Afbeelding
Foto:

Column: Verknipte kever

Als hij terugkomt, valt zijn blik op de lamp en blijft hij stokstijf staan. “Wat is dat?” Ik kijk omhoog en zie wat hij bedoelt. In de plafonnière zit een beest. Een groot beest, met kriebelpoten en voelsprieten. “Brrr, ik vind ‘m eng!” griezelt Daniël. “Haal hem weg, mama. Gauw!” Het beest, een soort van dikke kever aan het silhouet te zien, verroert zich niet. Ik bestudeer weifelend de lamp. Ik ben niet zo’n held als het om beesten gaat, huisdieren daargelaten. Gelukkig kent mijn zoon zijn moeder aardig en dendert de trap af. “Ik haal papa wel even!”

BJ komt naar boven. Ik zie dat hij een binnenpretje heeft, maar daar ga ik nu niet naar vragen. Eerst moet dat beest weg. Mijn man klimt op een stoel en geeft een tikje tegen de lamp, waardoor de kever een sprongetje lijkt te maken. Daniël huivert en trekt zich terug op de overloop. Het huilen staat hem duidelijk nader dan het lachen. Inmiddels is Lotte belangstellend over het traphek komen leunen. “Zo, da’s een engerd! Misschien is hij wel giftig, Daan. En wie zegt dat-ie maar alleen is? Straks zit er nog eentje achter je kast!”

Nu wordt het Daniël echt te gortig. Hij stort zich op onze slaapkamer in het grote bed en trekt snikkend het dekbed over zijn hoofd. Mijn man en dochter werpen elkaar grijnzend een knipoog toe, maar ik kan er de humor niet van inzien. “Vang dat beest nou gewoon. Je ziet toch hoe bang Daan is.” “Maar hij is nep!”, proest Lotte het uit. “Hij is van papier!” BJ haalt de uitgeknipte kever uit de lamp en legt hem op Lottes hand. “Kijk dan, Daan! Hij doet niks.” Daniël snuft nog eens flink en slaat aarzelend het dekbed terug. “Nietes, hij is wel echt! Haal hem weg!” Het kost mijn man en oudste dochter de nodige overtuigingskracht om hem te kalmeren. “Waar was dat nou voor nodig?”, mopper ik naderhand. “Het was mijn idee”, geeft Lotte toe. “Daan heeft de hele middag tegen mij lopen klieren. Daarom dus. Ik heb het net pas tegen papa gezegd.” Ik rol maar eens met mijn ogen en doe er verder het zwijgen toe.

Ongetwijfeld broedt mijn jongste zoon nu op een tegenactie. We wachten af.