding
Foto:

Neem en lees: Ik ben het, Die met u spreekt

De auteur laat zien met hoeveel wijsheid en liefde de Heere door het onderwijs van Zijn Geest zielen trekt uit de duisternis tot Zijn wonderbaar licht. Ds. G. van Manen is predikant van de Gereformeerde Gemeente te Elspeet, en stond daarvoor in Middelharnis.
In twintig hoofdstukjes gaat de schrijver de geschiedenis van de Samaritaanse langs en laat ons de oneindige liefde van de Heiland zien. Een enkele passage uit 'Ten geleide.'
Ds. Van Manen zet bijzonder in en laat zien hoe Christus deze vrouw ontmoet: ‘Daar staan ze, tegenover elkaar. Een Joodse Man en een Samaritaanse vrouw. Hoe heet deze vrouw eigenlijk? Ik weet het niet. Het is een naamloze, maar ze wordt opgezocht, omdat ze van eeuwigheid verordineerd, gekend en geliefd is, en in de tijd geroepen, gerechtvaardigd, geheiligd en verheerlijk wordt.’

Deze vrouw heeft zichzelf van alle uitnemende gaven beroofd en is geheel ellendig geworden. Deze vrouw is al haar eer kwijt. Vijf mannen heeft ze gehad, en nu woont ze samen. De man met wie ze woont, is haar man niet… Diep gevallen, van alle luister ontdaan. En nu gaat God haar opzoeken en verheerlijken. Hoe kan dat nu? Omdat de heerlijke Zoon van God op deze vervloekte aarde wilde afdalen en de ontluisterde menselijke natuur wilde aannemen. Daarom is Hij vermoeid en zit Hij naast de fontein, de bron van Jakob. Daar zit Hij, ontdaan van alle luister, Zijn Goddelijke heerlijkheid verborgen achter het voorhangsel van Zijn menselijke natuur. En, daar bij de Jakobsbron, gaat Hij deze vrouw ‘een naam geven, beter dan der zonen en dan der dochteren; een eeuwigen naam’ zal Hij haar geven (Jes. 56:5).

Dominee Van Manen volgt Johannes 4 op de voet en heeft bij elk onderdeel een opschrift geplaatst, zodat het geheel voor ons duidelijk wordt. Zo maar een enkele titel: Geef Mij te drinken, een verborgen Bron, een eeuwig springende fontein, een verlegen vraag, een ontdekkend antwoord, een onderwijzende les, de openbaring van Christus, zij kwamen tot Hem, de spijze van Christus, de vrucht die Christus ziet en de arbeiders die Christus uitzendt.

Enkele citaten uit het hoofdstuk ‘Een verlegen vraag.’

Weet u wat in de voorgaande hoofdstukken opgevallen is? Dat de liefde het sterkste wapen is in het Koninkrijk der hemelen. Nooit is er een prediker geweest die met méér liefde sprak en handelde dan Christus. Hij houdt de vrouw de spiegel van de Wet voor en stort tegelijkertijd Zijn liefde uit in haar hart. Zo wint Christus deze vrouw voor Zich in. Zo is Hij haar aan het overwinnen. 

De vrouw heeft Christus een vraag gesteld: waar moet ik aanbidden, hier op de berg Gerizim of zoals de Joden zeggen, te Jeruzalem. En dan het antwoord van de grote Profeet en leraar: ‘Vrouw, het gaat niet om de plaats waar u aanbidt. Het gaat om de wijze waarop u het doet. Het baat u niet, al komt u elke dag met uw offers naar de berg Gerizim. Al zou u overgaan tot het Jodendom en u gaat bij de tempel in Jeruzalem offeren – het zal u niet baten als hij blijft bij de vorm. Geloof Mij: Noch op deze plaats, noch te Jeruzalem… voor God bent u allen gelijk. U bent allen zondaar, Jood en Samaritaan.’ 

Wat is het hoogtepunt van de ontmoeting van Christus met de Samaritaanse vrouw? Hoe gaat de Heere Jezus tot haar ziel spreken? In een onweer, in een aardbeving, in een storm? Zo niet, maar hoe gaat het dan wel? Door Woord en Geest. In het suizen van een zachte stilte. 

Dan wordt de ziel opmerkzaam gemaakt, dan is de ziel soms in het onderzoek van Schrift of in de binnenkamer. Dan hoort u, net als deze vrouw, de stem van Christus: ‘Ik ben het, Die met u spreekt.’ Ik ben de Profeet, Die van God gekomen is. God heeft Mij naar deze aarde gezonden. Ik ben de Profeet van Wie Mozes heeft gezegd: ‘Een Profeet, uit het midden van u, uit uw broederen, als mij, zal u de HEERE uw God verwekken. Mozes komt terug. Mozes kan u niet behouden. Ik ben de Profeet, Die van God gekomen is. Ik ben de enige Zaligmaker.’

En als die vrouw dit gehoord heeft, wat gebeurt er dan? 

Daar gaat de vrouw. De Christus der Schriften is nog maar net aan haar ziel geopenbaard, ze kent de Heere Jezus nog maar nauwelijks…en daar gaat ze. Gaat ze haar man roepen? Nee, ze gaat haar man niet roepen, ze gaat de hele stad roepen! Ze gaat alle mensen die ze tegenkomt roepen. Want het ligt bij haar: ‘Als ik zalig kan worden, dan kan iedereen zalig worden!’ Zo ligt dat toch in de slechtste? ‘Mij, de voornaamste der zondaren, is barmhartigheid geschied.’ Zal ze dat wonder dan niet gaan uitroepen, daar in Sichar? Ja, dat zal ze doen… De liefde van Christus dringt haar terug te gaan naar haar stadsgenoten…

Dan wordt het toch waar:

Komt, luistert toe, gij Godgezinden,
Gij die den Heer’ van harte vreest,
Hoort wat mij God deed ondervinden;
Wat Hij gedaan heeft aan mijn geest.

Een boekje, 17 bij 14 cm., gemakkelijk ter hand te nemen, te lezen, herlezen en zeker ook over te mediteren. Ook als geschenk is het aan te bevelen. Van harte aanbevolen voor uzelf of aan anderen. U zult er geen spijt van krijgen. De voorkant laat een waterkruik zien: denk dan aan vers 28 uit Johannes 4: 'Zo verliet de vrouw dan haar watervat, en ging heen in de stad…'