Vervolgverhaal - Het hart kent zijn eigen bitterheid - Els van Wageningen (18)

Davina sloot haar ogen en toen zij die weer opende was het beeld van haar moeder verdwenen. Toch schoof ze ongemakkelijk op haar stoel en wachtte in spanning op een antwoord. Dat duurde even, maar de stilte die ontstond voelde niet onaangenaam aan. Oom Dirk streek met zijn hand langs zijn kin. ‘Meidje, je moet maar zo denken: onkruid vergaat niet en dat is het ook met mij. Natuurlijk voel ik mij weleens moe, maar wie heeft dit nu niet op mijn leeftijd? De jaren gaan ook tellen, moet je niet vergeten.'
Davina dacht er het hare van, oom Dirk was nog niet zo oud, in haar ogen althans. Er waren wel oudere mensen dan de zesenzestig jaren die hij telde. Davina was echter niet van plan zich met een kluitje in het riet te laten sturen, negeerde de laatste opmerking en vroeg verder, terwijl ze een slokje van haar thee nam. ‘Neemt u voldoende rust en eet u wel genoeg? Ik geloof dat u toch ook magerder wordt.’ Oom Dirk trok zijn wenkbrauwen samen. Het was overduidelijk dat hij al dat gevraag van zijn nichtje vervelend vond.

‘Ik kan maar niet begrijpen,’ om van haar gevraag af te zijn, gooide hij het over een andere boeg ‘dat jij nooit getrouwd bent met een arts. Er is een prima echtgenote aan je verloren gegaan, dat meen ik uit de grond van mijn hart.’ Terwijl hij dat zei keek hij Davina oplettend aan en schrok toen hij de pijn in haar ogen zag. Zonder dat oom Dirk het wist had hij een gevoelige snaar geraakt en Davina leek even van haar stuk te zijn gebracht. ‘Er is ooit iemand geweest, oom Dirk, waarvan ik veel heb gehouden, maar het heeft niet zo mogen zijn.’ Nu wilde hij toch graag wel wat meer weten.
‘Waarom is het dan niet tot een huwelijk gekomen?’
‘Hij had geen oog voor mij, maar wel voor mijn zus en daar is hij ook mee getrouwd.’ Het kwam er afgemeten uit en oom Dirk voelde wel dat verder aandringen geen zin had. Overigens, hij kon ook wel raden wie van de twee zwagers het moest zijn. Davina begreep nu dat oom Dirk niet met haar over zijn gezondheid wilde praten en zij liet het daarbij. Ze probeerde zijn aandacht af te leiden door over iets anders te beginnen, hetgeen ook lukte. In gedachten echter maakte zij een plan. Teun moest maar eens langskomen, desnoods onder het mom van een familiebezoekje.

Bij het afscheid hield zij haar oom wat langer vast dan gebruikelijk. Hij merkte het niet of hij deed net alsof hij het niet merkte. In de hal, terwijl Trijntje Davina in haar mantel hielp, keek zij de dienstbode doordringend aan.
‘Trijntje, ik maak mij zorgen over oom, misschien zijn ze gegrond, misschien ook niet. Wil jij mij op de hoogte houden als je iets bijzonders aan zijn gedrag of eetgewoonten opvalt?’
‘Natuurlijk zal ik dat doen juffrouw Werner, als er iets is dan laat ik het u wel weten, desnoods via Pleuntje.’ Davina had er alle vertrouwen in dat het dan goed zou komen, Pleuntje en Trijntje waren dikke vriendinnen. Op dit moment zou het te veel opvallen als zij meerdere keren per week bij oom Dirk over de vloer zou komen.

Teun beloofde dat hij onverwacht met Cato en de kinderen bij oom langs zou gaan. Hij hield woord en via Cato kreeg Davina zijn bevindingen te horen. ‘Niets bijzonders,’ was zijn oordeel. ‘Het is niets anders dan de leeftijd die een rol speelt.’ De eerstvolgende keer dat Davina weer bij oom Dirk was, kon hij het niet nalaten er over te beginnen. ‘Je hebt mij weer een mooie middag bezorgd door Teun op mijn dak te sturen.’
Davina deed net alsof ze niet wist waar hij het over had.
‘Teun? Is hij dan langs geweest? Alleen of met Cato?’
‘Doe nu maar niet alsof jij hier niet achter zit… Ja, ze zijn afgelopen zondag op de thee geweest.’
‘Dat is toch leuk, als men belangstelling in een mens stelt. Bovendien, Cato is ook een nichtje van u.’ Maar dat bedoelde oom Dirk niet en hij wond zich er danig over op.
‘Jullie willen mij alleen maar naar die verdraaide pillendraaier krijgen. Nou, mij niet gezien. Ik voel mij kerngezond en pieker er niet over om naar zijn spreekuur te gaan.’
‘U moet dat niet zo opvatten en ook niet de kwaliteiten van uw huisarts onderschatten,’ probeerde Davina hem te kalmeren.
‘Hij wil alleen maar zo veel mogelijk geld uit je zak kloppen. Begrijp mij goed hoor, ik ben blij dat er hier in het dorp een huisarts is, maar ik wil hem niet iedere keer over de vloer hebben. Een huisarts als zwager vond ik al een bezoeking. Nu heb ik ook nog eens twee aangetrouwde neven die dat beroep uitoefenen en over mijn gezondheid waken. Overigens vind ik dat wel voldoende.’ Davina kon een glimlach niet onderdrukken, als oom zo reageerde zou het inderdaad wel loslopen.

Pleuntje keek verwonderd in het gezicht van haar vriendin Trijntje toen ze de voordeur opende. ‘Goedemorgen, jij bent er ook vroeg bij.' Pleuntje wilde vragen of er soms iets aan de hand was, maar Trijntje glipte langs haar heen naar binnen. ‘Snel, haal juffrouw Werner, haar oom mag niet weten dat ik hier ben.'
Davina had de opgewonden stem van Trijntje al gehoord en kwam de gang in.
‘Hier ben ik Trijntje, goedemorgen, kom maar gauw verder en jij ook Pleuntje.' Davina wist maar al te goed van de vriendschap, dus het leek haar zinvol om Pleuntje ook bij het gesprek te laten zijn, ze zou het anders toch wel te weten komen.