Ziekenhuiscolumn: Sterke maag

Het kan soms bijzondere vormen aannemen. Ik herinner me een traumaopvang op de spoedeisende hulp. Een oudere vrouw was geschept door een vrachtwagen. Na de transfer van de brancard naar de CT-tafel, onderzochten de toegesnelde artsen de gehavende patiënt. De arts tilde het been op van mevrouw en al het vlees tot en met het bovenbeen rolde van het bot af. Dan knipper je wel twee keer met je ogen om te beseffen wat je ziet. Het had een amputatie tot gevolg.

Tijdens een weekenddienst werd ik al vroeg in de morgen op de OK erbij geroepen. Een motorrijder was gecrasht en wat kapot kon gaan, was kapot. Ik was mijn röntgensysteem aan het opstarten en vlak voor mijn neus stond een blauwe ton. Ik vroeg me af waar deze ton voor diende. Enkele seconden later was het me helemaal duidelijk. Er belandde een verloren gegaan onderbeen in de ton. Lekker begin van je dag.

Ik zou zo nog wel even kunnen doorgaan. Denk aan bloedbaden vanwege een val van grote hoogte. Of aan open botbreuken door ongelukken. Steekverwondingen in hals, pols en buik. Neergeschoten patiënten. Het is de kunst om dit alles niet als ‘normaal’ te gaan zien. Alles went nu eenmaal. Maar zeker wanneer je nieuwe mensen of studenten moet inwerken, word je weer op de feiten gedrukt dat niks ‘normaal’ is. Want je zal het maar moeten ondergaan. Want hoe zou jijzelf willen hoe men met je omgaat als jij daar zelf ligt? Daarom is een goede dosis inlevingsvermogen ook in dit beroep onmisbaar. Of zoals het gezegde spreekt: Wat gij niet wilt dat u geschiedt, doet dat ook de ander niet.