Het zoute water stroomt het Haringvliet in (Foto: Rijkswaterstaat).
Het zoute water stroomt het Haringvliet in (Foto: Rijkswaterstaat).

De Haringvlietsluizen op een kier: ecologisch herstel of geldverspilling?

Het Kierbesluit stamt uit 2000 en is afkomstig van de minister van Infrastructuur en Milieu. De officiële naam was Besluit beheer Haringvlietsluizen, maar iedereen had het over het Kierbesluit. Natuurlijk omdat de sluizen op een kier zouden komen te staan. Ook tijdens vloed. De beperkte sluizenopening moest ingaan per 1 december 2010, zo was de bedoeling.

Harde scheiding

Zoals het idee achter de Deltawerken veiligheid boven alles was, was het idee achter het Kierbesluit samen te vatten als: de natuur weer wat meer de ruimte te geven. De Haringvlietdam had voor een harde scheiding tussen zoet en zout water gezorgd. Aan het overgangsgebied tussen zee en rivier was in 1970 een abrupt einde gekomen. Trekvissen als de zalm en de forel konden niet meer via het Haringvliet naar hun paaiplaatsen zwemmen. Bovendien verdwenen planten en dieren uit het gebied dat tot 1970 zoet-zout was. De ‘kier’ zou voor herstel moeten zorgen. Ecologisch herstel.

Aan het besluit in 2000 en het starten van de Stuurgroep Realisatie de Kier in datzelfde jaar, ging een lange geschiedenis vooraf. Al in 1986, zestien jaar na de realisering van de afsluiting van het Haringvliet, kwam ecologisch herstel ter sprake. De slogan was ‘De zalm terug in de Rijn’ en daarvoor was ook een minder scherpe scheiding tussen zoet en zout nodig. Een meer geleidelijke overgang, zo was ook toen al de gedachte, is te creëren door de schuiven van de Haringvlietsluizen bij lage waterafvoer iets open te zetten, om beperkt zout water toe te laten. 

Deze gedachte viel niet bij iedereen in goede aarde. Het Haringvliet was namelijk na 1970 een enorm zoetwaterbekken geworden, waarvan de landbouw kon profiteren en wat zich ook had ontwikkeld tot een belangrijke leverancier van drinkwater. 

Mede om aan deze belangen tegemoet te kunnen komen, is de uitvoering van het Kierbesluit verscheidene keren uitgesteld. Om de inname van zoet water veilig te stellen, was immers een nieuw inlaatpunt nodig: een oostelijker gelegen locatie, waar zout water geen invloed had. De verwerving van grond hiervoor kostte meer tijd dan verwacht.

Op de helling

In het regeerakkoord van het eerste kabinet Rutte (2010) stond zelfs dat het Kierbesluit op de helling zou komen te staan. Dit vanwege gebrek aan draagvlak in de regio, tegenvallende kosten en vertraging in de voorbereiding. Maar Rutte moest op zijn schreden terugkeren, nadat Frankrijk en Duitsland heftig protesteerden tegen de opheffing van het besluit. Beide landen herinnerden Nederland aan de overeenkomst die in het verleden was ondertekend en wezen er bovendien op dat zij al flink hadden geïnvesteerd, bijvoorbeeld in stuwen, om de vissentrek mogelijk te maken. 

Het kabinet wilde het risico van een juridische terechtwijzing niet lopen en besloot dus verder te gaan met het voorbereiden van ‘de kier’. Die voorbereidingen bestonden grotendeels uit het doorvoeren van maatregelen om de zoetwatervoorziening te garanderen in een verziltend Haringvliet. ‘Compenserende maatregelen’ werden ze genoemd. De afspraak was dat het zoute water niet verder mocht komen dan de denkbeeldige lijn tussen Middelharnis en de monding van het Spui op Voorne-Putten. 

Gemengde gevoelens

Waterbedrijf Evides moest de inlaat voor drinkwater landinwaarts verplaatsen en een pijpleiding van veertien kilometer aanleggen voor het transport van de inlaat naar de drinkwaterzuiveringslocatie bij Ouddorp. Aanleg van een zoetwaterkanaal was nodig. Daarnaast moest waterschap Hollandse Delta de inlaatpunten voor de zoetwatervoorziening van de landbouw landinwaarts verleggen en, als gevolg hiervan, onder andere nieuwe sloten graven. Via palen en boeien met meetapparatuur ging Rijkwaterstaat de verzilting van het water continu in de gaten houden. 

