Ethiek: Vrijheid van onderwijs

Daarnaast kent ons land financiële gelijkstelling. Dit betekent dat de christelijke scholen op gelijke voet als de openbare scholen uit de staatkas worden betaald. Overigens is dit niet zo bijzonder als wel eens wordt gezegd. Christenen betalen net als alle andere mensen belasting en waarom zou de overheid ‘eigen scholen’ dan niet uit algemene middelen kunnen betalen. Ons stelsel van onderwijsvoorzieningen is echter wel uniek in de wereld. In andere landen zijn de vrijheden bepaald niet zo ruim als in Nederland. Ik herinner me bijvoorbeeld dat behoudende mensen in Duitsland fors in de problemen kwamen omdat ze hun kinderen thuis les wilden geven. Dit omdat op het terrein van seksuele voorlichting heel vergaande zaken aan kinderen werden meegegeven. Ik dacht zelfs dat ouders hiervoor in de gevangenis hebben gezeten. Vrijheid van onderwijs is dus in Europa geen onbedreigd bezit.

De vrijheid van onderwijs en de financiële gelijkstelling betekenen ook dat scholen een eigen benoemingsbeleid en toelatingsbeleid mogen voeren. Enkele decennia geleden was dit nog algemeen geaccepteerd. Inmiddels weten we dat er danig aan deze vrijheden wordt geknaagd. Schoolbesturen kunnen niet zomaar iemand om principiële redenen weigeren. Het zou best kunnen dat deze dingen in de komende tijd op de helling gaan. Overigens is dat al gaande. Want op sommige punten is er gewoon geen volledige vrijheid meer. Burgerschap heeft tegenwoorden een hele brede strekking en bijvoorbeeld de Bijbelse visie op seksualiteit wordt meer en meer als een probleem gezien door velen in ons land. Het niet discrimineren wordt door sommigen als een zodanig belangrijk grondrecht gezien dat alle andere vrijheden daaraan ondergeschikt moeten worden gemaakt. Ook in de politiek dringt de liberale agenda meer en meer door en staat ook een partij als het CDA niet meer onverkort achter de onderwijsvrijheid. Het geeft te denken als binnen die partij langzaamaan de vrijheid van onderwijs ter discussie komt te staan. Nederland wordt meer en meer een liberaal land, waar de zelfbeschikking en de vrijheid van het individu besliste prioriteit heeft. Artikel één van de grondwet, het non-discriminatiebeginsel, gaat als een algemeen grondrecht functioneren, waar andere rechten ondergeschikt aan zijn gemaakt.

Het is een ontwikkeling die reeds langer aan de gang is. Meer en meer wordt echter duidelijk dat in regeerbeleid en politiek de oude bakens van de samenleving met rechten en plichten voor ieder en ook met vrijheden voor ouders en gezinnen op de tocht komt te staan. Rond de ‘eigen scholen’ kan zich zomaar een hele indringende ontwikkeling gaan aftekenen, die overigens al jaren gaande is. Het houdt echter niet op bij de scholen. Want waarom zou een overheid zich ook niet inhoudelijk gaan bemoeien met de kerken. Uiteraard weet ik ook wel dat in onze tijd kerken een zekere vrijheid hebben, maar het kan zomaar zijn dat emancipatie ook wordt opgelegd aan kerken. Er zullen genoeg mensen zijn die het maar vreemd vinden dat kerken vrouwen kunnen weren uit het ambt. De klassieke gedachte over ambten is voor veel mensen in ons land volstrekt achterhaald. En waarom zou een overheid de vrijheid van kerken op dit punt niet aan banden kunnen leggen? Misschien denkt u dat dit wel erg voorbarig is. Dat zou kunnen maar wie een beetje nadenkt weet dat op dit punt dingen heel erg snel kunnen veranderen. We zien vandaag een ontwikkeling waar we het einde nog niet van kunnen overzien. Wie had ook gedacht dat alles rond gender een dergelijke invloed zou krijgen in de samenleving? Het is een appel om waakzaam te zijn en te blijven. Het gaat op 17 maart om belangrijke zaken.

Ds. W. Visscher