Afbeelding

Opinie: Stemmen is best een beetje ingewikkeld geworden

Om te beginnen doen meer politieke partijen dan ooit mee aan de Tweede Kamerverkiezingen; 37 stuks om precies te zijn. Gezien de laatste peilingen zou het zomaar kunnen dat een recordaantal van vijftien politieke partijen in de Tweede Kamer komt. De grote hoeveelheid partijen wordt door velen het feest van de democratie genoemd. Daarmee bedoelen deze mensen vast dat het positief is dat iedereen die dat wil, mee kan doen aan de verkiezingen. Elke Nederlander kan een politieke partij oprichten, zich inschrijven bij de Kiesraad en zorgen dat de partij voldoet aan de voorschriften van de Kieswet.

Dat dit ook relatief massaal gebeurt, is niet per se een feest. Het stembiljet was al onhandig groot, dit jaar moeten de stemhokjes vermoedelijk wat ruimer opgezet worden. Los daarvan wordt het er ook inhoudelijk gezien niet overzichtelijker op. Zoveel partijen, zoveel meningen en ze willen zich allemaal profileren als ‘het antwoord op tien jaar VVD’ of ‘de oplossing van alle problemen’. Terwijl ze verdacht vaak ongeveer hetzelfde roepen, maar de een wat harder of overtuigender dan de ander. Ook lijken de partijen die ontstaan zijn uit bestaande partijen, veel meer op hun ‘moederpartij’ dan ze doen voorkomen.

De mogelijke effecten op de zetelverdeling in de Tweede Kamer en het vormen van een nieuwe regering kunnen daarbij voor nog grotere uitdaging zorgen. Bij verdere versplintering zou zomaar het Belgische record kunnen sneuvelen. Onze zuiderburen deden er de laatste keer een jaar en vier maanden over om een regering te vormen. Daar ziet het met een grote VVD en vijf partijen die rond de 15 zetels schommelen niet naar uit, maar als de kleine partijen zetels gaan snoepen, kan het hard gaan.

Er valt wat te kiezen, het is een vaak gehoorde uitspraak deze dagen. Maar misschien valt er wel veel te veel te kiezen. Niet dat we naar een Amerikaans model toe moeten, laat dat duidelijk zijn. Eén partij aan de macht is ook in Nederland een slecht idee. Wel moeten we nadenken of de recente ontwikkelingen waar mogelijk afgeremd moeten worden. Een wat hogere kiesdrempel bijvoorbeeld, of strengere eisen aan het oprichten van een nieuwe politieke partij.

Op dit moment kan eigenlijk alles nog. Een bekend voorbeeld uit de praktijk is een Kamerlid die met zijn of haar partij breekt. Die vormt nu, hup, een eigen eenmansfractie. Als dat nu eens alleen mogelijk wordt als het betreffende Kamerlid voldoende voorkeursstemmen heeft gekregen, dan scheelt dat al weer in de versplintering. Zo niet, dan wordt de zetel overgenomen door een andere kandidaat van de kieslijst. Nu zie je dat dergelijke mensen het podium van de Tweede Kamer kunnen blijven gebruiken en zo alsnog een zeteltje bemachtigen.

De VVD stevent volgens de peilingen af op een ruime verkiezingsoverwinning. Als je alle geluiden op de sociale media moet geloven, bakken Rutte en De Jonge er helemaal niets van. Dat deze mening toebehoort aan veel minder mensen dan op het eerste gezicht lijkt, valt weer af te leiden uit de peilingen. Pas op 17 maart kan hier echt iets zinnigs over gezegd worden. Tot die tijd blijft het speculeren.