Op Goeree-Overflakkee stond niet iedereen te juichen over het Kierbesluit. Er waren gemengde gevoelens. Dit is een bedreiging voor de zoetwatervoorziening, klonk het. De compensatiemaatregelen zagen de tegenstanders van ‘de kier’ als geldverspilling.

De Eurodelta Jongeren begonnen in de zomer van 2010 een burgerinitiatief voor het behoud van een zoet Haringvliet. “Zoet water is enorm belangrijk voor drinkwater, industrie en landbouw”, zeiden de jongeren in het Eilanden-Nieuws van 13 augustus van dat jaar. Waarom een kier, als de vissen ook via de reeds bestaande vistunnels in de Haringvlietdam en de Nieuwe Waterweg de Rijn op kunnen zwemmen? De Eurodelta Jongeren noemden het Kierbesluit zeer bedreigend voor de continuïteit van de zoetwatervoorziening. Compenserende maatregelen uitvoeren? Een mega-operatie, die alleen maar heel veel geld kost. Aldus de initiatiefnemers van het burgerinitiatief. 

Pure zotheid

Meer gemengde gevoelens waren er omdat het slib aan de zeekant van de Haringvlietsluizen vervuild zou zijn. De lokale politieke partij VKGO kwam op de proppen met dioxines. Ook was er angst dat de compenserende maatregelen niet voldoende zouden zijn om een verdergaande verzilting van landbouwgrond te voorkomen. 

Sommigen zagen het Kierbesluit als onderdeel van de spanning tussen natuur en natuurcompensatie enerzijds en cultuur en landbouwgrond anderzijds. Een spanning die ook aan de dag trad bij de herbestemming van Tiengemeten en bij de plannen om de Zuiderdieppolders tussen Dirksland en Stellendam ‘terug te geven’ aan de natuur. “De beste landbouwgrond van Nederland, die ga je niet zomaar afgraven”, zei agrariër Boudewijn Biemond daarover in het Eilanden-Nieuws van 16 juni 2006. “Dat is pure zotheid.”

Die plannen gingen niet door. Wel zijn uiteindelijk de Haringvlietsluizen op 16 januari 2019 voor het eerst op een kier gezet. Uit de eerste uitkomsten van het Rijkwaterstaat-onderzoek blijkt dat de uitvoering van het Kierbesluit positieve gevolgen heeft voor de populatie trekvissen in de Rijn-Maasdelta. Een signaal was de vangst van enkele volwassen elften, wat duidt op een terugkeer van deze zeldzame haringachtige trekvis. 

De Haringvlietsluizen zijn onderdeel van de primaire waterkering. Daar heeft de uitvoering van het Kierbesluit niets aan veranderd. Dus als het stormt op zee gaan de sluizen dicht. Veiligheid boven alles.


Hotspots

Welke al dan niet digitale documenten de gemeente moet bewaren, is nauw omschreven. En dat geldt ook voor de termijnen die deze stukken in het archief horen te blijven. Dat kan tot gevolg hebben dat informatie over belangrijke lokale gebeurtenissen of ontwikkelingen verloren gaat. Om dat verlies te voorkomen, kan de gemeente gebeurtenissen en ontwikkelingen benoemen als hotspots. Als uitzondering op de regel vernietigt de gemeente geen stukken over deze hotspots en kan het archief zelf actief informatie proberen te verwerven. De gemeente Goeree-Overflakkee heeft voor de periode 1986-2012 een lijst met 21 hotspots vastgesteld. Uit die lijst heeft Eilanden-Nieuws er tien geselecteerd. Eerder verschenen in deze serie delen over Flakkee Airport, de vestiging van een asielzoekerscentrum in Dirksland, de ontpoldering van de Zuiderdieppolders om Deltanatuur te creëren, de gemeentelijke herindeling van 2013, fraude bij De Staver en de kerkscheuring in 2004. 

De inmiddels gepensioneerde boswachter Ted Sluijter staat de media te woord over het Kierbesluit.
De 'kier' is sinds de opening begin 2019 al meer dan duizend keer open geweest.
Minister Van Nieuwenhuizen opent de kier (Foto: Rijkswaterstaat).
Een van de doelen van het kierbesluit: de steur laten terugkeren in het Haringvliet.
Om de boeren richting de kop van het eiland te voorzien van zoet water, werd een zoetwaterkanaal aangelegd.