Vervolgverhaal - Het hart kent zijn eigen bitterheid - Els van Wageningen (19)

‘Goedemorgen juffrouw, ik ben vannacht zo geschrokken en ik weet niet wat ik er van moet denken, dus ik hoop dat u mij raad kunt geven.' Trijntje haalde diep adem en ging verder. ‘Ik werd wakker van een vreemd geluid en dacht meteen aan inbrekers. Ik hoorde gestommel in de keuken en besloot een kijkje te gaan nemen.’ In stilte bewonderde Davina de moed van Trijntje. Zij zou dit nooit hebben gedaan. Zij knikte en Trijntje ratelde verder. ‘In ieder geval, ik besloot de keukendeur open te gooien en zo gezegd, zo gedaan.’ Davina kreeg een visioen van de dienstbode in nachtgewaad met slaapmuts als zijnde een spookverschijning. Wie of wat er zich ook in de keuken bevond, die kreeg ongetwijfeld de schrik van zijn leven. ‘Uw oom zat aan tafel en nog wel in zijn ondergoed.’ Het kwam er uit op afgemeten toon en Davina zag dat er rode vlekjes in haar hals verschenen. Trijntje was een jaar of dertig en Davina kon het zich niet voorstellen dat die in haar leven vaak mannen in hun ondergoed had gezien. Zij trouwens ook niet, maar Trijntje kwam wel uit een gezin met jongens. Met een verhit gebaar streek Trijntje een lok uit haar gezicht. Davina kon met moeite een glimlach onderdrukken. Trijntje vervolgde: ‘Dat was het ergste nog niet, uw oom zat aan de keukentafel en hij praatte maar en praatte maar, ik kon er geen touw aan vastknopen. Toen ik hem aansprak keek hij mij wild aan en vroeg of ik wel goed bij mijn hoofd was om hem zo maar te storen in een gesprek met zijn echtgenote.’ Er viel een stilte en een gevoel van medelijden voor oom Dirk overviel Davina. ‘Je bedoelt dat hij tegen een lege stoel praatte?’ Trijntje knikte. De drie vrouwen lieten dit feit op zich inwerken. ‘Het vreemde is dat hij ook nog een andere naam gebruikte. Hij was duidelijk in de war.’ Met ingehouden adem van spanning vroeg Davina: ‘Wat voor naam gebruikte hij dan?’ ‘Jannetje, hij bleef maar praten over Jannetje, maar uw tante heette toch Pietje?’ Davina knikte, haar tante Pietje was een paar jaar eerder overleden. ‘Dat klopt, maar zij is mevrouw Droogendijk nummer twee. De eerste mevrouw Droogendijk heette Jannetje. Het fijne weet ik er ook niet van, want toen waren mijn ouders nog niet eens getrouwd, al waren zij wel verloofd. Het huwelijk van oom Dirk en tante Jannetje heeft niet lang geduurd, zo’n anderhalf jaar meen ik, toen is Jannetje gestorven in het kraambed. Dit is gebeurd tijdens de bevalling, samen met haar kindje dat het niet heeft gehaald. Een jaar of vier, vijf later is oom Dirk hertrouwd met tante Pietje.’ Trijntje ging verder: ‘Met zachte drang heb ik geprobeerd uw oom weer naar bed te krijgen en tenslotte is mij dit gelukt. Ik heb maar niet gezegd dat uw tante er niet meer is. Ik heb een smoesje gebruikt dat zij al naar boven naar de slaapkamer was gegaan.’ Davina knikte goedkeurend. ‘Toen uw oom eenmaal veilig en wel in bed lag, ben ik bij hem gebleven totdat hij in slaap viel. Daarna ben ik naar beneden gegaan om te controleren of zowel de voor- als de achterdeur op slot zat. Stel je eens voor dat hij in zo’n toestand de straat op gaat.’ Oom Dirk woonde vlakbij de haven en hij zou niet de eerste zijn die in het donker van de kade in het water viel en jammerlijk aan zijn einde kwam. Davina stond op. ‘Dank je wel Trijntje, je hebt er goed aan gedaan om meteen hierheen te komen. Heb je het er vanmorgen nog met oom Dirk over gehad?’ Trijntje schudde haar hoofd. Ze had wel gevraagd of hij goed had geslapen en het antwoord was ‘ja’ geweest. Oom Dirk kon zich van het hele gebeuren niets meer herinneren. ‘Houd mij op de hoogte, ik zal wel maatregelen nemen.’ Met een haastige groet nam Trijntje afscheid en liep weer snel terug naar de Straatdijk.

Allereerst besloot Davina een bezoek te brengen aan de huisarts, Gerard Rinkel. Hij hoorde haar verhaal aan, maar vond dat zij er niet al te zwaar aan moest tillen. ‘Je oom is al op leeftijd en ik begrijp je zorgen, maar hierin kan ik weinig voor je doen. Het kan zijn dat deze situatie eenmalig was, maar het kan ook vaker gebeuren. Ik kan je alleen maar adviseren: probeer hem zo vaak mogelijk te bezoeken. Ik houd ondertussen ook een oogje in het zeil, maar hij is nu niet bepaald één van mijn favoriete patiënten.’ ‘Ik weet het, dokter, oom Dirk is van mening dat er al veel te veel dokters in de familie zijn die op hem letten. Hoe je het ook wendt of keert: u bent wel familie van familie.’ ‘Een broer van je zwager. Je zwager zit hoog en droog in ‘s-Hertogenbosch, dus dat zal wel meevallen,’ glimlachte de huisarts. ‘Maar u woont hier in het dorp en dat vindt oom Dirk veel te dichtbij.’

Davina besloot het bij oom Dirk over een andere boeg te gooien. Ze probeerde hem over te halen het huis te verkopen of te verhuren. ‘Mijn lieve kind, waar moet ik dan heen? Ik denk er niet aan om bij mijn zus in te trekken. Trouwens, wat moet ik in Sommelsdijk doen? Ik ben hier geboren en getogen en ik wil in Dirksland mijn ogen voor altijd sluiten.' Zo'n opmerking had Davina min of meer verwacht. Oom Dirk was nu eenmaal gehecht aan zijn geboortegrond en een bezoekje aan tante Leentje voelde voor hem al als een wereldreis. ‘Ik bedoel meer voor de gezelligheid, u komt dan bij mij wonen.' Davina aarzelde even. ‘Weet u oom, soms wilde ik dat er meer mensen in mijn huis woonden. Het is zo stil, overdag gaat het nog wel als Pleuntje er is. Maar als de avond is gevallen, is het best eenzaam en ook de nachten. Ik ben altijd blij als het weer ochtend is en ik weet dat zij er weer is.'
Oom Dirk keek zijn nichtje scherp onder zijn borstelige wenkbrauwen aan. ‘Wat denk je, als we de rollen eens omdraaien? Jij verkoopt dat grote huis aan de Voorstraat of verhuurt het en je komt bij mij wonen?' Daar had Davina nog niet aan gedacht. ‘En Pleuntje dan? Ik kan haar toch niet zomaar op straat zetten? Zij is dan haar betrekking kwijt en zal op zoek moeten gaan naar iets anders.' ‘Datzelfde probleem heb ik met Trijntje als ik op jouw voorstel in zou gaan.' Davina moest daar even over nadenken. Inderdaad, ze had geen rekening met Trijntje gehouden. ‘Dan schieten we met deze oplossing niets op,' antwoordde ze op spijtige toon. ‘Dus laten we alles bij het oude,' en tevreden lurkte oom Dirk aan zijn pijp.