Raad denkt na over huisvesting arbeidsmigranten op het eiland

Bij dit alles moeten de thema’s en doelstelling van het beleid duidelijk zijn. Voor wat huisvesting betreft gaat het dan om cijfers van aantallen arbeidsmigranten op korte en langere termijn. Welke ruimtelijke spreiding is nodig, welke soorten huisvesting komen in aanmerking en aan welke kwaliteitseisen moet worden voldaan. Daar worden zaken aan toegevoegd als registratie, controle en handhaving, het aspect integratie en hoe vorm te geven aan informatie en communicatie. Uit onderzoek blijkt dat er het jaar rond 860 arbeidsmigranten op het eiland werken, er een huisvestingsopgave voor 1000 arbeidsmigranten (exclusief seizoenswerk) ligt en dat tot 2025 gerekend kan worden op verdere groei.
Kijkend naar de werklocaties werd een spreiding van het aantal arbeidsmigranten aangegeven voor de Kop van Goeree 250, midden 250-350 en op het oostelijk deel van het eiland 400-500. De vraag is waar huisvesting mogelijk is. Genoemde suggesties waren: beperkt op vakantieparken, maar eigenlijk ook weer niet en bovendien komt dan de VVE (vereniging van eigenaren) daarbij in beeld. Bij agrarische bedrijven en geclusterd in buitengebied werden ook als opties genoemd. Het verhuren van kamers is tijdelijk vanuit bepaalde situaties nog mogelijk, maar de lijn is dat dit moet worden tegengegaan.

Pilot mogelijkheid

Concreet locaties noemen is moeilijk, maar motel Goede Reede en Koningspleisterplaats kwamen in beeld. Huisvesting bij agrarische bedrijven gebeurt al vaak. Het geeft beperking in reistijden, werkgevers zorgen goed voor hun arbeidsmigranten en er zijn dan ook minder weerstanden te verwachten van inwoners in de kernen. Daar staat weer tegenover dat er een probleem kan ontstaan in de ruimtelijke ordening. Dit is bij de provincie in overleg besproken en daar is begrip getoond voor de ontwikkeling op het eiland. Mogelijk zou er support worden gegeven om een pilot uit te rollen. Duidelijk is dat de samenleving nauw bij dit proces betrokken moet worden, dat er goede informatie en communicatie nodig is en dat het een gezamenlijke aanpak van de gemeente moet zijn met daarbij zorg, onderwijs, welzijns- en vrijwilligersorganisaties en het verenigingsleven.