Pietje van Aken. Foto: Pauline Hof
Pietje van Aken. Foto: Pauline Hof Foto:

“Toch komt er een moment, dat je zo goed en zo kwaad als het gaat, je draai weer vindt”

“Eigenlijk begon het allemaal met de uitvoering van een toneelstuk”, lacht Pietje van Aken geboren Bakelaar. Ze is een echte Goereese. Ze werd geboren in ’t Stamphuis aan de Kinderdijk. “Mijn vader Leunis speelde trombone bij koninklijke fanfare Apollo. Er werd om de zoveel tijd voor de leden op een avond een toneelstuk opgevoerd. Ik was een jaar of veertien, toen ik werd gevraagd, of ik ook aan het stuk wilde meedoen.” Pietje weet het nog goed. Ze speelde een rol als piccolo. “Door het repeteren, leerde ik sommige mensen beter kennen, waaronder Wijnand ’t Mannetje. Hij speelde bugel.” Twee jaar later bloeide voorzichtig iets moois op. Wijnand was bijna vijf jaar ouder. “Mijn ouders vonden me eigenlijk te jong voor een vriendje. Dus het was allemaal een beetje stiekem”, biecht ze op. “In 1953, tijdens de Ramp, woonden we op de Doelweg. Mijn vader en moeder, oma, en mijn twee zusjes, waarvan de jongste toen nog maar zeven maanden was en ik vluchtten naar boven voor het water.” Pietje wist als eerste van het gezin te ontsnappen via een klein raampje boven, op twee aan elkaar gespijkerde planken. Een stukje verder in een slopje waadde Wijnand door het water om haar droog over te brengen. “Ik had uiteindelijk alleen natte voeten. De rest is later met een oude boot gered.” De ouders van Pietje waren na de reddingsactie wat milder. “Vanaf dat moment mocht Wijnand ook thuiskomen.”



Gemeente



Nadat ze van school kwam, ze zal zo’n 14, 15 jaar geweest zijn, werkte ze bij de burgemeester van Goedereede, Knobelsdorff, in de huishouding, totdat ze in 1957 met Wijnand in het huwelijk trad. “Als je trouwde, moest je stoppen met werken. Tegenwoordig denk je: wat een onzin, maar toen was dat gewoon. Ik had weinig om handen. Ik herinner me van die tijd, dat ik vreselijk veel heb zitten breien, met van die dunne wol. Ik kon ik in vier weken een trui voor mijn vader breien. Dan kun je wel nagaan, want hij was flink!” Wijnand was veel ziek en werd afgekeurd, maar kreeg een sociale werkplek, als conciërge bij de gemeente Goedereede. Pietje hielp hem altijd op vrijdagmiddag, met werkzaamheden, die voor hem eigenlijk te zwaar waren. Ook werd ze later door de gemeente gevraagd te helpen, toen het nieuwe gemeentehuis aan de Tramlijnbaan moest worden schoongemaakt na de bouw. Uiteindelijk resulteerde dit tot een baan bij de gemeente. “Ik maakte de kantoren schoon en ook als er iets bijzonders was, was ik erbij. Ik kijk er met veel plezier op terug.”

Erelid


Het huwelijk van Wijnand en Pietje bleef kinderloos. Ze hadden het heel fijn samen. Wijnand was actief bij Apollo als penningmeester. Pietje hielp hem waar ze kon. Ze zetten zich in met hart en ziel en organiseerden vele acties om de kas van de fanfare te spekken. Tot het noodlot toesloeg en Wijnand kanker kreeg. Tijdens zijn ziekbed, dat acht jaar duurde, zorgde Pietje voor hem. “Ik vind het heel mooi, dat ik dat heb kunnen doen. Natuurlijk was het zwaar, maar ik had het niet anders gewild.” Wijnand ’t Mannetje overleed in mei 1991. Pietje werd weduwe op haar 54e. “Wijnand was mijn grote liefde. Het was moeilijk en verdrietig om hem te moeten missen. Maar je moet er doorheen. Je kunt niet anders. Het is natuurlijk niet gemakkelijk, dat wil ik best toegeven, maar je moet.” Pietje vond afleiding bij Apollo. Na Wijnands overlijden had ze het penningmeesterschap willen overdragen, maar het bestuur vroeg haar het zelf te doen. “Ik zei, dat ik dat helemaal niet kon. Ik moest ook begrotingen maken enzo, maar daar zouden ze me dan bij helpen. Toen heb ik toch maar ingestemd.” Ze zou uiteindelijk nog acht jaar penningmeester blijven. Pietje was er elke repetitie bij. Want, vond ze, als je in het bestuur zit, moet je er wezen ook.” Ze werd bij haar afscheid tot erelid benoemd.

