Vervolgverhaal - Het hart kent zijn eigen bitterheid - Els van Wageningen (23)

Davina, die bezig was met bloemschikken, keek verbaasd op toen ze Cato zo plotseling voor zich zag staan. Pleuntje kreeg de opdracht om thee te zetten en de beide zussen namen plaats in de salon. Cato legde het doel uit van haar komst en zij wachtte in spanning de reactie van Davina af. ‘Je overvalt mij hiermee, Cato, ik heb altijd gedacht dat jij met geen tien paarden van het eiland was te krijgen. Ik kan mij nog levendig herinneren dat jij zo’n last van heimwee had toen je op kostschool zat. Vader en moeder hebben wel meer dan eens overwogen om je weer naar huis te halen.’ Cato moest lachen om deze opmerking. ‘Inderdaad, zo reislustig als de anderen ben ik nooit geweest, maar Teun wil zo graag en hij kwam met de juiste argumenten, maar als het aan mij lag bleef ik net zo lief hier.’
‘Het scheelt natuurlijk dat Geertje en Caroline ook in Den Haag wonen, dus daar kun je altijd op terugvallen,’ en Davina deed een dappere poging om te glimlachen. ‘Bovendien heb ik nu een extra reden om van het eiland af te komen en naar de grote stad te gaan.’
‘Ik verwacht niet anders van je, Davina, dan dat je minstens één keer per jaar een week bij ons komt logeren. We verliezen elkaar echt niet uit het oog.’ Nogmaals deed Davina een dappere poging om te glimlachen, maar voor haar gevoel mislukte dit geheel. Toen Cato was vertrokken, het afscheid duurde dit keer langer dan gewoonlijk, en Davina de deur achter zich had gesloten, kwamen de tranen. Zij hield ze niet langer tegen en ze stroomden als een waterval over haar wangen. Davina had zich nog nooit zo eenzaam gevoeld als op dit ogenblik. Wat zou ze hen missen als straks Cato en Teun en de kinderen er niet meer waren. Natuurlijk, Davina wist wel dat Den Haag ook niet het einde van de wereld betekende, maar spontaan bij elkaar op bezoek gaan was dan niet meer mogelijk. Alles moest van tevoren worden besproken en georganiseerd. Er ontstond een onrust bij Davina, die zich van heel haar lichaam meester maakte. Ze liep te dwalen door het huis, van de ene kamer naar de andere, van de zolderverdieping naar de kelder. Uiteindelijk zocht ze haar heil in de tuin. Wat heb ik hier nu nog te zoeken als Cato met haar gezin naar Den Haag vertrekt? Ik hoef met geen mens rekening te houden, alleen met tante Leentje. Helaas begon tante Leentje geestelijk al wat achteruit te gaan en de goede gesprekken die ze samen altijd hadden werden hierdoor steeds minder. Dit waren zo haar gedachten.

Ineens kwam er een andere gedachte bij haar naar boven, waarvan Davina zelf schrok. ‘Doe niet zo mal,’ vermaande ze zichzelf, ‘je bent geen klein kind meer.’ Peinzend keek Davina naar de achtergevel van het huis en toen liep ze met vastberaden tred naar binnen.

Toch liet de gedachte haar niet meer los. Elke keer kwam deze weer bovendrijven. Hoe meer Davina er over nadacht, des te meer sprak dit idee haar aan. ‘Cato vertrekt met haar gezin van Flakkee, tante Leentje is al flink bejaard en heeft ook niet het eeuwige leven. Dit huis is te groot voor mij alleen, het is gemaakt voor een gezin met kinderen, niet voor een vrouw alleen met een dienstbode voor overdag,’ zo sprak zij regelmatig tegen haar zelf.

Davina maakte een afspraak met notaris Van der Sluijs, die al sinds jaar en dag de zakelijke belangen van de familie Werner als die van de familie Droogendijk behartigde. Hij luisterde geduldig naar haar verhaal en haar toekomstplannen. De notaris gaf haar vaderlijk advies, zoals hij dat zelf verwoordde. ‘Ik kan je alleen maar adviseren, Davina,’ zei hij vriendelijk, terwijl hij aan zijn snor voelde. ‘De uiteindelijke beslissing zul je zelf moeten nemen.’ Dat deed Davina ook.

Caroline was in haar nopjes, nog even en dan zouden Cato en Teun met hun gezin naar Den Haag verhuizen. Cato had haar gevraagd of zij bij diverse makelaars wilde informeren naar de prijzen van zowel koop- als huurwoningen in het centrum van de stad. Samen met Jan had zij een lijst met makelaars opgesteld en informatie ingewonnen. Zowel Cato als Teun hadden hun wensen op schrift gezet en het echtpaar Van Scheers bezocht de huizen die naar hun idee voor Cato en Teun in aanmerking kwamen. Natuurlijk werden hun bevindingen weer doorgegeven en er werd afgesproken dat het echtpaar Breesnee een dag of drie naar Den Haag zou komen om de diverse huizen te bezichtigen. Er moest alleen nog een datum worden afgesproken en dan konden de afspraken met de makelaars definitief doorgaan. Met spanning bekeek Caroline de post of er een brief vanuit Sommelsdijk tussen zat. Eindelijk was daar het lang verwachte antwoord. Ze besloot tot het avondeten te wachten, dan kon Jan ook meteen meelezen. Met trillende handen maakte Caroline de envelop open en haar ogen vlogen over de regels. Jan keek geamuseerd toe hoe zijn echtgenote van haar stoel opstond en wel zo vlug dat deze achterover viel. ‘Davina komt ook mee!'
‘Zo vreemd is dat toch niet? Zij zit daar ook maar in haar eentje, dus een logeerpartij is voor haar een welkome onderbreking van het dagelijkse bestaan.' Volgens Jan was het maar een saaie bedoening daar in Dirksland en nog iedere dag prees hij zich gelukkig, dat hij daar niet woonde.
‘Dat bedoel ik niet,' bitste Caroline. ‘Cato schrijft dat Davina het huis wil verkopen en hier ook in Den Haag wil komen wonen!'
‘Davina heeft het nog niet eens zo gek bekeken,’ was de mening van Teun toen hij van de plannen van zijn schoonzus hoorde. ‘We kunnen dan met z’n allen meteen vertrekken en dat scheelt waarschijnlijk ook in de vervoerskosten.'