Weercolumn: Gevoelige temperatuurdaling komende dagen

Maart en april zijn echte overgangsmaanden wat het weer betreft. IJskoude poollucht probeert regelmatig flink zuidwaarts te stromen, terwijl anderzijds warme subtropische luchtstromen via Zuid-Europa soms royaal naar het noorden proberen te komen. De ene keer wint de kou het en de week daarna de warmte of andersom. Voorbije dinsdag en ook woensdag was het bijzonder zacht voor eind maart, met voorbeeldige lentetemperaturen tot rond of boven 20 graden. We zaten zo’n beetje op de recordwaarden voor deze periode van het jaar. In 1968 was het vergelijkbaar warm. Het Nederlandse record bedraagt nu 26.1 graden gemeten te Arcen (op 31 maart).

Donderdag was een overgangsdag naar belangrijker koeler weer. De kille noorder kwam er al vrij vroeg in en de temperatuur bleef steken bij 11 graden op de Eilanden. In de aanloop naar (en tijdens) Pasen blijft het zeer fris tot zelfs koud zo nu en dan.
Waarschijnlijk bereikt de allerkoudste maritiem arctische lucht met kans op sneeuw ons nog net. Overdag wordt het slechts een graad of 6-7 vanaf Eerste Paasdag. De nachten worden best koud, met kans op nachtvorst in het duinveld. Neerslag is nauwelijks te verwachten tot en met zondag in Zuidwest-Nederland.

Op maandag, Tweede Paasdag, neemt de kans op winterse neerslag dus sterk toe. De krachtige noordenwind maakt het bovendien extra gevoelskoud. Een overgang naar sterk wisselvallig weer zit er niet in na Pasen. De neerslagsignalen blijven vrij beperkt op middellange termijn. Toch kunnen we van licht wisselvallig weer spreken. Vanaf 10 april wordt het waarschijnlijk weer zachter vanuit het zuidwesten. April is normaliter een droge tot zeer droge maand in ons land. Veel regen in april is er amper doorgaans.
De maand maart is iets te fris de boeken in gegaan, met een maandgemiddelde van iets onder de 6 graden, terwijl deze normaal 6,4 graden bedraagt tegenwoordig, aldus de langjarige gegevens. Vorig jaar was maart extreem zonnig, maar in 2021 tipten we daar niet aan.