Aanschuiven


Apollo bracht haar afleiding in een moeilijke tijd, maar dat gold ook voor de plattelandsvrouwen. Binnen die vereniging was een groepje van tien dames, dat eens in de maand om beurten bij een van hen bij elkaar kwam. “Dat was altijd zo gezellig! In moeilijke tijden trek je jezelf daar echt aan op. Het was een gemêleerd gezelschap, dat ook in leeftijd nogal uiteenliep, maar we hadden het erg leuk. Zo gingen we ook met zijn tienen op vakantie naar Valkenburg.” Er zouden nog vele vakanties volgen. “Een, soms twee keer per jaar maakten we een georganiseerde reis. We zijn op veel plekken geweest: Ierland, Zwitserland, Oostenrijk, Duitsland en Italië. “Niet iedereen ging elke keer mee. De ene keer waren we met wat meer dan de andere keer. In 2000 belandde ik met twee van hen in Tirol. Hoe het kwam, kwam het, maar altijd als we met zijn allen wegwaren, haakte er wel iemand aan. Een weduwnaar uit Emmen, of een jonge knul, die thuis in een begeleid wonen project zat, waar we ons over ontfermd hebben. Toen er in Kirchberg ene Peter van Aken uit Eindhoven die eerste morgen bij het ontbijt vroeg, of hij bij ons aan tafel mocht aanschuiven, vond iedereen dat prima. We waren dat gewend.” Peter bleek een gezellige man te zijn en ze trokken met zijn vieren de hele week samen op. Hij was weduwnaar, had drie kinderen, hield van wandelen en was een natuurliefhebber en wist ook veel over de natuur te vertellen. Het was hartstikke gezellig.” Aan het eind van de vakantie werd er hartelijk afscheid genomen, maar zonder adressen uit te wisselen. Pietje is er nog verbaasd over. “We hebben daar gewoon niet aan gedacht.”

Foto’s


De dames hadden daar achteraf wel spijt van. Ze hadden zoveel leuke vakantiefoto’s, waar ook Peter op stond. Hoe leuk was het geweest, als ze die hadden kunnen opsturen? Er bleken maar drie ‘Van Akens’ in Eindhoven. Pietje wist zijn telefoonnummer te achterhalen. Pietjes vriendinnen vonden, dat zij dus maar moest bellen. “Ik werd vaak vooruitgeschoven, als er iets gedaan moest worden.” Haar gulle lach klinkt door de kamer. Peter wilde helemaal niet, dat ze de foto’s zouden opsturen, hij vond het leuker om langs te komen. Dan konden ze meteen ook zijn foto’s zien. Hij had er ook veel, waar zij op stonden. Pietje was afhoudend, Peter hield aan en ze ging overstag. “Ik zei nog tegen mijn vriendinnen: Jullie zorgen maar dat jullie er ook zijn! Ik ga hier niet alleen in huis met een vreemde vent zitten.” Het was die dag heel erg gezellig. Ze keken foto’s en deden een rondje door Goeree. Peter kwam vaker deze kant op en kreeg gevoelens voor Pietje. En zij kreeg ook gevoelens voor hem. Het was fijn en moeilijk tegelijk. “Ik werd erdoor overvallen. Ik was er altijd zo van overtuigd geweest alleen te blijven. Wijnand was mijn grote liefde. Het is vreemd te merken, dat je weer iets voor een ander kunt voelen. Ik besefte toen ook, dat ik het verlies van Wijnand een plek moest geven. Je kunt niet leven met één man in je gedachte en één man naast je. Maar als iemand dat begreep, was Peter dat, hij was tenslotte zelf ook weduwnaar.”

