Afbeelding
Foto: Shutterstock

Opinie: Verontwaardiging over 'spionerende' gemeenten

Sinds de opkomst van internet en met name sociale mediakanalen, zetten veel mensen hun hele hebben en houden online. Dat begon al op Hyves en nu zijn onder meer Facebook, Twitter en Instagram geliefde kanalen om allerlei persoonlijke zaken in de openbaarheid te gooien. Inderdaad, in de openbaarheid, want veel mensen lijken nog steeds te denken dat alleen hun ‘vrienden’ meelezen en meekijken, terwijl hun profiel nog ingesteld staat op 'openbaar'.

Maak je geen illusies: bedrijven als Google en Facebook weten veel meer van je dan je denkt en in ieder geval veel meer dan je waarschijnlijk zou willen. Ben je online op zoek naar een bepaald product? Niemand vindt het raar dat bijna alle advertenties die je vervolgens ziet, over dat specifieke product gaan. Facebook kijkt zelfs mee op sommige andere websites die je bezoekt. De grote techbedrijven slaan heel veel data over jouw online gedrag op en verkopen die data door. Door een account te activeren, ben je daarmee immers akkoord gegaan. Je kunt dit handmatig uitschakelen, al zijn er maar weinig mensen die dat daadwerkelijk doen.

Bijna iedereen heeft tegenwoordig een smartphone. Gebruik je Google Maps of staat ‘locatie delen’ aan bij je apps, dan weten Google en andere bedrijven precies waar je bent (geweest). Dat is handig als je op onbekend terrein bent, maar betekent ook waardevolle informatie voor de betreffende bedrijven. Informatie die voor hen geld waard is.

De verontwaardiging was deze week weer groot toen uit een onderzoek van studenten in opdracht van onderzoeksprogramma Politie en Onderzoek bleek dat verschillende gemeenten hun inwoners volgen op sociale media, soms ook via nepaccounts. Gemeenten kijken met name mee om in te kunnen schatten of bijvoorbeeld een demonstratie uit de hand zou kunnen lopen. Het wordt volgens hen dus vooral ingezet om veiligheidsredenen.

Deze manier van burgers monitoren is echter alleen voorbehouden aan opsporingsdiensten en zelfs zij mogen dat alleen doen onder strikte voorwaarden. Wat de gemeenten doen is dus verboden en in dat opzicht is de verontwaardiging hierover zeer terecht. Bovendien, zo bleek uit het onderzoek, is er nauwelijks kennis aanwezig bij gemeenten over privacyregels en worden deze activiteiten niet of nauwelijks gemonitord.

De kritiek is niet mals. Wat mensen in de reacties op social media aan bagger posten is inmiddels wel bekend en niet voor herhaling vatbaar. Toch blijft het een beetje dubbel. Met het geschetste beeld hoe makkelijk en vaak zonder na te denken we met onze eigen gegevens omgaan in apps en online, komt de verontwaardiging tegelijk een beetje vreemd en selectief over.

Los van de compleet foute aanpak van de betrokken gemeenten, is het maar de vraag wat ‘erger’ is: bedrijven als Google die alles van je weten en jouw gegevens vrolijk doorverkopen, of gemeenten die meelezen op social media om mogelijk gevaarlijke situaties te voorkomen. Je zou kunnen zeggen dat we er altijd nog zelf voor kiezen om bepaalde apps of accounts te gebruiken en dat is natuurlijk waar. Maar gezien de vaak slinkse manier waarmee techbedrijven persoonlijke gegevens verzamelen, is die 'toestemming' nogal twijfelachtig. De mededeling dat je die toestemming geeft, staat meestal verstopt in de kleine lettertjes die niemand leest.