Meditatie: Van Hem werd gezien

De Heere Jezus is op weg naar Golgotha. Zijn discipelen gaan met Hem mee. Heeft Hij steun aan hen? Wie de lijdensgeschiedenis leest in het Evangelie naar Lukas, moet erkennen dat dit niet het geval is. Direct na de instelling van het Heilig Avondmaal ontstaat er twist tussen de discipelen onderling (Luk. 22:24-30). Zij vragen zich af wie onder hen de meeste is. Aansluitend spreekt de Heere Jezus tot Petrus (Luk. 22:31-34). De laatste verklaart dat hij bereid is met Jezus in de gevangenis te gaan, ja, zelfs dat hij met Hem wil sterven. Maar de Heere Jezus wijst Hem terecht. Niets van dat alles zal gebeuren. Hij zal zijn Heere verloochenen. Dan spreekt Jezus tot Zijn discipelen over de vervulling van de dingen die over Hem zijn geschreven (Luk. 22:35-38). In hun antwoord klinkt het onbegrip van de discipelen duidelijk door.
Uit dit alles blijkt dat de Heere Jezus geen steun krijgt van Zijn discipelen. En dat in deze fase van Zijn leven. Hij weet waar het heen gaat. Maar zij, die bij Hem zijn, zien het niet. Kunnen wij de discipelen verwijten maken? Eerlijk gezegd meen ik van niet. Zij stonden er nog voor. Wij daarentegen hebben de geschriften. Wij weten wat er gebeurd is. Maar betekent dat nu dat wij begrijpen wat hier gebeurt? Peilen wij de diepte van de eenzaamheid, die steeds meer het deel werd van de Heere Jezus? Proeven wij Zijn angst voor het naderende lijden? Wij zijn slechts toeschouwers. Niet meer dan dat.

'Maar van Hem werd gezien...'
In Zijn lijden ontvangt de Heere Jezus dan toch ondersteuning. Maar niet van mensen. Er komt een engel die Hem kracht geeft. Nee, geen schare van duizenden engelen, zoals bij Zijn geboorte. Maar toch, een engel. Het maakt duidelijk dat op dit moment de hemel voor de Heere Jezus nog niet gesloten is. De engel is daar het teken van. En de engel ondersteunt Hem. Op welke manier, lezen we niet. Misschien was de aanwezigheid van de engel voldoende, zoals wij soms voldoende hebben aan het gezelschap van mensen, ook al zeggen ze niets. Misschien hebben ze met elkaar gesproken, heeft de engel woorden van troost en bemoediging geuit. We weten het niet. Maar één ding weten we wel. Daar waar mensen het laten afweten en geen ondersteuning bieden, is er die engel uit de hemel. De Heere hoort, de Heere ziet ons in heel ons leven. En als het nodig is, stuurt Hij hulp. Vertrouwt u daarop?
Toch is er ook een keerzijde. Het is een engel. Het is niet de Vader zelf. In heel Zijn rondwandeling op de aarde wist de Heere Jezus Zich één met de Vader. Hoe vaak lezen we niet dat Hij Zich afzondert, om tot Zijn Vader te bidden? Hier zien we dat er afstand komt tussen de Vader en de Zoon. Weliswaar komt er nu nog een engel. De deur is nog niet helemaal dicht. Maar de afstand groeit. En dat zal uitlopen op die woorden, die wij nooit zullen kunnen peilen: 'Mijn God, Mijn God, waarom hebt Gij Mij verlaten'? Dan is de hemel echt gesloten. Dan komt er ook geen engel meer. Dan is Hij echt alleen!
En weet u waarom? We lezen dat in het Avondmaalsformulier. Daar staat: 'Opdat wij tot God zouden genomen, en nimmermeer van Hem verlaten worden'. Daarom gaat de Heere Jezus deze weg. Voor ons. Dat mag ons aan de ene kant beschamen. Deze weg moest Hij gaan, om onze zonden. Juist in de lijdenstijd worden we erop attent gemaakt hoe ernstig het is dat we zondigen. Kijk maar naar de weg die de Heere Jezus moest gaan. Aan de andere kant schittert hier Gods liefde voor zondaren. Deze weg wilde de Heere Jezus gaan om zondaren zalig te maken. Ja, u leest het goed, om zondaren zalig te maken. Hij is gekomen, voor de zieken, want de gezonden hebben geen medicijnmeester nodig. Dan mogen we elkaar oproepen om tot Hem te gaan, met al onze zonden. Nie­mand hoeft te zeggen: 'Voor mij kan het niet'.

'En van Hem werd gezien...'
De Heere Jezus gaat verder, op weg naar Golgotha. Hier ontvangt Hij weer kracht. En Hij zal deze weg helemaal aflopen. Tot het einde. En Hij zal roepen: ' Het is volbracht'. Hier staan mensen buiten spel. Zij verlaten Hem allemaal. Uiteindelijk komen er ook geen engelen meer. ook zij kunnen niet verder mee. Hij doet het alleen. Zouden we dan niet op Hem vertrouwen? Zouden we dan niet Hem de eer geven? Psalm 89:8 zingt: 'Door U, door U alleen, om het eeuwig welbehagen'. Zingen we dat mee?

Deze overdenking stond eerder in Eilanden-Nieuws van 21 april 2000.