Derck Oosse in zijn kamer.
Derck Oosse in zijn kamer. Foto:

Wonen op een schippersinternaat

Nadat schipperskinderen aan boord het eerste deel van hun onderwijsleven hebben afgerond, breekt er een nieuwe periode aan. Een periode die zowel voor de kinderen als de ouders best wel ingrijpend is.
De familie Oosse woont en werkt op het binnenvaartschip Battenoord. Dit meer dan honderd meter lange schip ligt soms – tijdens feestdagen – op het havenhoofd van Middelharnis. Johan Oosse komt oorspronkelijk uit Dordrecht, maar zijn vrouw Corina is afkomstig uit Nieuwe-Tonge en daarom is de thuishaven van het schip Nieuwe-Tonge en voert het de naam Battenoord.

Drie kinderen van de familie Oosse wonen niet meer aan boord. Zij volgen hun onderwijs aan de wal. Om een kijkje te nemen hoe het onderwijs aan schipperskinderen aan de wal is, zochten we de familie op in het schippersinternaat in Dordrecht. Het internaat Eben-Haëzer in Dordrecht maakt deel uit van de Stichting Limena. Deze instelling op reformatorische grondslag beheert, naast de vestiging in Dordrecht, ook de internaten in Krimpen aan den IJssel – De Driemaster en in Werkendam – De Merwede.

Groepsleider

In het schippersinternaat in Dordrecht verblijven ruim 130 kinderen. Vanaf de leeftijd van ongeveer zes jaar tot aan hun achttiende verblijven de kinderen in het internaat. Cees Jan de Hon uit Oude-Tonge is één van de groepsleiders op het Dordtse schippersinternaat. Hij legt uit dat de kinderen in groepen verdeeld worden, waarin kinderen zoveel mogelijk van dezelfde leeftijd worden geplaatst. Ook broers en zussen blijven bij elkaar. De kinderen worden in 2 leeftijdscategorieën ingedeeld: basisonderwijs en voortgezet onderwijs. Binnen deze verdeling wordt er zo veel mogelijk geprobeerd broers en zussen samen te plaatsen. De groepen tellen ongeveer 10 tot 15 kinderen. Cees Jan benadrukt dat een schippersinternaat uitsluitend een ‘thuis’ is voor de kinderen. Het is geen school. De school waar de kinderen dagelijks naar toe gaan, ligt ongeveer 500 meter van het internaat verwijderd. De kinderen van het internaat krijgen de nodige begeleiding en zorg die ze nodig hebben.

Moeilijk?

We vragen aan Johan en Corina Oosse of het niet moeilijk is, als de kinderen voor het eerst naar het internaat gaan. Corina geeft aan dat het niet gemakkelijk is. “Het moeilijkste zal voor mij zijn als de jongste naar het internaat zal moeten”. Aan de andere kant vindt zij het goed dat de kinderen naar het internaat gaan en naar een reguliere school, “want voor onderwijs aan boord ben ik niet in de wieg gelegd”. Voor Johan ligt dit anders. Hij weet niet beter, want, in tegenstelling tot Corina, komt hij uit een schippersfamilie en hij heeft zelf een deel van zijn jeugd doorgebracht op hetzelfde internaat waar nu zijn kinderen zitten. Al is het gebouw in de afgelopen jaren grondig gerenoveerd, hij ziet nog veel bekende dingen en… begeleiders van vroeger.

Door ouders opgehaald

In principe worden de kinderen vrijdagsmiddags na schooltijd door hun ouders opgehaald. Het weekend brengen ze dan thuis door. “In sommige gevallen komt het wel eens voor dat de kinderen door onvoorziene omstandigheden een weekend over moeten blijven, maar dat is een uitzondering”, aldus Cees Jan de Hon. “Als de schippers niet in de gelegenheid zijn om de kinderen op te halen, wordt er doorgaans wel iets met familie geregeld”.
Johan weet nog dat het vroeger soms wel anders was, want toen was het niet zo gemakkelijk om de kinderen ieder weekend op te halen. “Vroeger hadden niet alle schippers een auto aan boord en dan moesten ze vanaf hun ligplaats met het openbaar vervoer hun kinderen ophalen. En dat lukte niet altijd. Mijn ouders hadden wel een auto aan boord, maar zij hadden als stelregel dat ze niet verder dan anderhalf uur rijden moesten zijn. Als ze verder weg waren met hun schip, dan werd familie ingeschakeld”.

