Meditatie: Hemelvaart en Pinksteren

De Trooster… Iedere keer komt Hij weer terug in de afscheidsgesprekken. Dat is niemand minder dan de Heilige Geest. En wat Hij geeft, dat hebben de discipelen het meest nodig: troost. Want ze zijn bedroefd. En een mens die bedroefd is, heeft troost nodig.
Het is niet in woorden te zeggen wat troost is. Een blik van verstandhouding. Een arm om je schouder. Een vriendelijk woord. Of alleen maar de aanwezigheid van iemand die je lief is.
Dat is het werk van de Heilige Geest: troosten. Hoe doet hij dat? Christus Zelf heeft het gezegd: Hij zal het uit het Mijne nemen en het u verkondigen. Hij komt niet voor Zichzelf. Hij komt namens Christus. Hij troost met het werk van Christus.
Maar de Naam Die de Heere Jezus Hem geeft is nog veel omvattender. Trooster. Iemand Die onze zaken waarneemt. Een Advocaat, Die onze belangen behartigt. En als je een advocaat hebt ingeschakeld, hoef je zelf niets te doen. Je kunt het aan de advocaat overlaten. Hij kan ons beter verdedigen dan wij het zelf zouden kunnen.
Wie zou onze zaken beter kunnen behartigen dan deze Trooster? We zijn in deze wereld blootgesteld aan allerlei onrecht, we kunnen er weinig tegen ondernemen. Maar de Heilige Geest is gegeven als Raadsman, als Beschermer. Als Degene Die het in deze vijandige wereld voor ons opneemt.
En nu gaat Christus wel weg, maar daar worden Zijn discipelen niet minder van. Hij heeft met Zijn lijden en sterven de komst en het werk van de Heilige Geest verdiend. En als Hij straks opgevaren is naar de hemel, dan zal Hij de Heilige Geest naar de aarde zenden als Zijn Plaatsvervanger, als Zijn Zaakwaarnemer.
Wat een werk heeft de Drie-enige God aan de zaligheid van zondaren! De Vader gaf Zijn Zoon voor een wereld verloren in schuld. De Zoon heeft het kruis verdragen en schande veracht. En de Heilige Geest is van de hemel gezonden om mensen te trekken uit de modder van de zonde, en hen te vernieuwen naar het Beeld van Christus. Nu kan er voor de discipelen van Christus niets meer mis gaan! De zaligheid ligt vast in de doorboorde handen van Hem, Die na volbrachte arbeid is teruggekeerd naar de hemel, om daar te bidden en plaats te bereiden. En de Heilige Geest is gekomen om Zijn werk kant en klaar thuis te bezorgen. En Hij zal niet rusten tot Hij de ganse zaak voleindigd heeft.

Zo mogen we rondom Hemelvaartsdag omhoog zien en verwonderd zeggen met de dichter uit de 17e eeuw:

Gij hebt van ons een pand ten hemel opgenomen;
Gij laat ons een Pand weer van de hemel komen.
Het pand dat Gij ons naamt was onze vlees en bloed;
Het pand dat Gij ons Gaaf was Uwen Trooster zoet.
Het Pand dat Gij ons naamt zegt dat wij na het sterven
De Plaats die Gij bezet in vrede zullen erven.
Het Pand dat Gij ons gaaft betuiget dat gewis
De volheid van Uw Geest ons toebereidet is,
Weest vrolijk, vlees en bloed, dewijl het eeuwig leven
U in hemels Hoofd zo zeker is gegeven.

Deze overdenking stond eerder in Eilanden-Nieuws van 26 mei 2000.