Financiële compensatie voor afnemen pulsrechten

Het besluit van het Europees Parlement op 16 april 2019 om in de nieuwe technische maatregelenverordening een pulsverbod op te nemen, sloeg hard in bij veel Nederlandse visserijondernemingen. De 84 toestemmingen die de Nederlandse kottersector in 3 groepen had verkregen, werden na het besluit van het Europees Parlement gefaseerd ingetrokken door het ministerie van LNV. Daarop eisten de pulsvissers een schadevergoeding van het ministerie van LNV en betwistten de pulsvissers de geldigheid van de verordening Technische Maatregelen waarin het verbod opgenomen was. Dit verzoek werd afgewezen, waarna zestien leden van de Nederlandse Vissersbond besloten om een rechtsprocedure te starten.

Groep 1 kreeg 22 ontheffingen op basis van de algemene bepaling in de Europese regelgeving op grond waarvan 5% van de boomkorvloot mag pulsvissen. Groep 2 kreeg 20 ontheffingen, gebaseerd op deelname aan wetenschappelijk onderzoek naar pulsvisserij en Groep 3 kreeg 42 ontheffingen, gebaseerd op deelname aan het onderzoek voor de implementatie van de aanlandplicht. De zitting vond eind 2020 plaats en deze maand volgde de uitspraak. De Rechtbank oordeelde dat het ministerie van LNV op de juiste juridische grondslag de intrekkingsbesluiten heeft gebaseerd. Ook vond de Rechtbank dat het ministerie van LNV geen ruimere overgangsregeling voor Groep 2 had hoeven nemen. Wel oordeelde de Rechtbank dat het ministerie van LNV een financiƫle compensatie moet bieden aan de pulsvissers uit Groep 1 en 2. De Rechtbank gaf aan dat dit niet voor Groep 3 geldt, aangezien aan deze groep puls-toestemmingen voor een bepaalde tijd van vijf jaar zijn afgegeven.