Wat een genade!

Nog eenmaal kijken we naar de geschiedenis van de blindgeborene. En we willen dan een streep zetten onder: Hem vindende. Deze woorden uit onze tekst is een van de fijnste trekken, waaraan het verhaal van de genezing van de blindgeborene zo rijk is.
Deze man, die zo rijk begenadigd werd, moest ondervinden, dat wie staan mag aan de zijde van de Heere Jezus Christus niet ontkomen zal aan het martelaarschap in welke vorm dan ook. Deze man was eerst voor de kerkelijke overheid gedaagd en zowel hij als zijn ouders waren scherp ondervraagd. Maar toen hij zich niet door die getabberde mannen van de wijs liet brengen en hij niet ontrouw wilde zijn aan zijn Weldoener, ja toen lag het banvonnis voor hem gereed. Hij werd buiten de gemeenschap van Israël gesloten, want dat is de betekenis van het woord uitgeworpen. Vreselijke zaak dat zo de kinderen Gods worden lastiggevallen en aangevochten. door de 'vróme kerkmensen'. Toch mag het ons niet verbazen, want immers ook dit is door de Heiland Zelf al voorzegd. Ze hebben Mij gehaat, ze zullen ook u haten. Zo was het en zo is het en zo zal het altijd blijven. Maar let nu op het vervolg, wat er dan gebeurt.
Jezus hoorde, dat zij hem uitgeworpen hadden en hem vindende, zeide tot hem.... Zij, dat vrome Jeruzalem werpt hem uit, maar de Heere Jezus vindt hem. Waar zij met hem breken, snelt de Heere Jezus op hem toe. Waar zij hem prijsgeven aan de openbare minachting en schande, komt de Heiland om zijn nog zo zwakke geloof te zuiveren en te sterken.
Is het niet om stil van te worden! Wat een genade, wat een trouw. Ja wat een rijkdom van genade en wat een herderlijke trouw. Hier ziet u hoe de Goede Herder zorgt voor Zijn kudde en hoe vooral de kleintjes Zijn bijzondere zorg hebben. Misschien kent u het wel uit eigen ervaring al is het zeker waar, dat wij niet in dezelfde zin uit de synagoge geworpen worden, wanneer wij openlijk voor de Naam des Heeren uitkomen. Weinigen van ons krijgen de scheldwoorden nog in het gezicht geslingerd, hoewel ze er zeker zijn.
Maar al is het dan niet in die mate, hoevelen moeten het niet ervaren, dat zij als het ware afgeschreven zijn voor de wereld. En weet u wat nog erger is? Wanneer we in zulke moeilijke omstandigheden verkeren, dan lijkt de Heere soms zo ongelofelijk ver weg en dan komt de vijandschap niet alleen tegen ons op, maar ook in ons op. Wat kan dan die 'binnenprater' niet te keer gaan en je hart bonst en hamert: is dat nu een God, die je dit toch maar op je weg stuurt? Kijk eens om je heen, ben je dan zoveel slechter dan anderen, dat je dat allemaal moet meemaken? Die Heere, waar je nu alles van verwachtte, Die had toch wel kunnen zorgen dat…
Wat kan het dan stormen en je zou er bijna in omkomen. Maar kijk nu nog eenmaal naar onze tekst. Er is een oor dat hoort. Er is een oog dat ziet. Er is een hart dat eenzamen en ellendigen, die nochtans op de Naam des Heeren hopen, opzoekt en vindt. Hij laat ze niet alleen, maar Hij zal hen alles geven wat ze nodig hebben. Wat geeft het dan, al heeft de wereld u afgeschreven, als je Hem mag kennen en wanneer je mag delen in die rijkdom van Zijn genade.
Wanneer je mag rusten in Zijn armen weten mag, dat Hij je naar huis draagt om te mogen rusten in de schoot van de Vader.
Weet dit: Gods liefde komt ons het meest nabij, Zijn vertroosting is het grootst, Zijn vrede het diepst, wanneer de wereld voor ons gesloten is en wij alleen op Hem hebben leren vertrouwen. Nog een vraag: Bent u zo al door Hem gevonden? Ja? Dan bent u, dan ben jij zalig! Nee? Vlucht dan naar Hem en val voor Hem neer, nu het nog kan.

Deze overdenking stond eerder in Eilanden-Nieuws van 7 februari 1997