Meditatie: Op school bij Jezus

Op het eerste gezicht lijkt het maar een stuntelige vraag die hier gesteld wordt. Hij komt uit de mond van Johannes en Andreas. Zojuist zijn ze de Heere Jezus gevolgd. Johannes de Doper heeft Hem aangewezen als het Lam Gods. Deze korte preek is bij deze beide mannen zo ingeslagen, dat ze Johannes de Doper in de steek lieten en overliepen naar Jezus. Als het Woord mensen treft, dan kunnen ze niet meer blijven zitten. Zoveel overmacht hebben nu eenmaal Woord en Geest.
Schoorvoetend volgen ze Jezus. Hem roepen durven ze niet. Maar gelukkig, Jezus vangt ze op. Hij weet altijd de juiste vraag te stellen, zodat mensen loskomen. ,,Wat zoekt gij?" En dan volgt het antwoord uit de tekst: ,,Rabbi, waar woont Gij?" Inderdaad, het lijkt een vraag die nergens op slaat. Maar... is dat zo? Is deze wedervraag wel zo onbeholpen? Ze noemen Hem in ieder geval Rabbi. Dat is een belijdenis. Ze erkennen Hem als hun Leraar. En daarnaast willen ze bij Hem blijven. Daarom vragen ze naar Zijn woonplaats. Dat betekent: waar kunnen we U vinden? Waar geeft U onderwijs? Ze melden zich als leerling bij Jezus aan.
Nu, ze zijn welkom. Jezus stuurt ze niet terug naar Johannes de Doper. ,,Komt en ziet". Dan gaan we meteen met het onderwijs beginnen. Ik zal u tot apostelen maken. Mensen als deze twee discipelen wijst Jezus nooit af. Ze krijgen een plaats bij Hem op school. Bent u al ingeschreven op deze school? Dat kan ieder moment. U kunt altijd geplaatst worden. Christus stelt geen voorwaarden. Hij neemt geen toelatingsexamen af. Hij kent ook geen 'studiestop'. Weet u wie er niet geplaatst worden? Mensen die alles al weten. Geestelijke betweters. Die precies praten hoe het moet en hoe het niet moet. De Heere heeft geen behagen in eigenwijze mensen die het altijd beter denken te weten.
Om bij Hem op school te komen is maar één ding nodig: dat wij nu eerst eens beginnen te belijden, dat we niets weten. Heere, hier ben ik, maar U moet niet te veel van me verwachten. Ik heb weinig inzicht in de geestelijke dingen. Het zit er van nature nu eenmaal niet bij me in. Ik heb geen aangeboren aanleg om U te vrezen. Bovendien wil ik ten diepste niet leren.
Maar dan zegt de Heere dat dat niet geeft. Hij is niet voor niets de hoogste Profeet en Leraar. Hij maakt de verborgen raad en wil van God bekend. Hij zal u leren hoe een mens zalig wordt. En hoe we Hem moeten volgen. Ook in de concrete vragen van het leven. Want Hij kan het zo duidelijk uitleggen, dat alleen de kinderkens het verstaan. De eenvoudigen, de kleinen. Als de Heere aan het uitleggen gaat, dan blijft Zijn onderwijs voor de wijzen en verstandigen verborgen.
Zit u soms om zo'n Meester verlegen? Ja, zegt de een, ik besef zo weinig van mijn nood. Ik weet dat ik zondig ben. Maar ik ben er voor Gods aangezicht nog nooit mee vastgelopen. Ja, zegt een ander, ik heb zo weinig zicht op Christus. Wat betekent het toch dat Hij het Lam Gods is? Ja, zegt een derde, hoe moet mijn levenshouding zijn? Ja, zegt een vierde, hoe moet ik dat kruis in mijn leven dragen? Ik kan het maar niet aanvaarden. Mijn hart kan zo opstandig zijn.
Hoe het ook is, tot Hem! ,,Rabbi, waar woont Gij? Mag ik Uw hemels onderwijs volgen?" Daar hebt u de gestalte van een volgeling van Jezus. De gestalte van de leerling. Dat blijven we tot het laatste toe. De school van Christus heeft geen eindexamenklas. Schoolverlaters kent Hij niet. Integendeel! Hoe meer onderwijs we van Hem ontvangen, des te meer gaan we zien dat we nog zo weinig weten. Vorderen op de school van Jezus is alsmaar armer worden in onszelf en zo rijker in Hem.
Zalig wie dit onderwijs volgt. Niet als betweter, maar als nietweter. Die zit graag aan de voeten van Jezus. Net als Maria. Die is graag met het Woord bezig. In het onderzoek van de Schriften. Onder de prediking en thuis. Telkens laat de Geest ons nieuwe dingen ontdekken. Zelfs in de meest bekende hoofdstukken. En we worden wijs gemaakt tot zaligheid. Jezus nodigt: ,,Komt en ziet". U slaat de nodiging toch niet af? Want dat kost u de dood! Leven is er alleen in Zijn onderwijs.

Dan wordt het voor u waar:

"Mijn leer zal u, o mens, naar 't recht doen hand'len,
En wijzen u den weg, dien gij zult wand'len;
Ik zal u trouw verzellen met mijn raad,
Terwijl mijn oog op u gevestigd staat".
(Ps. 32 :4)

Deze overdenking stond eerder in Eilanden-Nieuws van begin februari 1996