Afbeelding
Foto:

Column: Avondrituelen


Maar wat de opvoedboeken niet vertellen, is dat je vanaf dat moment op je hoede moet zijn. Want elke willekeurige handeling die je daarna rond bedtijd uitvoert, dreigt voor onbepaalde tijd deel uit te gaan maken van het avondritueel. Dat gaat heel geleidelijk, zo heb ik ondervonden. Zo was één van onze dochters eens bang in het donker, dus las ik nog een extra verhaaltje voor. En toen de andere dochter een week later haar teen stootte, zongen we een extra liedje om haar op te vrolijken. En toen de kleinste het onlangs plots op een huilen zette zodra ik haar muziekdoosje activeerde, begon ik haar af te leiden door op ogenschijnlijk magische wijze gelijktijdig haar licht uit en nachtlampje aan te doen. En elke keer werd al dat vermaak een dag later - in aanvulling op de al bestaande rituelen - opnieuw verwacht. Ik voelde me in toenemende mate een olifant in een circustent; heel vermakelijk, groter dan de rest, maar toch duidelijk onderworpen aan de grillen van de circusdirectie (in deze treffende analogie vertegenwoordigd door onze drie dochters). Die deinsden er ook niet voor terug om zelf nog wat vermaak toe te voegen; de middelste wilde zelf een liedje zingen, de jongste kreeg na het boekje lezen steevast acute dorst en de oudste wilde haar moppenboek nog voordragen. En zo groeiden de avondrituelen - bedoeld om de kinderen op bed te krijgen - uit tot een voorstelling die de kinderen vooral aangrepen om uit bed te kunnen blijven. Iets vertelde me dat de opvoedboeken het zo niet bedoeld hadden. Pogingen het toch bij vlagen wel zeer vermoeiende avondritueel wat uit te kleden, werden echter in de kiem gesmoord. En dus lazen, zongen en dansten we door. Alles voor de nachtrust van de kinderen - en dus indirect ook die van ons.
Maar toen gingen de kinderen bij oma logeren. Oma - in het ongewisse over de langdurige voorstelling die zich hier steevast rond bedtijd afspeelt - legde de kinderen zonder al te veel poespas op bed, waar ze vrijwel direct in een diepe slaap verzonken raakten. Hier thuis bleven de voorleesboeken ondertussen gesloten, de moppentrommel onaangeraakt en in plaats van liedjes vulde het huis zich met een aanhoudende stilte. Terwijl de kinderen bij oma al lang en breed sliepen, had ik moeite de slaap te vatten. Het gaf te denken; voor wie waren die avondrituelen nu eigenlijk bedoeld? Even overwoog ik mijn man voor te gaan lezen, maar die was al in een diepe rust gehuld. En in het donker dacht ik na over de avondrituelen van morgen, waarvan ik nu al wist dat deze - ingegeven door mijn weemoed van vandaag - extra lang zouden duren. Of de kinderen dat echt nodig hadden, wist ik na vanavond niet meer zo zeker. Dat ik het nodig had, stond echter als een paal boven water.