Afbeelding

De kerkgeschiedenis in 100 verhalen (deel 2)

Om even uw geheugen op te frissen, een kort citaat dat op de cover stond van deel 1. 'Over het strand van het Griekse eiland Patmos loopt een oude man. Alleen het geluid van de branding en het gekrijs van vogels is op het stille, rotsachtige eiland te horen. Wie is die man? Het is de apostel Johannes. Wat is er veel gebeurd in zijn leven! Op Patmos krijgt Johannes een huiveringwekkende blik in de grote verdrukking en het lijden dat de kerk van Christus op aarde te wachten staat. Dit eerste deel van 'De kerkgeschiedenis in 100 verhalen' begint in de apostolische tijd en loopt door tot in het tijdperk van de Reformatie. De auteur beschrijft de indrukwekkende levensverhalen van martelaren, zendelingen, monniken en reformatoren. In elk hoofdstuk zijn kaders met achtergrondinformatie opgenomen. In deze vijftig verhalen schittert de trouw van God.'

Dit tweede (en laatste) deel van 'De kerkgeschiedenis in 100 verhalen' begint in het tijdperk van de Reformatie en loopt door tot de huidige tijd. Om een indruk te geven hoe de schrijfster de figuren uit de kerkgeschiedenis beschrijft, hier een voorbeeld: ‘Onophoudelijk beuken torenhoge golven tegen de Greyhound aan. De bemanning hoost uit alle macht het binnenstromende zeewater weer overboord. Ze zijn in een verschrikkelijke storm terechtgekomen. Vlak bij de kapitein staat John Newton. ‘Moge God ons genadig zijn’, roept hij uit. Meteen gaat het door hem heen: Zou er voor mij nog genade zijn?'

Zo zet de schrijfster hoofdstuk 76 in. Vervolgens geeft ze een korte levensbeschrijving van John Newton. Hij wordt op 24 juli 1725 geboren in Wapping, een voorstad van Londen. Zijn vader vaart als kapitein op een koopmansschip. De moeder van John is een gelovige vrouw. Zij leert hem lezen, catechismusvragen en – antwoorden opzeggen en ze zingt veel geestelijke liederen met hem. ‘John’, zegt ze op een dag, ‘ik hoop dat jij later predikant wordt.’… Maar haar wens lijkt niet uit te komen.

Jarenlang zwerft John over de wereldzeeën. Mede door zijn eigen - vaak opstandige – gedrag maakt hij veel nare gebeurtenissen mee. Hij spot, vloekt en zondigt zo veel, dat de ander bemanningsleden zelfs een hekel aan hem krijgen. Na een omzwerven van vier jaar, in januari 1748, is de Greyhound, het schip waar hij dan op vaart, op de terugweg naar Engeland. Uit verveling haalt John een boek uit de bibliotheek van de kapitein. Het is een Engelse vertaling van 'De navolging van Christus' van Thomas à Kempis. Wat leest John in dit boekje? De volgende ernstige waarschuwing: ‘Waar u ook bent, waar u ook heen gaat, u zult ellendig zijn als u zich niet tot God bekeert’. Hij kan maar niet ophouden hierin te lezen en de volgende weken leest en herleest hij het boek. Midden in een nacht, begin maart, steekt er een zware storm op. Die storm is het keerpunt in Johns leven. Hij roept voor het eerst om Gods genade. Het schip komt na een gevaarlijke reis behouden in Engeland aan. In 1742 had hij Polly ontmoet en van beide kanten was hij liefde op het eerste gezicht. In 1750 trouwen ze; zolang heeft zij op hem gewacht. En wat de wens van de moeder van John Newton was, is in 1780 vervuld: hij wordt predikant in Londen… Ook voor John was er genade.

Hij was een tijd lang kapitein op een slavenschip. Newton probeerde zo goed mogelijk voor de slaven te zorgen. Een parlementslid wilde de slavenhandel afschaffen. Newton getuigde in het parlement over de gruwelijkheden die er plaatsvonden. Ook schreef hij een boek: ‘Gedachten over de Afrikaanse slavenhandel’. Mede daardoor stemde op 25 maart 1806 het parlement voor de afschaffing van de slavenhandel. Op 21 december 1807 overleed John Newton. Zijn laatste woorden waren: 'Ik ben een grote zondaar – en Christus is een grote Heiland.'

John Newton schreef in die tijd dat hij predikant was verschillende christelijke liederen. Een van zijn hymnes is wereldberoemd geworden. ‘Amazing Grace’ is de titel van het lied. Dit dichtte hij naar aanleiding van een nieuwjaarspreek die hij hield op 1 januari 1773. Hij preekte die dag over 1 Kronieken 17 vers 16 en 17. Koning David zegt in dat gedeelte: 'Wie ben ik, Heere God, en wat is mijn huis, dat Gij mij tot hiertoe gebracht hebt?' Die verwondering klinkt ook door in Amazing Grace.

Het boek is rijk geïllustreerd en voorzien van informatieve kaders, die bijzonderheden uit het leven van de reformatoren, opwekkingspredikers, zendelingen en martelaren typeren. Bij elk hoofdstuk is een tijdlijn geplaatst, zodat we ook de tijd van de besproken kerkgeschiedenis figuren kunnen plaatsen.

Van harte aanbevolen, in gezinnen, op scholen en in de bibliotheken van kerken en verenigingen. Zo gaan deze personen uit verleden en heden leven. Een knap staaltje werk van Gisette van Dalen-Heemskerk. Het boek is ook actueel, want in hoofdstuk 100 wordt een wolk van getuigen genoemd. In het kader van blz. 204 wordt een citaat aangehaald uit het boek: ‘In handen van IS’. De laatste verhalen van vervolging en martelingen zijn te vinden op opendoors.nl en friedenstimme.nl. Over het leven van Hannelie Groenewald verscheen bij uitgeverij De Banier 'De hoogste prijs'.