Fotoalbums


Hun relatie verdiepte zich. Op drie dagen na, twee jaar later, trokken ze samen in hun nieuwe huis in Goedereede. Waren ze voorheen al veel bij elkaar, of in Eindhoven of in Goedereede, nu werd het echt, samen in een huis. “Op 24 september 2008 zijn we getrouwd. Met een aanzoek met rode rozen.” Pietje glimlacht. “Ik vond mezelf wel te oud hoor met 72 voor een echte trouwjurk. Ik heb daarom gewoon een mooi pakje uitgezocht. Het was trouwens nog stress, want kort van tevoren bleek dat het jasje en de rok kleurverschil hadden. Maar dat is gelukkig nog op tijd opgelost.” Het was een mooie dag. “Vlak na het jawoord in de Goereese toren, hoorde ik een klap op een trommel. Toen stond Apollo daar. Toen heb ik wel een traantje weggepinkt.” Vertederend wijst ze op verschillende foto’s in het trouwalbum. Haar gezicht straalt als ze de pagina’s omslaat en herinneringen ophaalt. Ze maakte met Peter vele verre reizen. Een flinke rij dikke fotoalbums staat als getuige daarvan in de kast. Op de ruggen van de kaften staan de bestemmingen: van Namibië, Costa Rica, de Nederlandse Antillen en Vietnam tot Zuid-Afrika en Nieuw-Zeeland. “We hebben het zo fijn gehad samen. Ook Peter was mijn grote liefde.” Ze bladert graag in de fotoalbums. Ze bieden troost. Ze vindt het heerlijk even terug te gaan naar die fijne tijden. “Kijk, moet je deze foto zien van die nijlpaarden in Kenya. Eigenlijk mocht je niet zo dichtbij, maar ik heb het toch gedaan,” lacht ze ondeugend.

Kinderen


Peter overleed, in 2012, na een ziekbed. “Het is moeilijk om iemand te zien lijden. Ik was blij, dat ik hem ook tot het laatst mocht verzorgen.” Hoe vreselijk moet het zijn, zoiets tweemaal mee te maken, twee keer weduwe te worden. Pietje haalt haar schouders op: “Het verdriet is groot. Je weet eigenlijk niet, hoe je het doet. Toch komt er weer een moment, dat je zo goed en zo kwaad als het gaat, je draai weer vindt. Maar het gemis blijft. Kleine dingen herinneren je er soms opeens aan. Of data van belangrijke momenten. Ik heb nog steeds slechte dagen, maar dat zal wel nooit echt over gaan. Maar je moet door, of je wilt of niet. De kinderen van Peter voelen als mijn eigen kinderen. Ik houd zoveel van ze. Ik heb ook veel steun aan ze. Eén dochter woont op Curaçao. Ik skype elke week met haar. Ook met de andere twee heb ik veel contact.” Boos dat het haar moest overkomen is ze nooit geweest. “Ik vind het juist heel bijzonder. Ik heb twee grote liefdes gehad. Ik had nooit gedacht dat ik dat mee zou maken.”

Kadertekst:

Voor de serie Oud & Wijs bezoekt Pauline Hof senioren, die met hun ervaring van toen hun licht laten schijnen op zaken van nu. In deze vijftigste aflevering: Pietertje van Aken (1936) uit Goedereede.

 Met de vriendinnen op vakantie in Valkenburg.
De trouwfoto uit 1957 van Pietje en Wijnand.
Pietje en Peter op hun trouwdag. Foto: Op de Kiek