Thuis

Wie denkt dat alle kinderen reikhalzend uitzien naar het moment dat hun ouders ze op komen halen op vrijdagmiddag, die heeft het mis. Natuurlijk zijn ze blij dat ze hun ouders weer zien, maar ze vinden het ook heel gezellig op het internaat. Tijdens een rondleiding over de kamers en de huiskamer waar de kinderen van de familie Oosse verblijven, zien we de gezellig – door de kinderen zelf – ingerichte kamers. Natuurlijk wel met een ‘varend tintje’.

Zowel binnen als buiten het gebouw zijn er voldoende veilige speelgelegenheden waar de kinderen zich prima kunnen vermaken. Ook bevindt zich op een steenworp afstand van het internaat een zwembad. Cees Jan vertelt dat hij zelf niet uit een schippersfamilie komt, maar dat zijn moeder op een schippersinternaat in Krimpen aan den IJssel werkte en dat hij zodoende ermee in aanraking kwam. Hij heeft de opleiding SPW gevolgd en werkt al een aantal jaren als groepsleider op het internaat. Werk dat hij “super leuk” vindt. Door het personeel van het internaat wordt in wisseldiensten gewerkt, want er dienen natuurlijk 24 uur per dag begeleiders aanwezig te zijn.

Het internaat is met een grote keuken en eigen wasserij volledig ingericht om de grote groep kinderen te verzorgen. Natuurlijk verrichten de kinderen op toerbeurt corveetaken en als ze ouder zijn helpen ze de man van de technische dienst een handje. Doordat de kinderen al relatief jong ‘van huis’ gaan, worden ze, volgens Cees Jan, al vroeg zelfstandig en ook socialer. Dit omdat ze dag en nacht met leeftijdsgenootjes optrekken.

Binnen het schippersinternaat wordt er alles aan gedaan om de ouders tijdens hun drukke werk op het water de geruststellende gedachte te geven, dat hun kinderen heel goede zorg en aandacht ontvangen. De slogan van Stichting Limena is niet voor niets “Het beste na Thuis”


Binnenvaartschepen Goeree-Overflakkee

Jaren geleden telde het eiland nog een flink aantal binnenvaartschepen dat onder de vlag van één van de plaatsen van Goeree-Overflakkee voer. In 1995 schreef streekhistoricus David Hoogzand een boek over schepen en schippers van Goeree-Overflakkee. In dit boek - ‘De blijde aankomst’ - worden tientallen schepen, hun eigenaren en opvarenden beschreven van de regionale binnenvaart. Dit boek kan als een waar naslagwerk worden beschouwd en ook als een geschiedenisboek, want de vele schepen en varende families van het eiland zijn écht geschiedenis geworden. Toch is er nog een aantal schippers op het eiland. In een korte serie artikelen haalt Eilanden-Nieuws een aantal van hen voor het voetlicht. Daarnaast zijn er ook parallelle verhalen over het dagelijks leven aan boord. In de eerste aflevering van deze serie plaatsten we een verhaal over het onderwijs aan schipperskinderen. Deze keer een verhaal over het dagelijks leven aan boord. Bij de redactie zijn niet alle ondernemingen in de binnenvaart (met een link naar het eiland) bekend. Wie graag iets over het werk op of rondom de binnenvaart wil vertellen, kan mailen naar redactie@eilandennieuws.nl.

Van links naar rechts: Cees Jan de Hon, Carlijne en Derk, Johan en Corina Oosse, Thiemen (op schoot) en Anne-Linde.
Carlijne Oosse in haar kamer.
ms Battenoord.